
Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat ik uit militaire dienst kwam. Ik had een jaar lang het vaderland gediend in Den Bosch, Ede, Eefde, Nijmegen en ergens in de buurt van Apeldoorn. Bij de keuring had ik met enige nadruk vermeld dat ik lid was van de CPN. De sergeant van dienst vond dat ’tof.’ Marcus Bakker behoorde met Hendrik Koekoek tot zijn favoriete Kamerleden. Mijn poging om als landverrader te worden geclassificeerd en zodoende aan de dienstplicht te ontkomen, leed daarmee schipbreuk. Tijdens de opleiding meldde ik mij aan als bestuurslid van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen (VVDM), langharig tuig dat zich de onmogelijke opdracht stelde het leger te democratiseren. Mijn activisme werd beloond met verbanning naar een postkamer, het Vierdaagsekamp waar de buitenlandse militairen bivakkeerden en een opslagplaats voor benzine en antivries in de bossen nabij Ede. Het ontbrak in al deze plaatsen nagenoeg aan Nederlandse soldaten op wie enige agitatie losgelaten kon worden.