De verleiding is groot om de nieuwe Amerikaanse campagne tegen warlord Joseph Kony met grote scepsis tegemoet te treden. Wat zijn precies de beweegredenen van de initiatiefnemers? Het gonst inmiddels van de speculaties. De jacht op Kony zou kort voor de Amerikaanse verkiezingen naar zijn hoogtepunt groeien en zijn vangst zou kandidaat Obama dan extra winst opleveren. Het productiehuis dat het youtube filmpje over Koni maakte zou zich vooral door commerciele motieven laten leiden. De Amerikaanse regering zou een omvangrijker interventie van Oeganda voorbereiden. Enzovoorts.
In DWDD gaf radiomaker Andrew Makkinga uiting aan irritatie, woede zelfs, over de zoveelste campagne die ‘Afrika’ terugbrengt tot de hel op aarde, slagveld van kindsoldaten, genitaal gemutileerden, aidswezen, warlords en machtswellustelingen.
Op het filmpje is zeker veel aan te merken. Kony opereert allang niet meer vanuit Oeganda; het gebied waar hij ooit heerste (het noorden) is Konyvrij en volop in ontwikkeling. Een dramatisch hoogtepunt in de documentaire is het handjevol kindsoldaten dat uitgroeit tot een leger van dertigduizend waarna hun portretten vervolgens het gehele continent vullen. Hier maakt de productie zich schuldig aan een grove vertekening van de Afrikaanse werkelijkheid en verwordt ze tot propaganda. Het ontbreekt aan enige analyse van de oorzaken van het conflict waarin een simpele goed en kwaad opdeling geen aanknopingspunten tot begrip ervan biedt.
Niet eerder gaf een campagne aanleiding tot zo veel discussie. Ook in de serieuze media komen de tegens ruim aan bod. Dat was wel anders in de tijd van LiveAid of Biafra. Dat de wereldwijde hulpacties conflicten en honger (onbedoeld) in stand hielpen houden werd pas veel later bekend. De nu opgelaaide discussie is dan ook winst. Hoezeer ik ook verlang naar massaal activisme – en de nieuwe media bieden ons hiertoe vele instrumenten – er is een noodzaak om de consequenties van enig activisme te doorgronden en zonodig aan de kaak te stellen. Hoe goed bedoeld de acties ook zijn. Of wellicht juist als goede intenties het zicht op de werkelijkheid vertroebelen.
Het valt mij op dat sommigen die het voor de Amerikaanse virtuele activisten opnemen er een opleving in zien van wat ooit internationale solidariteit heette. Maar dan wordt er iets over het hoofd gezien. De massale internationale bewegingen die zich in de jaren zeventig en tachtig tegen de oorlog in Vietnam of de apartheid in Zuid-Afrika keerden ondernamen hun acties in nauwe samenspraak met mensen of organisaties ter plekke. In deze nieuwe campagne echter ontbreken die. De slachtoffers wonen in ‘Afrika’ en de ‘oplossing’ komt van ‘ons’ die Kony nu eindelijk eens aan de vergetelheid zullen ontrukken en dwingen tot handelen van wie dan ook. Maar Kony is bekend bij de honderdduizend ontheemden net buiten de gebieden waar hij vandaag de dag opereert, en een veelvoud dat eerder met zijn leger te maken had. En over Kony is een schat aan informatie beschikbaar verzameld door lokale onderzoeksjournalisten of activisten. En wat nog beter is: zij beschikken over ervaringen en inzichten die van het grootste belang zijn voor wie een echte blijvende oplossing wil vinden.
De woede van Makkinga over de huidige overdosis van ellendige verhalen is begrijpelijk. Ze zullen opnieuw het misverstand van een donker en monsterlijk continent aanwakkeren. Maar evenals zwijgzaamheid over de gruwelen is het ongewenst om voorbij te gaan aan de roep van steeds meer Afrikanen om solidair te zijn met hun strijd voor vrede, een beter leven en democratie. Het is de roep van maatschappelijke organisaties, van tweetcommando’s en kunstenaars. Maar wie zich van hun bestaan bewust wil worden en kennis wil nemen van hun kennis en (strategische) inzichten, moet zich verlossen van de superioriteitswaan waaruit dit filmpje, naast alle goede bedoelingen, geboren is.
One thought on “kony en wij”
Comments are closed.