Familiekiekjes documenteren een epische tocht aan de vooravond van WOII van een door de nazi’s bezet Polen naar Zuid-Afrika.
Het verhaal van de jodenvervolging in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw is al vele duizenden keren verteld, in beeld gebracht en anderszins gedocumenteerd. De omvang van het massale vluchten, het onderduiken en het sterven is bekend. Het zijn ijzingwekkende getallen die elk bevattingsvermogen te boven gaan; de systematische uitroeiing waartoe de nazi’s opdracht gaven een overtreffende trap in een van bloed doordrenkt rijtje misdaden tegen de menselijkheid die de westerse ‘beschaving’ voortbracht: slavernij, kolonialisme, apartheid.
Een bezoek aan Auschwitz twee jaar terug deed weinig om bij mij het besef van het gruwelijke verder te doen inzinken. Ik zag de onmetelijkheid van de barakkenkampen en Birkenau en de vitrines waarin ontelbaar veel schoenen en metershoge plukken haar lagen opgeslagen aan me voorbij trekken. Ik hoorde flarden van de uitleg van de gidsen die geen getal onvermeld lieten, geen detail van het wiskundige vernuft waarmee de Endlösung zich voltrok verzwegen. Ik sjokte mee met honderden bezoekers door de gaskamers. En ik voelde niets. Aan kamp 1 ontkomen, zag ik bezoekers hamburgers eten op het terras voor een cafetaria. Bij kamp 2 leunde een meisje tegen de treinwagon die de mensen hier ooit afleverde en maakte een selfie. Mijn verbijstering gold niet het immense drama dat zich hier had voltrokken maar de industrie die er nadien op gebouwd was.
In Everyone is present treedt de Zuid-Afrikaanse beeldend kunstenaar en schrijver Terry Kurgan in de voetsporen van haar joodse voorouders die in 1939, kort nadat Hitler-Duitsland Polen de oorlog verklaarde, wegvluchtten uit Bielsko, zo’n 60 kilometer van Kraków, vlakbij het gebied waar de nazi’s later hun vernietigingskampen inrichtten. Kurgan reconstrueert deze geschiedenis aan de hand van het dagboek dat haar grootvader bijhield en de snapshots die hij maakte. Met behulp van Google Streetview laat ze zien hoe de ooit verlaten omgeving er vandaag uitziet: het appartement, de straat, de wijk.
Het resultaat is een verzameling essays waarin de beelden als een anatomische les ontleedt worden en die de details tonen die je eerst ontgaan. Met evenveel precisie wordt doorgrondt wat door de grootvader is opgeschreven, en hoe Kurgan de dagboekfragmenten verstaat. Zo ontstaat een beklemmende memoire die door de volledige fixatie op een handjevol individuen, haar familie, als de spreekwoordelijke druppel een oceaan van pijn en ontreddering, verlies en ontheemd raken zichtbaar maakt. Maar evenzeer treffen de lezer de even ongemakkelijke als frivole details die het leven van haar grootouders Jasek en Tusia Kallir en hun dochters Leonia en Sophie, Kurgan’s moeder, tekenen. De herinneringen aan de vakanties in Zakopane, het verhandelen van familiebezittingen om de vlucht die van Polen via Roemenië, Turkije en India uiteindelijk naar Zuid-Afrika voert mogelijk te maken, de flirtations van haar oma, het bewateren van de planten kort voordat Jasek de deur aan 14 Teodora Sixta in Bielsko voorgoed achter zich dichtslaat.
Dat moment beschrijft Jasek in zijn dagboek zo:
“I packed a small suitcase with two changes of clothing, our certificates and documents, some photographs, my stamp collections, recipes and experiments, the camera, and then, on second thoughts, my revolver. I left a note for Truda with our adress and telephone number in Lwów, asking her to clear the table, and telling her that on her way out she should leave her keys and an envelope I had prepared with our neighbour, Mrs. Kara. I noticed that my hand was shaking. (…) I watered the plants. I closed the windows. I drew the curtains. I wound up the clock. Then I stood for a while, before I locked the door.”
Juist deze gedetailleerde reconstructie maakt Kurgan’s epos zo indrukwekkend. Na elke afbeelding volgt een verhandeling die de gebeurtenissen verder inkleurt. Waarna je weer terug bladert om op de afbeeldingen de dingen te zien die je eerst ontgaan waren. Om zo te ontdekken hoezeer de beelden je soms op het verkeerde been zetten, misleidden. Dan herken je ook de provocaties die ze soms bevatten. In Everyone is Present komen een indringende en schitterende vormgeving en een prachtige en zeer toegankelijke schrijfstijl samen. Het stelt de lezer in staat om de gebeurtenissen bijna uit de eerste hand te ervaren, mee te reizen, de angst te voelen, de paniek soms, de wanhoop. In al zijn eenvoud roept het boek emoties op, soms volstrekte verbijstering.
De aankomst in Kaapstad, waar de familie zich uiteindelijk vestigt, is niet bepaald welcoming:
June 15th, 1941, Cape Town.
The Jewish Orphanage. We have been here three months.
In the morning we met the Immigration Officer. At the beginning he was not at all pleasant. Het talked about sending us back to India. He asked us why we did not remain in Poland with the Germans, which is where he thinks we belong.”
Dan is er, ergens halverwege Kurgan’s zoektocht, de publicatie van de foto van het op een Turks strand aangespoelde lijk van een Syrisch jongetje. Bijna tachtig jaar nadat haar familie op de vlucht sloeg, doorkruizen honderdduizenden Syriërs Europa. Het roept bij Kurgan misschien wel de pijnlijkste observatie van haar boek op:
An endless procession, carrying their children, their parents, their backpacks, their bundles, much the way my grandfather describes as they walked across the border in exactly the opposite direction,out of Poland, out of Europe, towards Iraq and Syria so many years before.”
Everyone is Present is op de shortlist voor de 2019 Photo Arles Prix du Livres in de foto tekst categorie en op de long list voor de 2019 Sunday Times Alan Paton Award.
Everyone is Present, Terry Kurgan
ISBN 978-0-9947009-6-4
Fourthwall Books, Johannesburg 2018.
Blader door het boek hier http://fourthwallbooks.com/product/everyone-is-present/
Bestellen hier https://www.ideabooks.nl/9780994700964-everyone-is-present-essays-on-photography-memory-and-family-by-terry-kurgan