Een muzikale ode aan het werk van Antjie Krog vol zoete klanken, harde noten en de bombast die het werk van deze Zuid-Afrikaanse dichter soms oproept.
Afgelopen zaterdag ging in Amsterdam Sal Ek Altyd Wit Wees, de nieuwste productie van Theatergroep Flint, in premiere. Onder aanvoering van samensteller en zanger Felix Strategier gaat het gezelschap los op de poëzie van Antjie Krog. Het is een waardige opvolger van de voorstelling Korrreltjie Korreltjie Sand dat Flint eerder maakte. Hierin stond de dichtkunst van Ingrid Jonker centraal. In een voorwoord in het programmaboekje schrijft Strategier dat zich destijds voor hem bij lezing van Jonker’s werk ‘een wereld van ongekende schoonheid opende.’ Het Afrikaans ‘kwam aan als een bijzonder prettige mokerslag.’
Krog’s gedichten schuren – langs een beladen Zuid-Afrikaanse geschiedenis, langs wit wees, de hunkering over de kleurgrens en, vandaag, langs de oeverloze twijfel over het al dan niet bestaan van een plek in een land dat door sommigen ooit werd uitgeroepen tot een ‘regenboognatie.’ Alsof het jargon van reclame en branding als een pleister op het verscheurde weefsel kan worden geplakt.
ons het geen benul meer van hoe om anders te wees as
gewelddadig en angstig, as brutal teenoor mekaar nie
ek behoor aan hierdie land
dit het my gemaak
ek het geen ander land
as dié land nie
mateloos is my liefde vir die land
verwikkeld gehard en onomwonde
ek glo nie aan wonders nie maar
die vreedsame vrymaking van my land
was ’n wonder – onkant en lighoofdig bly
dit my by die weergaloosheid ervan
bly by my
Woorden vol verlangen, geïnspireerd op het werk van de Israëlische schrijver en vredesactivist David Grossman.
Somber en zwaarmoedig soms.
is ek slegs aanvaardbaar sonder besittings
of is besitting van die wit vel dié uiteindelik
ergste oortreding hoe sal ek diegene verafsku
wat my forseer om halsoorkop te vlug na die wit
vel, my te skaar by ander wittes omdat hulle wit is
wit as die enigste herkoms, uitkoms en deurslag
te herken me leve, my hele lewe se uitkyk verniet
moet ek my bloed uitdeel en my hart en my niere
want die dink mense herken in mekaar medemenslikheid
is blykbaar ’n dwaas en verdien nie die lewe van ’n Africa nie
En ondeugend.
stadig suig jy die murg uit
terwyl ek blind op jou ry
en ons mekaar handgemeen vind
in ’n nag van snik en steun, word alles bevestig:
ek ’s nie ’n oorgawe vrou nie – tot die sinne toe
verruk, is ek vrouw van wortelskiet
Het werk van Krog toont meer nog dan kleur een palet aan emoties, vaak zwaarmoedig en toch hoopvol, vol van realiteitszin én dromen.
Samen met regisseur Kasper Kapteijn, de muzikanten Ernst Glerum en Wolter Wierbos en beeld en lichtkunstenaar Martijn Grootendorst heeft Strategier eeen indrukwekkende ode aan de dichter en haar taal ontwikkeld. Uitgevoerd, voordat de productie volgend jaar op tournee gaat, in De Roode Bioscoop, een van de leukste theatertjes van de hoofdstad.
Bij het op gang komen van het programma na de pauze haalt Ernst Glerum herinneringen op aan de Zuid-Afrikaanse balling-muzikanten die in de jaren tachtig van de vorige eeuw uitweken naar Nederland en Europa. Een van hen, Sean Bergin, speelde mee in dat heerlijke programma dat aan het werk van Ingrid Jonker was gewijd. Hij overleed in 2012. Glerum memoreert de contrabasis die hij bespeelt ooit te hebben gekocht van Harry Miller, ook Zuid-Afrikaan, die bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Het is een kleine anekdote die vertelt hoezeer de verwantschap tussen Nederlanders en Zuid-Afrikanen, vooral in de cultuur, in die donkere jaren van de apartheid tot in zoveel haarvaten van onze samenleving vorm kreeg. Het is een herinnering, aan de vooravond van de veertigste verjaardag van de Soweto opstand op 16 juni 1976, een protest tegen het Bantoe-onderwijs dat ‘de taal van de onderdrukker’ verplicht stelde, die de angsten en de twijfel die ook uit Krog’s werk spreekt overstemt.
Informatie over de voorstelling: www.roodebioscoop.nl/Theatergroep-Flint/…