Mandla en de familie Mandela


Toen Nelson Mandela tachtig werd en in het huwelijk trad met Graca Machel voerde zijn kleinzoon Mandla het woord. Ik was zeker niet de enige die onder de indruk raakte van zijn verbale kwaliteiten, de trots en het gezag die hij uitstraalde en de humor in zijn woorden. ‘Daar staat er weer een’, dacht ik.

Bijna vijftien jaar later is Mandla door de Tembu-koning uit zijn functie als ‘chief’ ontheven (al gaan er geruchten dat de koning zelf binnenkort van de troon wordt gestoten). Mandela’s kleinzoon had de graven van zijn grootvaders kinderen verplaatst van Qunu naar Mvezo in de Oostkaap. Mandla droomde van een lucratief bedevaartsoord waarover hijzelf de scepter zou zwaaien en niet Chief Nokwanele van Qunu, een hardwerkende en eigenzinnige vrouw die ik jaren geleden met collega Peter van den Akker interviewde. Ze vertelde dat Mandela zich altijd even bij haar meldde als hij in zijn buitenhuis was teruggekeerd en legde uit waar we zijn familieleden konden vinden. Winstbejag kwam in haar vocabulaire niet voor, ze leefde voor de gemeenschap.

Na een door de familie aangespannen rechtszaak werden de kinderen afgelopen week weer opgegraven en naar Qunu teruggebracht. Naast hen zal Mandela straks begraven worden.
Het is een treurige vertoning die ten onrechte de indruk wekt dat de gehele familie met elkaar overhoop ligt. Dat is niet het geval. Vrijwel alle familie waren verenigd in hun boosheid over Mandla’s handelen. Aartsbisschop Tutu oproep om het vechten te staken, is weliswaar begrijpelijk maar mij lijkt dat de familie er goed aan deed Mandla’s commerciele agenda indringend te ondermijnen.
De familie kent wel meer leden die zich goed bewust zijn van de waarde die de naam Mandela vertegenwoordigt. Maar de meesten erkennen het gezag van de Nelson Mandela Foundation die door zijn naamgever en directe medewerkers mede werd opgericht om de nalatenschap – de stichtingen, historische gebouwen, monumenten en documenten die met hem verbonden zijn – te beheren.

Ik heb overigens het bange vermoeden dat het bij Mandla niet alleen gaat om de in zoveel families ontluikende drang om van een anders verdriet beter te worden. Mandla transformeerde zo’n jaar terug tamelijk plotseling van een moderne jongeman in een traditionele ‘leider’ en pakte zodoende de draad die zijn grootvader in de jaren veertig om goede redenen had doorgesneden weer op. Ook bekeerde hij zich tot polygamie en heeft hij inmiddels enkele mislukte huwelijken achter de rug.

In Zuid-Afrika schuren de betrekkelijke welstand die de familie Mandela verworven heeft en de nog breed levende armoede scherp langs elkaar heen. Zoals ook de moderne tijd om zich heen grijpt in een nog aanzienlijke bedding van oude tradities en soms diepe religiositeit. Mandla is zeker niet de eerste die tussen die raderen de nodige mentale beschadigingen lijkt te hebben opgelopen.