Het zal nog wel enige tijd duren voordat alle elementen uit Lulu volledig zijn ingedaald. Een wanhopige zoektocht naar liefde van een vrouw, een slang van lichte zeden, de Parijse commune, slinkend aandelenkapitaal, een lesbische verwantschap, Jack the Ripper.
Bij elkaar vormen ze de opera van Alban Berg die gisteravond in het Amsterdamse Muziektheater in première ging. Regie: de Zuid-Afrikaanse duivelskunstenaar William Kentridge wier tekeningen en animaties tevens de basis van een almaar wisselend decor vormden. Het was een droom, een hallucinerende ervaring die vier uur aanhield. Wiegend op de golven van de composities – ‘Moeilijk toegankelijk’? Het zal wel! -, rondtollend in het vergezicht van een caleidoscopisch panorama, ontstegen aan het morsige gefrunnik dat ‘nieuws’ heet. De ene Zuid-Afrikaanse fotograaf heeft een nieuwe internationale prijs nog niet binnengesleept, of de andere presenteert een hartverscheurende choreografie op een van de wereldpodia. En nu dan Kentridge in Eye en op het Holland Festival. Natuurlijk maken Zuid-Afrika kunstenaars (en mijnwerkers, dienstboden en studenten) hun land. Maar in hoeverre groeit uit de bewogen geschiedenis de ongekende artisticiteit die Post Apartheid Zuid-Afrika kenmerkt? Zoveel vragen op de fiets naar huis. En nog lang na gewoeld onder de dekens voordat ik in slaap viel. Nog te zien op 6, 8, 14, 20 , 23 , 25 en 28 juni! ‘Foto’s: Clärchen & Matthias Baus