Soms wordt je van een angstaanjagend bericht vrolijk. Neem nu de 46 Zimbabwanen die op 19 februari werden gearresteerd, en beschuldigd van hoogverraad, omdat ze naar een videoverslag van de gebeurtenissen in Tunesie en Egypte wilden kijken.
Van Cairo naar Harare: welke lessen kunnen worden geleerd?
Ik kan me goed voorstellen dat de leiders van ZANU-pf het in hun broek doen. Met een oppositie als de MDC valt nog wel te leven. Het opvoeren van geweld in de aanloop naar verkiezingen is in de afgelopen jaren een succesformule gebleken die Mugabe telkens weer in het zadel hielp. Veel politici van de oppositiepartij MDC zijn inmiddels met het pluche vergroeid. De afgescheiden splinter van deze partij leeft zich sinds enkele weken uit in onderlinge machtsstrijd.
In een tekst die Zimbabwekenner Peter Hermes enkele dagen terug op zijn LinkedIn pagina plaatste spreekt teleurstelling en wanhoop. Hij lijkt te suggereren dat Zimbabwaanse ngo’s in de loop der jaren zo vetgemest zijn door westerse donoren dat ze niet meer in beweging te krijgen zijn. Allen hebben de strijd voor democratie hoog in het vaandel staan. Die strijd vertaalt zich doorgaans in vergaderen, workshoppen, strategisch plannen en evalueren.
In de Volkskrant van vanmorgen valt te lezen dat Khadafi’s zoon Saif in zijn dissertatie pleit voor een grotere rol van non-gouvernementele organisaties. Zijn professor is geschokt dat Saif zich in de afgelopen dagen ontpopte als een bondgenoot van zijn dictatoriale vader. Maar misschien begrijpt Saif wel beter dat zijn professor hoe tandeloos deze ngo’s doorgaans zijn.
Daarom word ik er zo vrolijk van als Zimbabwanen de mobilisatielessen van Egypte, Tunesie en straks Libie tot zich laten doordringen. Want die leren dat aan revoluties zelden ngo’s te pas komen.