Afgelopen zaterdag is Jan Mets in zijn slaap overleden. Zo is er abrupt een einde gekomen aan een markant leven. Hij maakte naam als uitgever van een klein maar belangwekkend fonds dat jarenlang concipieerde op de begane grond van de redactieburelen van De Groene Amsterdammer tegenover de Nederlandse Bank.
Ik kende Jan al wel van boekhandel Pegasus in de Leidsestraat waar hij in de jaren zeventig werkzaam was. Maar we raakten pas echt bevriend in de loop van de jaren negentig. Ik had hem een idee gestuurd voor een boek, een soort anatomische les van het dorp Amsterdam in wat toen nog de Oostelijke Transvaal heette, aan de grens van Swaziland. Ik was er met Kadir van Lohuizen op reportage geweest voor de Haagse Post aan de vooravond van de eerste democratische verkiezingen in 1994. Een half jaar later streek ik er neer met een programmamaker van de VPRO radio voor een serie, Standplaats Amsterdam. Zo was er een fundament gelegd voor een uitgebreid vervolgonderzoek naar een door de apartheid getekende plattelandsgemeenschap die zich opeens in een nieuwe wereld bevond.
Niet lang nadat ik Jan mijn plan faxte, was ik even over uit Johannesburg en liep ik hem in de Utrechtsestraat tegen het lijf. Gulle lach, ruim hangende regenjas over het colbert. ‘Schrijf dat boek maar’, zei hij kortaf. Vier woorden die me in razend tempo naar de zevende hemel parachuteerden. Vier woorden die van een nijver verslaggevertje een Schrijver maakten. Met een toezegging om publicatie van het boek welwillend te zullen overwegen, het verzoek om een beurs bij het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten van harte te ondersteunen en een contract in het verschiet. Een jaar later stuurde ik het manuscript naar de uitgeverij. Toen ik weer in Amsterdam was, begaf ik mij met lood in de schoenen naar Jan’s kantoor om van zijn Oordeel kennis te nemen. Hij opende zelf de voordeur, ik denk met opzet, en ontving me met dezelfde gulle lach waarna hij me op de schouders sloeg. ‘Goed gedaan, jongen. We gaan er een mooi boek van maken.’
Pffff. Even het zweet van het voorhoofd geveegd en me toen een wodka laten inschenken. Half een in de middag.
In 1997 kwam het boek uit. Jan haalde me op van Schiphol en we hadden een prachtige presentatie in een Amsterdams theater. ‘Zingende Pijnbomen’, zoals het boek heette werd geen bestseller – Jan was dol op understatement – maar het bereikte wat geen ander avontuur me nog had opgeleverd: het zelfvertrouwen om nieuwe boeken te bedenken. Een paar jaar later bundelde Jan reportages over het homoleven in het zuiden van Afrika. ‘Moffies’ kwam dankzij Jan ook in Engelse vertaling uit. En in 2008 mocht ik een ‘vriendenboek’ samenstellen ter gelegenheid van Mandela’s negentigste verjaardag.
Bij de uitgeverij ging in de eerste jaren van deze eeuw veel mis. Jan’s privéleven nam een ingrijpende wending. Zo’n acht jaar terug werd hij getroffen door een burn out. De samenwerking met Maarten Schilt, die na de 25ste verjaardag mede naamgever van de uitgeverij werd, liep op de klippen. Een herstart – met enig bravoure en vijf titels presenteerde Jan zijn nieuwe Uitgeverij Mets & Mets – strandde.
Ruim een maand terug, op het terras van Café Edel in gebouw Het Sieraad aan de Postjesweg, waar de uitgeverij enige jaren resideerde, schrok ik van het verval dat ook in Jan’s fysiek had toegeslagen. Hij droeg geen colbert meer en schuifelde langzaam op me af. Toen hij me herkende, was er onmiddellijk weer die gulle lach en een omhelzing.
Hij sprak vol trots over zijn jonge dochters – en het onvermogen om ze van school op te halen omdat hij de loopafstand ernaartoe niet meer wist te overbruggen. Hij vertelde dat hij lid was geworden van de Partij van de Arbeid en beschouwde de wereld.
