• Homoseksualiteit is onAfrikaans, in strijd met Afrikaanse tradities.
Onzin. Er zijn tal van voorbeelden van homoseksualiteit in Afrika door de eeuwen heen. Soms bestaan daar in lokale talen woorden en begrippen voor, soms niet. Nieuw in Afrika, want van de afgelopen twintig jaar, is homoactivisme, de vorming van organisaties, ‘gay prides’ en hulplijnen.
• De koloniale bezetters hebben de homohaat in Afrika gezaaid.
Niet gezaaid, wel aangemoedigd. Afkeer van wat afwijkt is van overal en in alle tijden. Vooral de Britse koloniale grootmacht zag in Afrikanen perverselingen die geciviliseerd moesten worden. Vandaar die door koningin Victoria geinspireerde anti-homowetten.
• Amerikaanse evangelisten voeren de regie van de Oegandese homohaat.
Niet de regie. Afrikanen laten zich niet zomaar voor een karretje spannen. De evangelisten zijn in verschillende Afrikaanse landen wel erg actief in het prediken van homohaat en richten zo een hoop ellende aan.
• Oegandezen moeten niets van homo’s hebben.
Als dat zo is, zouden er geen homoseksuele Oegandezen bestaan. Het ressentiment tegen holebi’s leeft zeker onder brede lagen van de bevolking. Maar naast de homoactivisten spreken ook de meeste mensenrechtenorganisaties in dat land zich uit tegen discriminatie, evenals sommige opinieleiders en religieuzen. Nogal wat activisten konden zich na hun coming out verheugen in de steun van hun families. Veel rechters in Oeganda vinden de grondwet nog net iets belangrijker dan homohaat en oordeelden in het verleden regelmatig ten faveure van homoactivisten.
• De Oegandese homoactivisten moeten hun eigen boontjes doppen.
Natuurlijk, maar de activisten rekenen ook op internationale solidariteit met hun strijd. Het zou niet voor de eerste keer zijn dat lokaal activisme en internationale steun veranderingen in gang zetten. Remember Mandela? Wel moeten solidairen in de rest van de wereld goed luisteren naar wat de Oegandese activisten als de beste steun aan hun strijd zien.
• De Oegandese president Museveni wil de verkiezingen winnen over de rug van lgbt’s.
Daar lijkt het wel op. Onlangs werd Museveni na bijna 30 jaar aan de macht te zijn opnieuw kandidaat gesteld voor de verkiezingen in 2016. Binnen zijn partij NRM heeft hij veel tegenstanders. Zo iemand is Rebecca Kadaga, de voorzitter van het parlement die in december de anti-homowetten in stemming bracht. Met zijn handtekening onder die wetten lijkt Museveni haar nu de wind uit de zeilen te hebben genomen.
Ook lijkt het aannemelijk dat de Oegandese machthebbers met hun anti-homo wetten de aandacht willen afleiden van een veel breder scala aan repressieve bepalingen die recent zijn afgekondigd. Vrouwen is het verboden een minirok te dragen en voor politieke samenscholingen van meer dan 3 personen moet toestemming worden gevraagd. En onlangs werd de onafhankelijke krant The Monitor tijdelijk het zwijgen opgelegd.
• Zuid-Afrika erkent gelijke rechten van homo’s, de rest van Afrika niet.
Zuid-Afrika adopteerde in 1996 inderdaad een van de meest progressieve grondwetten ter wereld. Ruim tien jaar later werd ook het homohuwelijk gelegaliseerd. Maar in 17 Afrikaanse landen is homoseksualiteit niet strafbaar. Oud-presidenten als Kaunda (Zambia), Chissano (Mozambique) en Mogae (Botswana) pleiten voor meer begrip en tolerantie. President Banda van Malawi trok bij haar aantreden de anti-homowetten in. Deze week sprak de Ethiopische minister van Vrouwenzaken zich tegen de anti-homowetten in Oeganda uit.
• Aartsbisschop Tutu is de enige kerkleider die zich tegen homofobie keert.
Tutu is een enthousiast strijder voor gelijker rechten van homo’s, evenals zijn opvolgers in Kaapstad. Verschillende ambtsgenoten, met name in de zuidelijk Afrikaanse regio, hebben zich ook tegen discriminatie uitgesproken.
• Afrika is het gevaarlijkste continent voor homo’s.
Dat is aantoonbaar onjuist. Volgens de statistieken vielen er in 2012 ruim driehonderd doden in Brazilie door anti-homogeweld. Het aantal geweldsincidenten in dat land bedroeg bijna vijfduizend. Tel alle doden en incidenten in de 54 Afrikaanse landen bij elkaar op en je komt nog niet in de buurt. Brazilie kent met miljoenen deelnemers ook de grootste ‘roze zaterdag’ in de wereld. Er lijkt dus een verband te bestaan tussen toenemende zichtbaarheid en groeiend geweld. Dat zou ook wel eens de verklaring kunnen zijn voor het geweld tegen homo’s in Zuid-Afrika waar in de jaren negentig een grote beweging ‘uit de kast’ kwam.
• Nederland heeft terecht de ontwikkelingshulp aan Afrika gestaakt.
Het spreekt voor zich dat hulpverleners geen steun moeten geven aan homohaters. Leg voortzetting van steun maar eens uit aan belastingbetalers of donateurs. Maar niet alle steun loopt via machthebbers. Homoactivisten in Afrika pleiten voor terughoudendheid temeer omdat ze niet de schuld willen van krijgen van stopzetting van armoedebestrijding. Nu de Oegandese regering het licht op groen heeft gezet voor een heksenjacht roepen activisten in dat land op alle middelen in te zetten die de machthebbers tot inkeer dwingen.
• De homo-emancipatie is op zijn retour.
Onzin. De homo-emancipatie schrijdt voort. Steeds meer landen in Latijns-Amerika en Azie schrappen anti-homowetten. In de VS heeft Obama een einde gemaakt aan het in het leger geldende ‘don’t ask, don’t tell’. In steeds meer staten is het homohuwelijk of partnerschap erkend. Repressieve wetgeving is in landen als Oeganda, Rusland of Nigeria vooral, en onder veel meer, een reactie op de vooruitgang.
Dit overzicht werd opgesteld door Bart Luirink en Madeleine Maurick. Zij werken aan een boek over homoseksualiteit in Afrika.