Het onlangs verschenen Bloed en Honing. Ontmoetingen op de Grenzen van de Balkan, is al veelvuldig geprezen in recensies en in de interviews en radiogesprekken met makers Irene van der Linde en Nicole Segers. De Volkskrant riep Bloed en Honing uit tot één van de beste tien fotoboeken van 2020. Het is allemaal meer dan terecht. Het slotstuk van een trilogie die ons eerst langs de grenzen van Europa voerde en vervolgens het veer van Instanbul, de verbinding tussen twee continenten, tot onderwerp koos, is adembenemend en meeslepend. De apotheose die ons door het gedemonteerde rijk van maarschalk Tito voert overtreft de al zeer geslaagde eerdere boeken. De verteltrant en de verbeelding zijn van de hoogste kwaliteit. De aanpak en vormgeving waarin tekst en beeld elkaar niet langer aanvullen maar als het ware in elkaar overvloeien, is revolutionair. Terwijl beide componenten hun eigen waarde vertegenwoordigen, breekt de integratie ervan met de traditionele hierarchie van het (onder)schrift bij een beeld en een plaatje bij een praatje. Er is een volledige gelijkwaardigheid van tekst en beeld, met als resultaat een bijna driedimensionale kijk- en leeservaring waarin de verhalen van de illustere mensen die ons door Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië gidsen volledig tot hun recht komen. Van Segers, die vele jaren als art director bij ZAM Magazine betrokken was, leerde ik destijds hoezeer beelden hun eigen verhaal vertellen en gedijen in een omgeving waarin de tekst vaak op gepaste afstand blijft. In Bloed en Honing wordt aan dat principe volledig recht gedaan terwijl tekst in wisselende lettergrootte en beeld juist naar elkaar toe kruipen, en soms een enkele regel de zintuigen versmelt. Het is een wonderbaarlijke ervaring.