Eeuwig dankbaar voor de kans die hij me bood, herdenk ik Jan Mets nu er zoveel vele herinneringen door mijn hoofd razen.
Ik schrik heel erg… Jan is mij in de tijd die wij hebben samengewerkt bij Pegasus, zeer dierbaar geworden. Helaas zijn wij de laatste jaren elkaar uit het oog verloren. Vooral veel humor met hem gedeeld, ook veel alcohol! Veel lol nog Jan, waar je ook bent.
Zo triest.
Dank Bart! Treffend ge- en beschreven. Roept vele herinneringen bij me op en die gulle lach: dat is was Jan ten voeten uit. In mijn herinnering zal Jan blijven doorleven.
Rust zacht Jan, herinneringen aan een fijn mens met prachtige smaak en een blijmakende opgewektheid
Dank voor dit zeer herkenbare beeld van Jan. Ik debuteerde bij hem in 2003 met een biografie. Ging op dezelfde enthousiaste manier. Overweldigend bijna. Het tweede boek van mijn hand dat bij hem zou verschijnen ging niet door omdat Mets & Schilt ter ziele ging. Op de foto die jij erbij hebt staan, zit mijn columsbundel ‘Het huisje van Bles’ in zijn jaszak dat hij die ochtend dat deze foto is genomen van mij kreeg. Zijn komst naar Walburg leverde een mooie samenwerking op aldaar. Maar Jan zelf kon daar door zijn problemen toen al geen rol van betekenis meer bij spelen. Zo jammer. Bedankt Jan, rust zacht.
Ach Jan, toch; ik had het hem zo gegund om zijn dochters verder te zien opgroeien. Ik maakte Jan mee in de periode, vanaf medio 2010, dat hij een nieuw begin maakte met Mets & Mets en onderdak bij ons op de uitgeverij vond. Een zeer hartelijk mens, erudiet, levenslustig en met een (soms al te) grenzeloos vertrouwen. Het was daarom des te moeilijker om aan te zien hoe zijn toestand verslechterde. Een jaar geleden belde hij plots op over een manuscript van iemand dat hij onder de aandacht wilde brengen. Hij zou nog bellen voor een afspraak. Mijn bange vermoeden dat het er niet meer van zou komen, werd helaas bewaarheid. Rust zacht, lieve Jan.
Wat een naar bericht. Een paar weken geleden leek het juist wat beter te gaan. De mooie herinneringen blijven aan onze samenwerking rond de Utrechtsestraat. Mede namens Boekhandel Zwart op Wit, Jeroen Koolbergen.
Prachtige, enthousiaste, gulle man, Jan Mets. En zoals jij hem beschrijft, Bart, zo hebben heel veel schrijvers die zich met de wereld betrokken voelen hem leren kennen. Die regenjas, wat wilde hij daar toch mee zeggen? Ik heb het me jarenlang afgevraagd, en dat zal ik blijven doen.
Bart, dank voor je rake typering en mooie herinneringen aan een bijzonder en geliefd mens.
Lieve Jan, rust zacht
Ik schrik heel erg van dit bericht….Het roept herinneringen op toen ik Jan leerde kennen. In zijn kantoor Het Sieraad ontmoette we elkaar voor het eerst. Bloednerveus dat ik met een uitgever over mijn schrijfsels ging praten. Jan nam in een mum van tijd al mijn nerveuze trekken weg. We zouden een mooi boekje gaan maken spraken we af. Toen bleef het lange tijd stil. Een paar jaar later werd het een ander boekje: Vol Hoofd, autistische notities. Een van de vijf titels toen Jan in 2010 een doorstart maakte. Een week voor de presentatie In de Balie zocht ik Jan in zijn nieuwe kantoor op. Het was nog vroeg in de middag. Samen haalden we flink wat haring en dronken wodka. Jan was heel enthousiast. Het was een heel mooi boekje geworden. Ik mocht het zeker geen schrijfsels meer van hem noemen. Na de presentatie in de Balie bleef het echte succes uit. Helaas ging het met de uitgeverij mis. Jan en ik verloren elkaar uit het oog. Ik heb dat jammer gevonden. Hij is altijd in mijn hoofd gebleven.
