Het gebeurde in de afgelopen jaren, tussen zijn vrijlating en de dag dat hij opnieuw de gevangenis inging, drie, misschien wel vijf keer: Willem Holleeder reed langs me op zijn scooter in de Westerstraat, of daar in de buurt. En werd altijd enthousiast begroet vanaf terrassen en het trottoir.
‘Hé Willem, ouwe rukker!’
‘Zet ‘m op, jongen’.
‘Niet te hard, Willem, anders krijg je een boete’.
De Jordaan was solidair met Willem, één van ons, wat se ook segge.
Ik voelde me altijd wat ongemakkelijk bij deze jovialiteit. Na de verklaringen van zijn zusters bekruipen me de koude rillingen. Hoop op iets meer dan een boete.