Voor kickboksen heb ik nooit enige belangstelling gehad. De sport kwam alleen, en alweer een flinke tijd geleden, ter sprake in relatie tot de kleindochter van een vriendin die verkering met Badr Hari had gehad. Tot groot ongenoegen van oma en de rest van de familie. De reputatie van de kickbokser was, zacht gezegd, niet vlekkeloos.
Mijn vriendin vertelde dat haar kleindochter de nieuwe liefde had meegenomen naar een familiediner. Hari ging op enig moment tegenover mijn vriendin zitten en vroeg beleefd of zij dat goed vond. “Liever niet”, had mijn vriendin, die zelden van haar hart een moordkuil maakte, geantwoord. Omdat het de enige onbezette stoel aan tafel was, had de kickbokser er zijn conclusie uit getrokken en het restaurant verlaten. Toen iemand aan het einde van de avond om de rekening vroeg, kreeg hij te horen dat deze al betaald was. Het bedrag, dat gezien het aantal gasten toch zeker de duizend euro benaderd moet hebben, was al voldaan. Met een flinke fooi. Hier toonde zich een man die in zijn wanhoop probeerde de liefde van zijn aankomende schoonfamilie te kopen. Ik herkende in zijn actie ook lichte wraakzucht. Het nam me voor hem in.
Een paar weken later was de verkering voorbij.
Onder invloed van de vele media-aandacht liet ik mij gisteravond verleiden om naar het duel tussen Hari en Rico Verhoeven te kijken. Het verslag opende met de beelden van een volgepakte Gelredome met 31000 uitgelaten en vooral bloeddorstige aanwezigen. Op grote schermen zagen ze hoe hun helden zich van de kleedkamer naar de arena begaven – als leeuwen die zich over enkele ogenblikken aan hun Romeinse prooi tegoed gingen doen. De commentator liet weten dat de ene man 1 meter 98 lang was en de ander 1 meter 96. De eerste woog 111,2 kilo, de andere 118. Onderweg naar de ring sloegen ze al een eindje in het luchtledige. Het voorspelde weinig goeds. Hier waren twee bewegende boomstronken bereid om elkaar volledig tot pulp te slaan.
Je wist: van een van deze twee vleesbonken zou straks niks, maar dan ook helemaal niks over zijn.
De regels van kickboksen zijn mij onbekend dus ik vertrouwde volledig op een van de vier (4!) commentatoren en begreep dat Hari zijn tegenstander in de eerste ronde flink in de verdediging drukte. Er werden rake klappen uitgedeeld maar de enige die van pijn in elkaar kromp en zachtje angstkreetjes uitte, was ikzelf. Ik dacht: ‘Jongens, je kunt het er toch ook over hebben?’
In de tweede ronde sloeg Verhoeven terug. Nog steeds lag Hari flink voor waar het het aantal geslaagde meppen betrof maar tot dan toe negenvoudig kampioen Verhoeven leek niet langer kansloos. Daar ging de bel alweer.
De derde ronde duurde nog geen minuut. Hari haalde uit met zijn rechterbeen, draaide enigszins om zijn as, viel op de grond en stond niet meer op. De herhalingen brachten geen duidelijkheid wat er bij die landing nu precies was misgegaan en hoe er een pees had kunnen scheuren, of anderszins. Oneindig veel keren schreeuwde Hari kut en fuck en sloeg met zijn handen op de grond.
Door de valpartij veranderde alles. Was even eerder de vraag gesteld: ‘Wollt ihr den totalen Krieg?’ dan had het publiek zonder enige aarzeling ‘Ja!’ gecandeerd. Nu brak er als donderslag bij heldere hemel opeens vrede uit en daalde een sluier van empathie over de arena. Verhoeven schudde met zijn hoofd en worstelde met de vraag of hij zo opnieuw wereldkampioen wilde worden. Daarna begaf hij zich richting zijn tegenstander die inmiddels onbedaarlijk zat te snikken en streelde onhandig – wat zijn bokshandschoenen toch een ondingen op momenten van grote intimiteit – over Hari’s bolletje.
Laat het in slow motion zien en speel er de openingstune van Candlelight bij en je hebt een suikerzoete kerstfilm met als boodschap: Vrede op Aarde.
Wat een lieve jongens! Had mijn vriendin nog geleefd, ze zou zonder enige aarzeling hebben ingestemd met Badr’s vraag of hij tegenover haar mocht plaatsnemen. Want gisteravond wilden we allemaal wel tegenover, en vooral, aan hem zitten.
Fuck!