‘Joods geld’


Foto: Hilda en Rusty Bernstein

De South African Jewish Board of Deputees heeft een officiele klacht ingediend bij de Mensenrechtencommissie tegen de staatssecretaris voor buitenlandse zaken, Fatima Hajaig. Deze zou half januari tijdens een solidariteitsmanifestatie met de Palestijnen hebben beweerd dat de VS en de meeste andere westerse landen in handen zijn van ‘Joods geld.’ Ook zei ze: ‘Zij maken de dienst uit, ongeacht welke regering er zit, of het nu Republikeinen zijn of Democraten, Barack Obama of George Bush.’
Deze onderminister zou natuurlijk op staande voet ontslagen moeten worden. Maar ik betrapte me er ook op dat ik na lezing van het nieuws over de aanklacht meteen dacht: ‘Mooi!’ En daar wordt het ingewikkeld want bij het nieuws over de vervolging van Geert Wilders, vorige week, dacht ik nu juist: ‘Moet dat nou?’

Overigens is met het bericht de interesse in de joodse gemeenschap in Zuid-Afrika weer flink opgelaaid. Tachtigduizend zielen in totaal, veelal aan het begin van de vorige eeuw uit Litouwen gekomen. Met Mandela stonden begin jaren zestig Rusty Bernstein, Dennis Goldberg en Arthur Goldreich terecht. De joodse Arthur Chaskalson was een van de verdedigers van deze vrijheidsstrijders. Joe Slovo voerde het ANC-leger aan. Fotograaf Eli Weinberg verbeeldde jarenlang de democratische strijd. Ray Alexander speelde een hoofdrol bij het op gang brengen van de vakbeweging in Zuid-Afrika, er waren zo veel meer dappere vrouwen zoals Rica Hodgson en Hilda Bernstein. De communist Joe Harmel, die een kritische geest met een sterke toewijding wist te combineren. Ronnie Kasrils nam deel aan Vula, een moedige ondergrondse verzetsactie. Helen Suzman was jarenlang een eenzame stem tegen apartheid in het minderheidsparlement.
Maar ook de openbaar aanklager, Percy Yutar, was joods. Volgens Mandela’s medebeklaagde Rusty Bernstein, die ik in het begin van de jaren negentig in Oxford interviewde, ‘a nasty little man’, een man die aan de apartheidsmachtshebbers de loyaliteit van de joodse gemeenschap wilde bewijzen. Mandela dronk tijdens zijn presidentschap een kopje thee met zijn vroegere beklager. ‘Let bygones be bygones’, heette het. Als het aan yutar gelegen had, hadden Mandela c.s. de doodstraf gekregen (al ontkende hij dat later). En zo was er jarenlang een joodse minister van financien en een lid van de Presidential Council die ook in de Board of Deputees zat. Collaboratie en verzet, met een brede middengroep die zweeg, misschien uit angst om opnieuw verjaagd te worden.
In het nieuwe Zuid-Afrika, en dankzij het nieuwe Zuid-Afrika, heeft de Jewish Board zich ontpopt tot een kritische stem voor democatie en als een van de meest uitgesproken ondersteuners van Israel. Volgens deskundigen is de joodse diasporagemeenschap in Zuid-Afrika de meest fanatieke als het om sympathie met Israel gaat. Hoe zou dat nu weer komen?
Ik stelde begin 1997 aan Joop van Tijn voor om over de Zuid-Afrikaanse joden een verhaal te maken. ‘Twee’, riep ie. ‘De eerste over degenen die voor het verzet tegen de apartheid kozen. Het tweede over hen die tegen de toenmalige machthebbers aankropen.’ Bij het weggaan voegde hij me toe: ‘Mooi die verhalen. Maar kijk je wel uit dat je er geen anti-semiet van wordt.’ Joop stierf later in dat jaar. De verhalen zijn er niet gekomen.



