Daar stond het vanmorgen: ‘Het volgen van @wierdduk en het weergeven van de Tweets van @wierdduk is voor jou geblokkeerd’.
Ik was er to-taal niet op voorbereid.
Toegegeven, deze blokkade is aanmerkelijk onschuldiger dan die van Jenny Douwes en haar motorclub waarmee Wierd sympathiseert. Al had ik me toen ik vorige week enige verontwaardiging deelde over zijn haatcampagne tegen de activisten van KOZP natuurlijk moeten realiseren dat dit het einde kon inluiden van wat niet eens zo’n heel slechte relatie was. Nooit heb ik op Wierd gescholden, zelden op zijn aanhoudende berichtenstroom gereageerd. Zijn radicaliseringsproces volgde ik met stijgende verbazing maar ik zocht liever naar een verklaring voor de eenzame jihad die Wierd voerde dan dat ik erop reageerde. Wel zette ik Wierd af en toe even uit. Om op adem te komen. In alle eerlijkheid: dat doe ik met meer mensen en ze bevinden zich aan gene zijde van wat om onnavolgbare redenen ‘het debat’ wordt genoemd.
Maar nu was Wierd wel heel erg uit de bocht gevlogen. In een infographic in De Telegraaf, samengesteld op basis van Wierd’s ‘speurwerk’ werden de integere activisten Mitchell Esajas en Jerry Afriyie in een heel kwaad daglicht gesteld. De laatste afgebeeld met hoodie. Donkere wolken boven de twee. Een web van verdachte financiers en bondgenoten. In dit soort berichten is George Soros nooit ver weg en ja hoor: daar was ie weer. Linksonder in het beeldende overzicht.
Wanneer had ik zoiets eerder gezien? O ja, natuurlijk, in de tijd van de anti-apartheidsbeweging, tweede helft jaren tachtig. Terwijl de beweging steeds meer steun en aanhang verwierf, drukte de krant van haatzaaiend Nederland dag na dag verhalen af waarin dwaze acties van ‘radicale’ activisten – brandstichting, oliepompslangen doorsnijden, een bomaanslag – in verband werden gebracht met de anti-apartheidsbeweging en de anti-apartheidsbeweging met keurige subsidiegevers waarvan we er uiteindelijk veel minder hadden dan individuele donateurs. De Telegraaf campagnes hadden weinig effect al hielden ze ons met regelmaat stevig van het werk. In NRC Handelsblad deed Derk Jan Eppink, die vandaag in zijn eentje een heel partijkartel vertegenwoordigt, er vaak nog een schepje bovenop.
Of misschien was er toch meer effect dan ik me wens te herinneren? Op kantoor kregen we dreigbrieven met kogels erin. Bij Conny Braam werd beveiligingsapparatuur geïnstalleerd en er was politiebewaking.
Gelukkig bestonden er toen nog geen sociale media.
Ik weet niet waar het met Wierd is misgegaan. We waren collega’s bij de VNU kranten en we konden het wel goed met elkaar vinden. Ik had Johannesburg als standplaats, Wierd zat in Moskou, Die post was mij eerst aangeboden. De toenmalige correspondent aldaar belde me toen ik nadacht over het aanbod van de kranten.
“Als je een zwarte vriendin hebt, zou ik het niet doen”, aldus de collega.
“Ik heb een zwarte vriend”, antwoordde ik.
“Dan zou ik het helemaal niet doen”.
Niet dat er een haar op mijn hoofd overwoog om naar deze buitenpost af te reizen. Maar het leek me wel professioneel om te doen alsof ik erover nadacht.
De VNU kranten werden verkocht en en het correspondentennetwerk werd opgeheven. Toen had ik mij allang op nieuwe dingen gestort.
Enkele jaren geleden stelde ik een overzicht samen van de grootste feitelijke onjuistheden in een boek van Martin Bosma. Wierd vroeg of The Post Online het ook mocht publiceren. Ik gaf toestemming zonder er goed over na te denken. Vermoedelijk gaf ijdelheid te doorslag. Zo kwam ik erachter dat dit platform gevolgd wordt door nogal wat mensen die, hoe zal ik het zeggen, over een nogal stevig aangetrokken tongriem beschikken. Het schelden is in dat gezelschap tot een ware kunst verheven. De fantasie is ongebreideld. Zo werd ik, onder veel meer, verantwoordelijk gehouden voor het werpen van brandende autobanden om de nek van politieke tegenstanders.
Tot mijn niet geringe verbazing zag ik dat veel van de volgers van TPO ook tot de sociale intimi van Wierd behoren. Toen besloot ik om Wierd te gaan volgen al klonk dat besluit wellicht iets dreigender dan ik het bedoeld had. Monter klikte ik op de volg-knop van Twitter. En zo zag ik hoe het elke een dag een beetje erger werd.
Ik ga het vast nog missen.