De notulen van de National Security Council Meeting van 27 juni 1975 melden dat ‘het aanmoedigen van de disintegratie van Angola’ het doel is van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Reden: de grote oliebelangen in de enclave Cabinda. Ook melden de notulen dat acties van de CIA om geld en wapens richting rebellen te kanaliseren inmiddels geautoriseerdzijn. Toenmalig Minister van Defensie was James Schlesinger. Toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken: Henry Kissinger.
Vandaar dus. Het is natuurlijk wat kort door de bocht om de Amerikanen nu de verantwoordelijkheid voor een aanslag op een bus met Togolese voetballers in de schoenen te schuiven. In een poging net te doen alsof er niets aan de hand is, plande de Angolese regering wedstrijden in de enclave, waar de rebellen – dat weten we nu dus weer – nog steeds actief zijn. En het Togolese team had natuurlijk nooit met de bus naar de hoofdstad van Cabinda moeten afreizen.
Maar dat de sluipende rebellie een relict is uit de tijd van de Koude Oorlog, en een strijd om de olierijkdommen… dat wou ik toch even gezegd hebben.
Op zoek naar een plaatje bij deze kleine vertelling vond ik een prachtige postzegel uit de tijd van het Portugese kolonialisme. Cabinda is het stipje linksboven aan de kust.