Moenie Worrall nie

Waarom breekt het klamme zweet me uit als ik in de Johannesburgse Business Day een beschouwing lees van de Zuid-Afrikaanse oud-politicus Dennis Worrall: scenario’s voor de overgang van Zimbabwe naar democratie.
Ik herinner me Worrall vaag van pogingen om in de jaren tachtig Zuid-Afrika op een democratisch spoor te krijgen. Ze liepen op niets uit. Althans, zijn pogingen.
In de krant presenteert Worrall een soort overgangscomite met deskundigen uit allerlei Afrikaanse landen. Zijn lijst maatregelen begint met het herstel van het recht op bezit. Bezit = land = grondstoffen (Worrall was ooit een van de directeuren van een Australische mijngigant). Ik zou zeggen: eerst het recht op terugkeer van landarbeiders naar land waarvan men verjaagd is. Worrall’s tweede punt is schadeloosstelling. Van wie? Van de zevenhonderdduizend mensen wier huis werd verpletterd waarna ze naar het platteland werden verjaagd? Ik vermoed dat Worrall een andere categorie op het oog heeft.. En wie moet de voormalige blanke boeren compenseren? De Wereldbank, waarvan Worrall een adviseur is?
De oud-politicus stelt voor om voor het voorzitterschap van het overgangscomite een gezaghebbende Afrikaan aan te trekken. Er schieten hem vier namen te binnen: Kofi Annan (de vroegere VN secretaris die naliet om zijn vredesmacht opdracht te geven om de Rwandese genocide te stoppen), Thabo Mbeki (zucht), F.W. de Klerk (ontving de Nobelprijs voor de vrede terwijl zijn generaals het zgn zwart-tegen-zwart geweld aanstookten) en Daniel Arap Moi. Wie? Ja die! Oud-dictator te Nairobi.

Zou zo’n stuk nou serious genomen worden?
Het vestigt wel de aandacht op een nog nagenoeg onzichtbare industrie die zich warmloopt voor een van de grootste (en lucratiefste) hersteloperaties uit de geschiedenis van Afrika. Arme Morgan Tsvangirai.



Inauguratiegesprek


Voorafgaand aan Het Moment nam ik me voor er mij geheel in te verliezen en een avond lang te geloven in de droom die Barack Obama heet. Ik waande mij in winterjas over The Mall waar ik enkele jaren geleden wandelde richting Capitool. Toen was het hartje zomer maar vele malen guurder dan op deze stralende winterdag. Toen regeerde kom hoe heet-ie ook alweer? George Bush.

– ‘Die dominee Harkins is een homofoob.’
‘Dat weet ik maar lang leve een homovriendelijke president die de samenwerking met iedereen zoekt.’
– ‘Obama is zelf ook tegen het homohuwelijk.’
‘Dat ben ik ook.’
Dan volgt de eedaflegging.
– ‘Hij komt niet uit zijn woorden.’
‘Hij is bloednerveus. Mooi.’
De inauguratiespeech van de nieuwe president doorbreekt de stilte in onze huiskamer.
– ‘Uiteindelijk is het natuurlijk demagogie.’
‘Maar wel hele mooie demagogie.’
– ‘Wat zeg-ie nou eigenlijk?’
‘Hij zegt dat er in Amerika ook non-believers zijn. Dat heb ik een Amerikaanse president nog nooit horen zeggen.’
– ‘Uiteindelijk gaat het natuurlijk tegenvallen.’
‘Dat ligt eraan wat je verwachtingen zijn.’
– ‘Of ze schieten ‘m dood.’
‘Dat gebeurt tegenwoordig vaker in Nederland dan in Amerika.’
Obama verkondigt ongestoord Zijn woord. Re-making America.
En zitten we met zijn allen met een bord op schoot en tranen in de ogen.


