In een interview met de New York Times zegt de Zuid-Afrikaanse oud-president de Klerk dat het Westen net zoveel druk op de dictatoriale regimes in Noord-Afrika en het Midden-Oosten had moeten uitoefenen als destijds op zijn regime. Dat had ‘regime change’ tot gevolg gehad, en minder bloedvergieten.
Het is een ongemakkelijke waarheid; ervaringsdeskundige de Klerk legt de vinger op de zere plek.
Maar zijn uitspraak is ook om een andere reden interessant. Het was de Klerk die destijds telkens weer benadrukte dat het blanke minderheidsbewind voor geen enkele druk bezweek: niet voor de massabeweging in Zuid-Afrika, niet voor de gewapende strijd van het ANC, niet voor buitenlandse druk.
De Klerk kondigde op 2 februari 1990 de veranderingen aan omdat hijzelf, autonoom en zonder enige bemoeienis van buitenaf, tot inzichten was gekomen die, zo betoogde hij, niemand zouden hoeven verrassen. Hij was altijd al voor democratie geweest.
Nu heeft die druk blijkbaar toch een rol gespeeld. Wijsheid komt met de jaren.