Gisteravond de opening van de nieuwe Anne Frank tentoonstelling bijgewoond in de voormalige Women’s Goal, de vrouwengevangenis, van Johannesburg. In deze gevangenis, die deel uitmaakt van Constitution Hill, zaten ooit Albertina Sisulu, Barbara Hogan, Winnie Mandela, Lilian Ngoyi en vele anderen gevangen. De opening vond plaats in de centrale hal – met uitzicht op de vroegere ‘solitary confinement’ (eenzame opsluiting) cellen.
Op het puntje van mijn stoel keek ik naar een filmpje over Hannah Pick-Goslar, een jeugdvriendinnetje van Anne Frank, gefilmd in dezelfde gevangenis door een Rwandese filmmaker. Ik luisterde naar Ahmed Kathrada, die 26 jaar op Robbeneiland gevangen zat en stiekem aantekeningen maakte, onder andere over het dagboek van Anne Frank waarvan nooit is vastgesteld wie dit boek stiekem het eiland op had gesmokkeld. Ik keek tussen het publiek door naar een maquette van het achterhuis, die Engelse gevangenen onlangs bouwden, als een eerbetoon, en die nu hier in een andere gevangenis tentoongesteld was. Ik raakte in vervoering van de vertolking van het Afrikaanse Thula, thula door het koor van een joodse school. Ik knikte instemmend toen de directeur van Constitution Hill het publiek vroeg waarom velen van hen wel het Anne Frankhuis bezochten, maar nooit eerder in deze gevangenis waren geweest, waar de pijn van de apartheidstijd nog van de muren afspat? En weer, toen Kathrada betoogde dat Anne Frank niet ‘aan een land behoort.’ Bedoelde hij Israel of Nederland? Ik lachte stiekem toen de journaliste Ferial Haffajee Nederland schetste als het land van ‘liberty’ en ‘humanitarian values.’ (De uitslag van de Europese verkiezingen was nog niet bekend…) En opnieuw raakte ik ontroerd toen Naomi Johnson, een scholiere van Parktown Girls High School in een gloedvol betoog het verdriet van Auschwitz, de vrouwengevangenis, Rwanda, Srebrenica en een Engelse gevangenis vol met ‘gewone’ criminelen aan elkaar reeg. Om vervolgens met het dagboek van een tienermeisje haar tranen te drogen.