Wisselende gedachten

I
Als de Amerikaanse burgerrechtenbeweging ter sprake komt, vallen onmiskenbaar namen: Ralph Abernathy, Rosa Parks, M.L. King, Eldrigde Cleaver, Malcolm X, Jesse Jackson, Harry Belafonte, Angela Davis. De ‘beweging’ is in dit voorbeeld een optelsom van individuen.
Als de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsstrijd nader wordt gedefinieerd, volgt onmiskenbaar de naam van Mandela maar uiteindelijk wordt die strijd toch meer gezien als een aaneenschakeling van ontwikkelingen, waarachter het ‘regime’ of de ‘bevrijders’ de drijvende kracht waren. De beweging, in Zuid-Afrika met name het ANC, was eerder een collectief.
Deze gedachte overviel me na lezing van een beschouwing van een zwarte Amerikaan in een van de kranten in Johannesburg. Hoe lovend en verwachtingsvol hij over Obama ook was, toch leek hem de massale keuze voor deze verlosser ook een uiting van onvermogen om een georganiseerde beweging tot stand te brengen. Het gevolg zou zijn: een aanhoudend inferioriteitscomplex van African Americans dat zich vertaalt in een projectie van alle hoop op 1 man.

II
De druk op Balkenende om een onderzoek naar de Irak oorlog in te stellen, wordt steeds groter.
Dat geldt ook voor de roep om een onderzoek naar de zgn. ‘arms deal’ waartoe de Zuid-Afrikaanse regering onder leiding van Mbeki meer dan tien jaar geleden besloot. Door de bemoeienissen van ANC-leiders – Zuma, maar zeker ook Mbeki zelf, oud-legerleider Joe Modise, en anderen – met de wapenindustrie is de rot het ANC ingeslopen. Je zou denken dat een nieuwe oppositie-partij de roep om een nieuw onderzoek tot het speerpunt van haar campagne zou maken. Maar dat gebeurt niet en dat wekt de indruk van evenzovele kilo’s boter op het hoofd van hun leiders.

III
Tijdens het rangschikken van aantekeningen voor een boek over homoseksualiteit in Afrika kom ik de volgende zin tegen. ‘Hi, I am Madeleine and I am a lesbian.’ Het was de introductie van mijn co-auteur naar een geinterviewde, een erkend voorvechter van gelijke rechten voor homo’s. Hij fronsde de wenkbrauwen maar zei niets. Wel verwonderde hij zich later in het gesprek over zoveel openhartigheid, of was het de directheid waarmee deze ‘bekentenis’ ter sprake werd gebracht?
De dochter van de Botswaanse rechter Unity Dow, die we ook voor het boek interviewden, verbaasde zich er na het zien van een lesbische Amerikaanse serie over dat het gevoel van identiteit in ons westerse begrip uitsluitend lijkt te worden ontleend aan de sexuele orientatie. Wie lesbisch is kookt lesbisch, volleybalt lesbisch en bloemschikt lesbisch.
‘Maar ik ben ook jurist, zwart, jong en Botswaan,’ legde ze uit.

Veel gedachten voor een dinsdagmiddag, maar nu eerst snotteren bij de inauguratie.


Tip voor Obama?

Wat is dat toch, Nederlanders die hun hart vasthouden of Obama het wel overleeft? Nu Mart Smeets weer in Pauw en Witteman. ‘Tip voor Obama? Dat je in leven blijft.’ Hoezo? ‘Amerika is een vreemd land en er lopen veel gekken rond’, aldus Smeets.
Dat zal wel maar de laatste spraakmakende moord was op John Lennon. Begin jaren zeventig? Ik geef toe dat er toen in korte tijd veel gekken toesloegen: King, Kennedy, nog eens Kennedy. Maar dat is nu vier decennia geleden.
Wanneer werd er in Nederland voor een laatste een politieke moord gepleegd? Vier jaar terug, of korter (Van Gogh), en twee jaar eerder (Fortuyn).
Er lopen hier veel gekken rond. Relatief meer dan in Amerika.
(Wel oppassen, Barack…)

Ook: zie interessant commentaar van Janhuib Blans op mijn stukje over Senegal hieronder. Klik op reacties onder het stuk.