Ik ben geen schrijver, maar een prater. Net als Jan was. Althans, zo kende ik Jan. En dat leverde mooie verhandelingen op, die nooit ophielden. Nu wel. Ik kwam Jan in maart, kort na de landelijke verkiezingen nog tegen, op weg naar een bijeenkomst van … de Partij van de Arbeid. Strijdbaar, vol lust en vooral heel boos over een verlies van zo’n omvang. Uiteraard nam hij de tijd om helder uiteen te zetten dat het zo niet verder ging. Maar nadien bleef het stil, totdat de tijding bij bereikte dat hij ziek was en niet meer beter werd. Bezoek, nog door mij gepland op de dag van, wat later bleek, overlijden, had eigenlijk geen zin meer. Het wordt weer stiller in onze wereld.
Ik wens alle kracht om dit verlies te verwerken toe aan zijn kinderen Jansje en Lilly, hun Moeder Floortje en uiteraard aan één ieder die Jan was toegenegen.
André Sterk
PS.: wisten jullie overigens dat zijn grootvader nog voor Garibaldi heeft gevochten? Wie schrijft de biografie?
Dat is schrikken. Ik kende Jan zog niet zo lang maar in korte tijd waren wij goede vrienden geworden. Het klikte direct tussen ons. Een geweldige gesprekspartner is heengegaan.
Rust zacht Jan.
Wat een treurig nieuws. Ook bij mij komen heel veel herinneringen boven. Ik kwam hem voor het eerst tegen op een demonstratie tegen de kruisraketten bij vliegbasis Woensdrecht, ik als verslaggever van de Volkskrant, Jan met een standje met boeken en geschriften, als ik me goed herinner samen met de Leuvense uitgever Kritak. Daarna zijn we vrienden geworden. Goedlachs, altijd accent op drie dingen: eten, drinken en een goed gesprek. Meestal de combinatie van die drie. Jarenlang heb ik in de vriezer een fles wodka gehad met een bevroren glaasje, voor als Jan (soms onverwacht) langs kwam. Dat zal dus niet meer gebeuren.
Cor Groeneweg
Bart, wat een droevig bericht. Dank voor dit portret! Hij was ook de uitgever van mijn eerste boek. Leuke man. Waarom Koning Alcohol heeft hem juist heeft willen vermoorden gaat mijn vermogen te boven. We blijven Jan herinneren.
Jemig, wat is dit schrikken. Jan Mets is niet meer. Aan het leven van een bijzonder mens is een einde gekomen. Veel te vroeg. Wat enorm verdrietig voor zijn kinderen waar hij zo blij mee was. Ruim een jaar geleden kwam ik hem na jaren weer eens op straat tegen en meteen was daar als vanouds de gulle lach en een leuk gesprek. Met warme gevoelens zal ik hem gedenken.
Met warme gevoelens denk ik terug aan de vroege jaren ’80. De overgang van Pegasus naar zijn eigen uitgeverij. Het groeiende aantal dozen in opslag (paar titels per jaar kwam er uit) in mijn garage aan de Hoogte Kadijk….en ook: eindeloze gesprekken, stadswandelingen, vrolijke etentjes, Leidsche Kade, Fraunhoferstraat, Haarlem…en inderdaad die geweldige lach…mooie herinneringen met Jan
In 1983 was ik redacteur Buitenland bij Vrij Nederland. Er meldde zich ene Jan Mets. Aardige vent. Zijn verhaal ging over Robert Scheer, lid van de hoofdredactie van de Los Angeles Times en schrijver van het boek With Enough Shovels, dat Jan had laten vertalen. Of ik die Scheer, nu hij in Nederland was, niet wilde interviewen. Het boek ging over de volstrekt simpele houding van veel Amerikanen over de gevolgen van een kernoorlog± kuil graven, tafel, stoelen en bedden daarin, afdekken met een paar deuren en klaar was Yankees. Het werd een mooi interview en Jan en ik waren vrienden.
