de mandela familie

Licht gegeneerd brengen mensen ‘het gedoe’ in de Mandela familie ter sprake. Nog voor hij zijn ogen voorgoed gesloten heeft, vechten sommige (let wel: de meesten houden zich daar verre van) nabestaanden over het vruchtgebruik van zijn lucratieve achternaam. Gisteren bepaalde een rechter in de Oostkaap dat kleinzoon Mandla het familiegraf vooralsnog niet mag verplaatsen. Zijn tante Makaziwe, zuster van de acht jaar terug aan aids overleden Makgatho, lanceerde vorig jaar de ‘House of Mandela’ wijn. En dan zijn er nog familieleden die de hoofdrol spelen in een Amerikaanse realitysoap.
De Zuid-Afrikaanse Sunday Times meldt dat nu ook de voorouders in het conflict worden betrokken. Volgens lokale chiefs uit zijn geboortestreek zal Mandela niet sterven zolang er sprake is van ‘unfinished business’ in de familie. Andere chiefs beweren dat Mandela juist zo ziek is vanwege deze business.
Wat zou Mandela er zelf van vinden? Ik vermoed dat hij naar buiten toe respect en begrip zou tonen voor deze speculaties. Met het respect zou hij lippendienst bewijzen aan eeuwenoude tradities die juist op momenten als dood of huwelijk zichtbaar worden. Begrip zou hij aan de dag leggen voor het anker dat deze tradities arme en ongeinformeerde mensen vaak nog biedt.
Maar hij zou waarschijnlijk iets anders voelen: weerzin. Van het primitieve bijgeloof en van familieleden die met een beroep op traditie en religie (Makaziwe legde het lot van haar grootvader onlangs geheel in God’s handen en schoffeerde daarmee de artsen) hun eigen materiele gelijk najagen of hem op deze hoge leeftijd alsnog als diepreligieus willen portretteren. Mandela hecht weinig waarde aan religie (en werd lid van een kerk omdat zijn moeder dat wilde, schrijft hij in zijn autobiografie) en al evenmin aan traditie (hij ontvluchtte ooit zijn geboortestreek uit angst uitgehuwelijkt te worden).


het valt wel mee met de afrikaanse teleurstelling over obama

Gisteren is het bezoek van Barack Obama aan Senegal, Zuid-Afrika en Tanzania van start gegaan. Opvallend is de teneur van teleurstelling over zijn beleid die ‘de’ Afrikanen in nogal wat mediaverhalen wordt toegedicht. En de complimentenregen aan het adres van Bill Clinton en George Bush, die zoveel meer ophadden met Afrika.
Hun voordeel was natuurlijk dat ze blank waren en dat er over hun schouder geen villeine massa commentatoren klaarstond die Obama bij elk blijk van interesse in Afrika van nepotisme zou beschuldigen. Maar ook op de compassie die George W. Bush met Afrika toonde valt nogal wat aan te merken. Die had veel te maken met de ‘war on terror’. Net als Tony Blair dienden hulpprogramma’s aan Afrika het belang om van deze regeringsleiders een zachte kant te tonen. Nadat ze in Irak op grond van falsificaties een oorlog hadden ontketend, moest ook de duif tevoorschijn komen. Ik verzin het niet. Naaste medewerkers van Blair hebben ons in de afgelopen jaren een aardig kijkje in deze ogenschijnlijk charitatieve keuken gegund.
En dan nog iets. De financiele injecties die Bush aan de aidsbestrijding gaf waren verbonden aan strenge voorwaarden. Veel ontvangers van dit donor geld schikten zich naar de wens van de gulle, christelijk bevlogen gevers om niet langer voor condoomgebruik te pleiten. En van steun aan zieke homo’s kon al helemaal geen sprake zijn.
Wat dat betreft is het verschil tussen het Amerika van Bush en van Obama zo groot als tussen een dag en een nacht.


herinneringen (2)


In het voorjaar van 2005 stuitte de ZAM redactie op deze foto. Oude strijdmakkers van Mandela hadden hem bewaard nadat de plaat jarenlang in Mandela’s cel had gehangen. Wie had de foto gemaakt en uit welk tjdschrift was hij afkomstig?
Een zoektocht van ZAM art director Nicole Segers voerde naar de Indiase fotograaf Raghubir Singh, die verbonden was aan de National Geographic. Singh, ooit geinspireerd door zijn France beroepsgenoot Henri Cartier Bresson, was in 1999 op 56-jarige leeftijd overleden. Segers spoorde zijn weduwe op in Parijs. Vervolgens tekende Mandela een nieuwe afdruk van de foto en werd deze aan Singh’s weduwe geschonken. Mandela herinnerde zich de foto goed en noemde het ‘een beeld dat het leven vierde’.