Zware straffen voor homo’s in Senegal

Op 22 december, tien dagen na de International Conference on Aids and STIs (sexually transmitted deseases) in Africa , vielen politie-officieren in Dakar, Senegal, een appartement binnen van een van de leiders van een HIV preventieprogramma. Zijn organisatie werkt actief met homo’s, lesbo’s, biseksuelen en transgenders. Bij de overval werden negen mannen gearresteerd.
Op 6 januari werden de mannen voorgeleid op beschuldiging van een ‘criminele samenzwering en betrokkenheid bij activiteiten die de ‘order of nature’ verstoren.’ Inmiddels zijn de mannen tot 8 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Artikel 3.913 van het Senegalese wetboek van strafrecht zet op ‘homosexual acts’ een gevangenisstraf van 1 tot 5 jaar en een boete van 200 tot 3000 dollars.
Wie durft er nog te beweren dat het recht niet snel zijn loop kan hebben?

Een goede vriend stuurt mij de doordachte en verontwaardigde verklaring van de ‘Society for Aids in Africa.’ Ik tik op google in: ‘senegal homo’s gays arrest’ maar de enige resultaten hebben betrekking op een arrestatie ruim een jaar terug tijdens een zgn. ‘gay wedding’ in het land. Ook mijn geliefde www.mask.org.za – een website die ontwikkelingen op het gebied van homosekualiteit in Afrika volgt – heeft nog niets te melden. Het laatste bericht dateert van 9 december; het vakantiegevoel, dat Zuid-Afrika lam legt tussen half december en 12 januari, blijft vooralsnog dooretteren.

De gebeurtenissen in Senegal creeeren een gevaarlijk precedent. Het risico dat homo-activisten nu blijkbaar lopen als ze een internationale conferentie bijwonen, moet de organisatoren, en de deelnemers, van dit soort ontmoetingen aan het denken zetten. Nu lijkt het erop dat zo’n conferentie een soort vitrine is waarbinnen de deelnemers zich veilig wanen terwijl aan de buitenkant de machthebbers van het land, en hun sterke arm, toekijken, fotograferen en het bewijs materiaal verzamelen voor een daaropvolgende vervolging.
Niet dat ik er enig risico loop, maar zelf zou ik me op zo’n conferentie niet prettig voelen.

Aids kan in Afrika pas effectief bestreden worden als de voorlichting en de behandeling zich uitstrekken tot alle bevolkingsgroepen, en dus ook tot sexuele minderheden. Op een continent, en zeker in een land als Senegal, waar velen een dubbelleven leiden, is inclusiviteit een noodzaak. Het leven verdubbelt weliswaar, maar ook de risico’s op verspreiding van het virus.

Er zijn, veel, kwesties van minder belang die aanleiding zijn tot Kamervragen. Vraagt onze ambassadeur in Dakar wel eens langs zijn diplomatieke neus weg aan de autoriteiten hoe dat nu kan, zo’n arrestatie? En meldt hij dat Dakar zijn reputatie als internationaal conferentiecentrum grote schade berokkent als deelnemers aan die conferenties groto risico’s lopen?


Zimbabwaanse politie arresteert padvinders


Van padvinders heb ik nooit een hoge pet op gehad maar ze zijn zeker in mijn achting gestegen sinds de Zimbabwaanse politie gisteren drie hopmannen heeft gearresteerd op verdenking van samenzwering met het doel het Mugabe-regime omver te werpen. De drie werden opgepakt in een trainingskamp dertig kilometer van Harare. Er is nog geen officiele aanklacht ingediend. Omwonenden reageerden verbaasd.


