Chimananda Ngozi Adichie is ongetwijfeld een van de grootste Afrikaanse schrijvers van dit moment. Met haar Half of a Yellow Sun, over de Biafra-oorlog, maakte de Nigeriaanse al diepe indruk; met haar net verschenen verhalenbundel The Thing Around Your Neck voldoet de schrijfster aan de hoge verwachtingen die haar debuut wekte.
Enkele weken terug werd de bundel in Londen gelanceerd. Interviews en besprekingen hadden me nieuwsgierig gemaakt, vooral naar het verhaal Jumping Monkey Hill dat een schrijversworkshop in Kaapstad tot onderwerp heeft. Vandaag was dan eindelijk het boek hier in Johannesburg verkrijgbaar. Ik heb het meteen gekocht.
Genadeloos vermaalt Adichie de Kaapse werkelijkheid tot fictie. In een kwasi-Afrikaanse lodge, waar de zwarte deelnemers aan de workshop bij de overige, blanke, gasten zekere angstgevoelens oproepen, doceert professor Campbell, een man ‘met groenige tanden’, de deelnemers uit Kenia, Tanzania, Senegal, Uganda, Nigeria en Zuid-Afrika, hoe je een goed verhaal schrijft. Campbell lijkt zelf niet door te hebben hoe absurd zijn opmerkingen aan het adres van de Senegalese, die een verhaal schreef over haar overleden lesbische partner, zijn. Dat verhaal is, volgens Campbell, ‘niet Afrikaans.’ Ook het verhaal van de hoofdpersoon, een kwellend relaas over het van sexisme doordrenkte Nigeria, kan zijn goedkeuring niet wegdragen. Overdrijft ze niet een beetje? Nigeria heeft toch vrouwelijke ministers?
Veel Afrikaans schrijftalent haalt de Nederlandse boekwinkels niet – Ngugi waTh’iongo, Mandla Langa, Pettinah Gabbah, uitgevers wakker worden! -maar gelukkig verschijnt Adichie’s bundel later dit jaar bij De Bezige Bij.