hagel


Het regent, onophoudelijk. Het is een teken dat de zomer eraan komt. Alles bloeit. De eikenboom voor het raam, die elk jaar gekapt wordt, is in de afgelopen week met meer dan een meter gegroeid. De weaver heeft de creatie van een nieuw huisje in de boom erachter tijdelijk gestaakt.
Toen ik hier in het begin van de jaren negentig voor het eerst heenreisde, regende het bijna elke middag om een uur of vijf. Donkere wolken trokken samen boven de stad. Eerst klonken er oorverdovende knallen. Daarna kwam het met bakken naar beneden. Na een uur was het weer droog, opgeruimd en fris. Het was een overzichtelijke tijd.
Tegenwoordig kun je er geen peil meer op trekken. Droogtes zijn droger. Hittes zijn heter. Vorige week woei er een hagelstorm over de stad. Stenen zo groot als flinke kolen. In de krant staan foto’s van laaggelegen huizen waar de hagel eerst tussen de naden door naarbinnendrong, toen puien vernietigde en zich tot een meter hoog stapelde. Na een week was nog niet alles ontdooid.
Dan woon je in een tropisch land.