Reactie van Ineke van Kessel op het Volkskrantdebat ‘Democratie in Afrika – Het wordt nooit wat’, vandaag gepubliceerd in de Volkskrant. Van Kessel is medewerker van het Afrika Studie Centrum en redacteur van ZAM.
Het gaat over Afrika, en dus halen Amanda Kluveld en René Cuperus alle cliché’s uit de kast. Afrika is het continent van de stammenstrijd, en dus kan het daar nooit iets worden met de democratie. Beide commentators ontpoppen zich als tribale fundamentalisten: alles wordt verklaard binnen het referentiekader van de stammenstrijd, de vloek van Afrika. Als er oorlog uitbreekt op de Balkan, als het vredesproces in Noord-Ierland weer eens wordt opgeblazen of als de Russische regering alle Tsjetsjenen neerzet als terroristen, leidt dit nooit tot generaliserende beschouwingen over de inktzwarte toekomst van Europa. Voor Afrika gelden andere maatstaven, want Afrika wil zich maar niet schikken naar ons normatieve wereldbeeld.
Modernisering leidt tot secularisering en individualisering. Dat is de uitkomst geweest van het moderniseringsproces in West-Europa, en dus verlangen wij dat de rest van de wereld dit patroon navolgt. ‘Wij’zijn immers normaal en ‘zij’ moeten zoveel mogelijk worden herschapen naar onze gelijkenis. Maar West-Europa is de uitzondering in de geschiedenis, niet de regel. In de rest van de wereld betekent modernisering niet noodzakelijk het afsterven van religieuze en etnische gemeenschappen. Een globaliserende wereld roept tegenprocessen op. Globalisering gaat gepaard met een versterking van etnische en religieuze identiteiten en groepsverbanden. Dat geldt ook voor Afrika. Niet omdat Afrika wordt bevolkt door achterlijke types die niet weten wat goed voor hen is, maar omdat etnische en religieuze gemeenschappen vormen van sociale samenhang en zekerheid bieden die de staat niet aan zijn burgers kan leveren. Dergelijke gemeenschappen zijn ook een vorm van sociaal kapitaal: op basis van onderling vertrouwen worden zaken gedaan en wederzijdse diensten geleverd. Chinese kongsi’s, Senegalese moslim broederschappen en Somalische clans onderhouden wereldwijd netwerken waardoor hun leden overal handel kunnen drijven ook zonder contanten op zak. De leden vertrouwen elkaar omdat zij behoren tot eenzelfde familie, eenzelfde clan, dezelfde etnische groepering of dezelfde religieuze gemeenschap. Daar is niets mis mee. Problemen ontstaan pas als etnische of religieuze entrepreneurs hun achterban gaan mobiliseren tegen ‘anderen’, andersgelovigen of leden van andere etnische gemeenschappen.
Anders dan Kluveld meent, zijn moderne communicatiemiddelen geen middel om dit gemeenschapsdenken op te blazen. Integendeel, via internet en mobiele telefoon worden etnische en religieuze netwerken wereldwijd onderhouden. Media kunnen zowel een rol ten goede als ten kwade spelen, zoals radio Mille Collines in Rwanda heeft aangetoond. Mogelijk zou het sociale vangnet van de verzorgingsstaat de etnische en religieuze solidariteit kunnen verzwakken, maar die verzorgingsstaat is in Afrika voorlopig niet in zicht. Dus is het vanuit het oogpunt van zelfbehoud alleszins redelijk om andere netwerken en verbanden te onderhouden die de kwetsbare mens enige zekerheid bieden. Afrikanen zijn niet opgesloten in hun stamverband: ze onderhouden daarnaast tal van andere contacten. Ze hebben meervoudige identiteiten, gevormd door etniciteit, religie, sociale klasse, leeftijdsgroep enz.
Kenianen gaan de straat op om te protesteren tegen de ‘gestolen verkiezingen’. Democratie heeft alleen betekenis als er inderdaad iets te kiezen valt, en als de spelregels worden gerespecteerd. Je zou dus kunnen zeggen dat de betogers belang hechten aan de democratie. Er is uiteraard geen enkel excuus voor brute moordpartijen op leden van andere etnische gemeenschappen. Maar hoe gruwelijk de massamoorden in Eldoret en elders ook zijn, het vergt een reusachtige gedachtensprong om maar meteen een heel continent af te schrijven. Afrika is vele malen groter, veel complexer en veel diverser dan Europa. Conflicten zijn –daar en hier- alleen te begrijpen als we ons willen verdiepen in de specifieke context in plaats van gemakzuchtige generalisaties uit de oude doos te halen. En natuurlijk is democratie geen exportproduct.