Gisteren presenteerde Oxfam een rapport over landjepik in Afrika, Latijns-Amerika en elders. Multinationale ondernemingen zouden zich op grote schaal land toeeïgenen – een nieuwe uitdrukking van neo-kolonialisme.
In de eveneens gisteren verschenen najaarseditie van ZAM betoogt de Nigeriaanse onderzoeksjournalist Immanuel Mayah dat landjepik nog geen diefstal is. Na uitgebreide research stelde hij vast dat multinationals de stukken land doorgaans niet wederrechtelijk in bezit namen. Ze betaalden ervoor aan de machthebbers, of de met hen verbonden corrupte administraties. Een vorm van handjeklap ten koste van lokale gemeenschappen.
Het Oxfam rapport beschrijft ook hoe Afrikaanse controlecommissies door sommige multinationals bespeeld en in de maling worden genomen. Dat zal best, in veel Afrikaanse landen zijn de instituties van de staat nog zwak. En toch bevalt het verhaal me niet, het bevestigt een beeld van domme, manipuleerbare mensen, geboren slachtoffers. Maar dat is niet de indruk die ik van machthebbers in bijvoorbeeld Oeganda of Nigeria heb: het zijn geslepen op eigen gewin gefocuste figuren met wie het goed zaken doen is.
In de zomereditie van ZAM publiceerde Mayah een al even prikkelende analyse over Shell in Nigeria. Hij noemde het onjuist om de oorzaken van alle kwaad in zijn land in de schoenen van de oliegigant te schuiven. Dat immers, zo betoogde hij, houdt de corrupte machthebbers uit de wind.
Met net als Shell kunnen land kopende multinationals zich moediger opstellen en weigeren om zaken te doen met omkoopbare graaiers. Dat is pas maatschappelijk verantwoord ondernemen.