Helen Suzman


Van de doden niets dan goeds. Maar alle huldeblijken aan het adres van de op nieuwjaarsdag overleden Helen Suzman ontnemen het zicht op de legitimiteit die zij met haar aanwezigheid in het exclusief blanke parlement jarenlang aan de apartheid gaf. Natuurlijk was het moedig om in dit schurkenhol op de grove mensenrechtenschendingen te blijven wijzen, maar het feit dat zij in dat parlement zitting had, werd door de machthebbers steeds weer opgevoerd als een bewijs van de democratie die Zuid-Afrika zou zijn. In de jaren tachtig veroverden meer kandidaten van haar partij een zetel in het parlement. Een van hen, Frederik van Zijl Slabbert, gaf vanwege deze dubbelzinnigheid na enkele jaren zijn parlementszetel op. Hij was tot de conclusie gekomen dat je niet tegen een systeem kunt strijden als je er deel van uitmaakt. Overigens was Suzman zich bewust van de dubbelzinnigheid die haar lidmaatschap van het parlement was. Ironisch genoeg wierp ze eens drie parlementsleden van de Nationale Partij, die haar scherp bekritiseerden, voor de voeten: ‘In mijn ervaring wordt ik door jullie juist opgevoerd als bewijs van een levende democratie in Zuid-Afrika.’ Suzman’s verzet tegen internationale sancties tegen Zuid-Afrika deed haar populariteit onder haar zwarte landgenoten en de internationale solidariteitsbeweging geen goed. Ze verheugde zich niet over het feit dat ze zich in het gezelschap bevond van wat ze ‘unpleasant bedfellows’ noemde. ‘Het is uiterst irritant om in hetzelfde kamp te zitten als zo’n abominabel type als Jesse Helms’, zei ze ooit.

En toch is het te simpel om Suzman’s rol in de strijd tegen de apartheid te discrediteren als een vorm van collaboratie. Het is denk ik correcter om haar als een kampioen van de mensenrechten te zien. Haar vragen in het parlement, haar aanhoudende speldenprikken, haar praktische zorg om het lot van politieke gevangenen hebben, binnen de grenzen die de onderdrukkers stelden, een grote impact gehad. Gesteld voor een duivels dilemma – onttrek je je geheel aan een systeem of probeer je de mogelijkheden die dat systeem jou biedt om anderen te helpen ten volle te benutten – koos Suzman voor het laatste.

Suzman was ook de personificatie van wat hier in Zuid-Afrika vaak smalend de ‘white liberal’ wordt genoemd. Mijn kennismaking met dit archetype was een van de verrassingen tijdens mijn eerste bezoeken aan het land. Natuurlijk had ik van Suzman gehoord, en natuurlijk was ik bekend met de kritiek die de bevrijdingsbewegingen op haar keuze om binnen het systeem te werken, hadden. Maar het fenomeen white liberal was nieuw voor me. Hier manifesteerde zich een soort herkenbaar aan een uiterst politiek correcte stellingname tegen apartheid (‘awful!’) maar tegelijkertijd bevoorrecht door datzelfde systeem. Voor de white liberal bestaat er geen enkel verband tussen politieke en economische gelijkheid. Men is voor de verwezenlijking van rechten voor anderen zolang de eigen welstand daarmee niet in gevaar komt. Toen ik begin jaren negentig bij een etentje in een van de, toen nog exclusief blanke, buitenwijken sympathie uitte met het voorstel van een vakbondsbestuurder om ‘zwembadbelasting’ te heffen, waren blikken van afschuw mijn deel. Wat had dat er nu mee te maken? We gingen de apartheid afschaffen en toch niet het socialisme invoeren?
Enkele jaren terug weigerde Suzman om een verklaring te ondertekenen die door Carl Niehaus en Antjie Krog was opgesteld. Hierin werd vastgesteld dat blanken per definitie van de apartheid hadden geprofiteed. Haar verontwaardiging over deze stellingname leek me volkomen gemeend – ze leek echt niet te zien hoezeer ze van het systeem waartegen ze had gestreden al evenzeer had geprofiteerd.

Suzman heet in commentaren nu ‘de bekendste blanke die tegen de apartheid vocht’ maar daar valt wel wat op af te dingen want: Helen Joseph, Joe Slovo, Beyers Naude, Carl Niehaus, Barbara Hogan…