Vorige week dinsdag pleegde de Zuid-Afrikaanse journalist Chris Louw zelfmoord. Hij schoot zich met een AK 47 op zijn boerderij in het noordwesten van Zuid-Afrika door de kin.
Chris was een van de eerste journalisten die ik in Zuid-Afrika leerde kennen. In november 1990 stelde collega Jos Moerkamp me in Kaapstad aan hem voor. Op een stormachtige avond – de ‘Kaapse dokter’ waaide alle straten schoon – aten we snert met koriander gemaakt door Johanita, zijn vrouw. Chris was destijds hoofdredacteur van een Afrikaner tijdschrift, Die Suidafrikaan, dat in wetenschappelijke essays tegen de apartheid ageerde. Aanvankelijk was het een tijdelijk baantje omdat hij nergens meer emplooi kon vinden. Chris nam in 1987 in Dakar deel aan een ontmoeting tussen progressieve Afrikaners en vertegenwoordigers van het toen nog illegale ANC. Sindsdien was hij als kommunisgebrandmerkt en gebroodroofd.
In de jaren erna kwam ik hem regelmatig tegen. Bij het begin van de onderhandelingen tussen het minderheidsbewind en het ANC zat ik naast hem op de publieke tribune.
In die tijd is Chris ook een keer in Amsterdam op bezoek geweest. Ik weet niet meer waarom maar herinner me dat hij met een heel klompie Afrikaners was, die we op een avond een homo-cafe lieten zien, destijds onder Zuid-Afrikanen een enorme attractie. Het was niet Chris’ voorstel geweest om erheen te gaan. Eenmaal binnen keek hij schichtig om zich heen uit een niet heel waarschijnlijke angst besprongen te worden. Ik heb hem toen gerustgesteld waarna het nog een heel genoeglijke avond werd.
Nadat we elkaar een aantal jaren niet gezien hadden, maakte ik contact. Chris’ Open Brief aan de broer van W.F. de Klerk beheerste de Afrikaner media. Chris was op tilt geslagen door de oproep van de broer om het nieuwe Zuid-Afrika te aanvaarden en met het ANC mee te werken. Chris schreef dat mensen als de Klerk, deel van de Afrikaner elite, jarenlang hun volk hadden voorgeschreven wat ze wel en niet moesten doen. Zo waren er tienduizenden Afrikaner jongens naar de buurlanden gestuurd om er zinloze grensoorlogen tegen het communisme te voeren. In zijn kantoor bij de omroep, hij maakte destijds een radioprogramma, liet hij me honderden mails lezen van mannen van zijn leeftijd die op zijn hartekreet hadden gereageerd. Hij had hun bitterheid en woede in woorden gevat. Ze voelden zich verraden door de oude Afrikaner leiders en niet welkom in het nieuwe Zuid-Afrika. Het debat hield maandenlang aan. Er werd zelfs een toneelstuk gebaseerd op zijn brief. Hij was zijn volk voorgegaan in een katharsis.
In de afgelopen jaren heb ik hem niet meer gesproken. Hij vertrok bij de omroep uit frustratie over het aanhoudende wanbeleid van de nieuwe Mbeki-kliek die daar de touwtjes in handen had. In het afgelopen jaar doken er weer stukken van hem op in de Afrikaner pers. Goedgeschreven aanklachten van een teleurgestelde man.
In de uren voor zijn dood heeft hij verschillende cryptische mails verstuurd die het ergste beloofden. Ontvangers die hem belden, kregen geen gehoor. Aan het einde van de middag werd hij gevonden.
Een dag later verscheen er een open brief in het dagblad Beeld, een initiatief van Breyten Breytenbach. Andre Brink is een van de ondertekenaars. De schrijvers zeggen geen idee te hebben van de reden voor Chris’ wanhoopsdaad, maar noemen deze tegelijkertijd ‘symbolisch’. Voor de woede over de misdaad en het isoloment waarin de ondertekenaars zich wanen.
Ik vond het een voorbeeld van afrikaner necrofilie, maar moet oppassen met generalisaties. Inmiddels hebben flink wat mensen zich van de brief gedistantieerd en de ondertekenaars ervan beschuldigd profijt te willen trekken uit de zelfmoord. Want niemand weet wat Chris bezielde. In Beeld kwam een therapeute aan het woord die ‘post traumatic stress disorder’ niet uitsloot. Want ook Chris had in zo’n grensoorlog gevochten. Ook zijn er speculaties over een ‘familietwist’ en ‘financiele problemen.’
Gelukkig heeft hij wel een afscheidsbrief aan Johanita geschreven.