Herinneringen (1)


Medio jaren negentig liep ik een paar dagen mee op de redactie van Die Burger in Kaapstad. Bij deze voormalige propagandamachine van het apartheidsbewind was een voorzichtige transformatie op gang gekomen. De krant had schoorvoetend toegegeven dat Steve Biko geen zelfmoord had gepleegd (hij was doodgemarteld door de politie) en op de krant was een zwarte vertegenwoordiger van een gezaghebbend Amerikaans onderzoeksinstituut aanwezig die hoofdredactie en chefs doceerde over ethiek.
Ik werd gastvrij ontvangen door de adjunct-hoofdredacteur en zijn echtgenote. Ik mocht overal bijzitten en alle vragen stellen. Ook de toenmalige hoofdredacteur Ebbe Domisse stond me uitvoerig te woord, een gluiperd die zonder enige gewetenswroeging met de nieuwe wind meewaaide.
Bij de lunch met de adjunct en zijn echtgenote kwam Mandela ter sprake. Daar hadden ze best een beetje ontzag voor. ´Maar een staatsman? Nou, nee.’


dali tambo en robert mugabe


Talkshow host Dali Tambo interviewde de Zimbabwaanse president Robert Mugabe voor zijn programma People of the South. Het gesprek werd afgelopen zondag uitgezonden door de Zuid-Afrikaanse publieke omroep. Het was bij Mugabe thuis opgenomen en het was gezellig. Aan kritische vragen, bijvoorbeeld over recente mensenrechtenschendingen, ontbrak het volledig. Wel kreeg de Zimbabwaanse president gelegenheid een paar vileine schimpscheuten aan het adres van Nelson Mandela te richten. Een watje die zich door de blanken in de luren had laten leggen, zo ongeveer kwalificeerde Mugabe zijn vroegere ambtsgenoot.
Dali Tambo ligt in Zuid-Afrika onder vuur vanwege de slaafse onderdanigheid waarmee hij zijn gespreksgast tegemoet trad. Het regent verwijten dat hij zich heeft laten gebruiken voor de verkiezingscampagne van Mugabe, die binnenkort herkozen wil worden en bij Tambo de gelegenheid kreeg zijn miljoenen in Zuid-Afrika residerende landgenoten te bereiken.
De verontwaardiging over Tambo’s aanpak is terecht, de verbazing daarover is echter minder begrijpelijk. Al in de jaren negentig nodigde Tambo een andere schurk uit voor zijn praatprogramma, de voormalige apartheids-killer Dirk Coetzee. Deze werd de studio binnengeleid door een drietal halfblote meiden met veren in hun kont en aangekondigd als het ‘ere-doodseskader’. Velen ervoeren dit als een uitdrukking van doorgeslagen verzoeningsdrift.
In mijn Johannesburgse jaren passeerde ik met regelmaat de villa van Tambo, de zoon van de onvolprezen ANC-leider Oliver Tambo en zijn onuitstaanbare vrouw Adelaide, die het destijds haar kinderen in het Londense ballingenoord goed liet smaken. Over Dali en zijn omgang met het personeel gingen destijds veel verhalen. Zo diende het personeel in gelid aan te treden als de Master na een buitenlands bezoek huiswaarts keerde. Een Zimbabwaanse tuinman, die het land van Tambo’s held voor gezien had gehouden, ontvluchtte ooit het landgoed omdat zijn werkgever de bewegingsvrijheid had beperkt tot de grenzen ervan. Aanbeland op het bedenkelijke niveau van roddel en achterklap zet ik maar een streep onder dit stukje.