Vorige week verscheen ‘Minderheid in eigen land. Hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid’ van PVV-kamerlid Martin Bosma. Inmiddels heb ik het pamflet gelezen en er een lange reeks feitelijke onjuistheden in aangekruist. Een kleine selectie.
Zuid-Afrika was een leeg land toen de blanken voet aan land zetten
Bosma schrijft: ‘Mythe: zwarten vormen de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika’ .(…) ‘De monumentale trek van de Boeren is een tocht in de richting van een gebied waar niemand woont’. (…) ‘In het binnenland van het Hogeland geldt dus: Boeren/Afrikaners zijn inheems: de autochtonen. Bantoes zijn allochtonen’. Op het misverstand dat de blanken zich vestigden in een leeg land waren de politiek van segregatie en apartheid gebaseerd. NRC-correspondent Bram Vermeulen las er de nodige bronnen nog eens op na en concludeerde vorige week in zijn krant: ‘klopt niet’. Zie http://www.zammagazine.com/arena/227-the-myth-of-the-empty-land
De Afrikaners hebben de apartheid niet ingevoerd maar afgeschaft
Segregatie was niks nieuws voor Zuid-Afrika maar het stelsel van racistische wetten waaraan de Afrikaner nationalisten na hun verkiezingsoverwinning in 1948 vormgaven, was dat wel. Onder druk van massaal verzet en internationale druk zag het toenmalige minderheidsbewind zich in de jaren tachtig gedwongen een aantal wetten in te trekken. De overgangsgrondwet waarover de onderhandelingspartijen het in 1994 eens werden zet pas echt een streep onder apartheid.
Nazisme en apartheid hebben niets met elkaar te maken
Of het moet zijn dat een flink aantal apartheidspolitici in de jaren dertig Rassenkunde studeerden in Leipzig, zoals de journalist Alister Sparks in een van zijn boeken memoreert. En dat de latere president John Vorster tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen zat vanwege nazi-sympathieen. Net als zijn politiechef, ‘Lang Hendrik’ van den Berg. Bosma doet er goed aan de archieven van de Broederbond, of van de Suid-Afrikaanse Uitsaai Korporasie, nog eens na te vlooien op anti-semitische sentimenten. Levert minstens zo’n dik boek op.
Apartheid Zuid-Afrika kende 17 racistische wetten
Bosma ziet een flink aantal racistische wetten over het hoofd, zoals de Immorality Act, de White Tenants Act, de Seperate Amenities act, Job Reservations Act, Bantu Education Act, Natives Land Act, de Coloured Persons Community Reserves Act, de Aliens Control Act (tegen Aziaten gericht), de Separate Representation of Voters Act, Prohibition of Mixed Marriages Act, de Industrial Conciliation Act (werk voorbehouden aan raciale groepen) en honderden uit deze wetten voortvloeiende regels en strafrechtbepalingen. Daarentegen is het onjuist om bijvoorbeeld de Suppression of Communism Act als racistisch te bestempelen, zoals Bosma doet. Communisten zijn geen ras. Ook de Protection of Information Act hoort niet in zijn rijtje thuis. Die wet legitimeerde de censuur onder apartheid.
Het ANC heeft 114 racistische wetten ingevoerd
Bosma doelt op wetten (of bepalingen daarbinnen) die gericht zijn op regstellende aksie – een Afrikaner begrip dat treffend de essentie van een noodzakelijke inhaalslag verwoordt. Overigens zijn deze wetten niet door het ANC ingevoerd maar, in veel gevallen met steun van meerdere partijen, door het parlement aangenomen. Dat geldt ook voor de wetten die een einde hebben gemaakt aan de discriminatie van vrouwen en homo’s van alle kleuren.
Het aantal dodelijke slachtoffers van de apartheidspolitiek bedraagt 300
In het verloop van het boek zwakt Bosma dit getal nog wat af en spreekt hij van ‘200 tot 300’. Echter, wie de bloedbaden van Sharpeville (1960) en Soweto (1976) bij elkaar optelt, komt op bijna 900. Maar daar bleef het niet bij. In de ‘grensoorlogen’, die Zuid-Afrika in de jaren tachtig in de omliggende landen uitvocht ter verdediging van het blanke bastion, vielen duizenden doden. Mede dankzij de militaire en financiële steun van Zuid-Afrika aan de rebellenbewegingen in Angola en Mozambique lieten in die landen respectievelijk een miljoen en een half miljoen mensen het leven.