We zagen elkaar regelmatig, hij kwam ook graag naar het voor hem verre Geervliet, mijn woonplaats. Ik schrok toen hij vertelde dat Maarten Schilt en hij uit elkaar gingen, ik wist dat Maarten zorg droeg voor regelmaat op de uitgeverij en voor een betere verhouding tussen debet en credit. Uitgeverij Mets en Mets, met hoeveel flair ook door Jan geleid, floreerde niet meer echt. Zijn broer Anton sprong bij, nagenoeg tevergeefs. Uiteindelijk bedacht Jan een soort crowdfundingsactie, begonnen met een brief aan vrienden, bekenden en andere relaties. Ik schreef en ondertekende die brief. Er kwamen aanzienlijke bedragen binnen van mensen wier namen ik niet vergeten ben. Jan weigerde verantwoording af te leggen over de besteding van de pecunia, niet aan mij, niet aan zijn broers Anton en Ben. De uitgeverij verschrompelde.
Zijn aanstelling bij de Walburgpers was een buitenkans van jewelste. Toen Jan me vertelde hoe hij ´s morgens voor de kleine meisjes zorgde, daarna in een etablissement met volledige vergunning de ochtendbladen las, bijgestaan door een kopje koffie en een cognacje, sloeg de schrik me om het hart. Dat hij ´om inhoudelijke redenen´, zoals hij dat noemde, binnen korte keren zijn uitgeverskamertje in Zutphen moest verlaten, verbaasde me eigenlijk niet meer. Dat Floortje en Jansje en Lily elders ging wonen / ´tijdelijk´ / volgens Jan, sprak bijna vanzelf.
Ruim twee jaar geleden ontmoette ik Jan voor het laatst, op Asd Centraal. Hij vroeg om geld, ik bood hem een maaltijd aan. Hij had, ondanks ´wat tegenslag´, grootse plannen. Ik suste hem een beetje maar hij remde niet.
Van de hem voorgeschotelde maaltijd genoot hij alleen het aperitief. Over ´de meiden´ sprak hij met de warmte die ze toekwam.
Niet al te veel later zat ik in Leidsestraat in een tram naar CS. Het was hartje winter. Ik zag buiten een man in onze richting schuifelen. In zomerkleren. Het was Jan.
Mijn gedachten gaan uit naar ´de meiden´, Jansje, Lily en Floortje. Jansje en Lily die het al zo vroeg zonder vader moeten stellen, Floortje die aanvankelijk onbezorgde jaren in hun tegendeel zag verkeren.
En mijn gedachten gaan ook naar Jan, die nog zoveel mooie en opbeurende dingen had kunnen doen.
Zouden we tot een soort herdenkingsbijeenmomst kunnen komen=
Ik ken Jan nog uit de tijd dat hij opperhoofd van de CPN afdeling Soest was. Dat was in de jaren 70. Daar er in Soest geen cafe’s waren troffen mijn vriend Gerjan en ik hem te Baarn. Daar waren 2 cafe’ s. Daar werd het ook vaak laat en veel op in de Prombar. In de jaren 80, toen alles veranderde kwam ik hem vaak tegen in Pegasus. Tot mijn verbazing verkeerde hij toen in het gezelschap van het Ruskandbulletin, unverfroren revisionisten met alleen maar oog voor alle ellende in het Oosten. Daar hoorde ik trouwens zelf ook bij. Dit mengen leidde tot vele boekuitgaves door Mets en Schilt, geschreven door ruslandkenners. De laatste keer zag ik Jan bij de boekpesentatie van Michel Krielaars. Iedereen stond, hij zat. Dat vond ik vreemd. Nog vreemder is het dat hij nu dood is. Erg.
Via het NRC van vandaag het eeuwige vertrek van Jan Mets vernomen. Heb Jan meegemaakt op het Baarnsch Lyceum, een markante vent met veel gevoel voor understatement en humor. Een rechtste middelbare school Jan prominent CPN-er wat een ieder mocht weten, maar Jan werd door wie hij was gerespecteerd en/of bewonderd bij vriend en vijand, een goed redenaar die in vnl rechtse discussies vlijmscherp kon zijn. Op het Baarnsch Lyceum is hij zelfs voorzitter geweest van de leerlingen vereniging. Heb zijn sporen verder niet gevolgd, maar vond het bericht tamelijk tragisch