Omdat het gesprek naar aanleiding van ‘Parijs’ gevaarlijk genuanceerde trekken begint te vertonen – Dank, Beatrice de Graaf en Stefan Hertmans! – was het tijd voor een gesprek met Arthur van Amerongen in de Volkskrant van hedenochtend. De kop: ‘Na Parijs, Londen en Brussel is Nederland aan de beurt’, aldus de schrijver en columnist van die krant.
Monthly Archives: november 2015
Oorlog
In april 1980 had ik een muzikant te gast die met zijn punkband zou deelnemen aan een festival dat ik meehielp te organiseren. Nadat we de afspraken voor het optreden hadden doorgenomen, raakten we in gesprek over wat in die dagen de gemoederen nogal bezighield, kroningsdag. De muzikant woonde in een kraakpand in Utrecht en was de idealen van zijn beweging volledig toegewijd. Het vuur spatte van zijn woorden over huisjesmelkers, speculanten en een repressieve overheid. “We zijn in oorlog, Bart.”
Jachtseizoen
Hij hangt pontificaal boven zijn bed. Hardharige vacht, glinsterende ogen, een bescheiden gewei. Telkens als hij het liefdesspel bedrijft, kijkt Mwangi er even naar. Schalkse genoegdoening na jarenlang getreiter. Soms erger.
Zijn vrienden noemen hem gekscherend een trophy hunter. Dankzij hem is de laatste zondebok die in het gebied werd gesignaleerd met pijl en boog geofferd op de eeuwige jachtvelden. Jarenlang regende het verwijten. De droogte, ebola, sprinkhanenlagen – allemaal Mwangis schuld, hún schuld. De homo’s hebben het gedaan!
Nu was het stil.
Even later stond het Keniaanse hooggerechtshof de LHBT gemeenschap toe om zich te organiseren. Een bekende schrijver kwam uit de kast. Bij de buren in Oeganda liep een campuskerk van een Anglicaanse haatzaaier leeg. In Mozambique, drie landen verderop, verklaarde het parlement homoseksualiteit legaal. In Zuid-Afrika werd alweer een homohuwelijk ingezegend. En toen Obama in Mwangis land neerdaalde, brak hij er een lans voor gelijke rechten. President Kenyatta pruttelde nog wat tegen, in zijn land golden ‘andere normen en waarden’. En zijn adjunct verklaarde met een stalen gezicht dat ‘het’ in Afrika niet bestond. De mensen haalden hun schouders op.
Toen hij ’s avonds in bed stapte, gaf de zondebok hem een knipoog en fluisterde: ‘Je moet wel weten dat ik niet de enige ben. Straks duikt er elders vast weer een op’.
Die gaat er dan ook wel aan, dacht Mwangi en kuste zijn vriend welterusten. Het jachtseizoen was geopend.
(Deze column verscheen eerder in OneWorld magazine)