ANC Xhosas richtten een genocide aan onder Inkatha Zulu’s
Als gevolg van het geweld van medio jaren tachtig tot de algemene verkiezingen in 1994 kwamen naar schatting twintigduizend mensen om het leven. Tal van, vaak aanvankelijk zeer sceptische journalisten en onderzoekers, hebben vastgesteld dat dit geweld in hoge mate werd aangewakkerd door de veiligheidsdiensten van het toenmalige apartheidsbewind. De architect van wat als ‘black on black violence’ werd voorgesteld was generaal Jack Buchner, die zijn sporen in het blanke Rhodesië had verdiend. Uitvoerig onderzoek, mede gebaseerd op verklaringen van vroegere Inkatha-leden, door de Waarheidscommissie bevestigde dat de die beweging door het Zuid-Afrikaanse leger en de politie van wapens werd voorzien. De opkomst van het ANC in Natal alarmeerde Inkatha-leider Buthelezi dermate dat hij Mandela’s beweging de oorlog verklaarde. In de townships rond Johannesburg transformeerden hostels tot gewelddadige uitvalsbases. Het ANC heeft zeker geen schone handen maar veruit de meeste doden vielen als gevolg van Inkatha-acties. Met genocide heeft dit allemaal niets te maken. Het was een conflict dat met name binnen de Zulu-gemeenschap plaatsgreep.
Inkatha was de grootste anti-apartheidsbeweging
Inkatha had 1 miljoen leden, het ANC 3000, schrijft Bosma. Inkatha had inderdaad veel leden. Wie in het semi-onafhankelijke thuisland KwaZulu een baan wilde, kon ook maar beter over een lidmaatschapskaart beschikken. Het is al even problematisch om van een anti-apartheidsbeweging te spreken. De thuislandleiders werden door Pretoria betaald. Het ANC had indertijd weinig leden. De beweging was verboden en op lidmaatschap stond hoge straffen.
De AABN werd geleid door de CPN
Verschillende historici deden daarnaar onderzoek maar vonden nooit enige aanwijzing die deze bewering staaft. Een studie van Yannicke Goris zie http://www.jhsg.nl/longread-yannicke-goris-de-cpn-en-de-strijd-tegen-apartheid-2/ concludeert juist dat de CPN tot ver in de jaren tachtig weinig interesse had in Zuid-Afrika en de anti-apartheidsbeweging. Dat is pas erg.
De documenten van de Waarheidscommissie lezen als ‘gortdroog proza’
Het is niet onmiddellijk de karakteristiek die in mijn hoofd opkwam toen ik las over de verbranding van politieke tegenstanders op de doodseskaderbasis Vlakplaas, de gedetailleerde getuigenissen over marteling, de reconstructie van tientallen verdwijningen en ontvoeringen, de propaganda-oorlog (‘Zuid-Afrika was een leeg land!’), de halsbandmoorden en de anarchie die om zich heen greep nadat tienduizenden activisten werden gedetineerd in het kader van achtereenvolgende noodtoestanden. Het verslag van de Waarheidscommissie bevat een gruwelijk en adembenemend verslag van een van de vuilste oorlogen in de tweede helft van de vorige eeuw. En ja, ook verschillende ANC-leden maakten zich schuldig aan de schending van mensenrechten. Bosma citeert uitvoerig uit de verschillende onderzoeken die hiernaar werden gedaan. In opdracht van het ANC, overigens.
(Overigens is Thenjiwe Mtintso geen man, zoals het boek beweert, en ben ik niet in 1975 maar in 1984 tot het bestuur van de AABN toegetreden. Ook tweets van volgelingen van de heer Bosma dat ik bemoeienis heb gehad met subsidieverstrekking aan halsbandmoorden moet ik met klem tegenspreken.)