Op de biografie die Leo Molenaar van Marcus Bakker schreef, valt wel het nodige aan te merken. Het boek is goed geschreven maar de compositie rammelt. Er doet zich van tijd tot tijd een wat merkwaardige stijlbreuk door als Molenaar opeens in de eerste persoon enkelvoud betoogt. Zijn de lange passages over de interne partijstrijd in de jaren vijftig voor een betrekkelijk buitenstaander wel te volgen? Karakteriseer je het conflict dat na de verkiezingen van 1977 in de CPN uitbrak als een machtsgreep van de toenmalige erevoorzitter Paul de Groot, zoals Molenaar doet, of vooral als diens val. Denkt Molenaar echt dat de teloorgang van de CPN in de jaren tachtig kan worden toegeschreven aan twee vleugels, de orthodoxe ‘horizontalen’ en de redactie van De Waarheid? Zo komt het bestuur dat schipperde, papte en nathield – Molenaar behoorde tot de kern ervan – er wel erg goed vanaf.
Om de biografie in De Groene af te doen als ‘stalinistisch’ is echter onzin. Zelden las ik, vooral waar Bakker in de biografie geciteerd wordt, zoveel woede over de verschrikkingen die zich in het ‘reëel bestaande socialisme’ manifesteerden. Al hield hij deze vaak goed verborgen voor een buitenwereld die grotendeels als vijandig werd ervaren.
Maar er waren uitzonderingen. In zijn jonge jaren verstaat Marcus Bakker zich met tal van vrij- en andersdenkenden. Daarop bouwt hij in zijn nadagen voort. Het resulteert onder meer in correspondenties met zijn dochter Marisca, de Remonstrantse dichteres Neeltje Brands, de schrijver Theun de Vries, Max Weisglas, de vader van het vroegere VVD-kamerlid Frans Weisglas en oud-PvdA-politicus Ger Klein. De weergave van deze briefwisselingen vormen het hoogtepunt van Molenaars boek. Mij trof vooral een passage uit de briefwisseling met Brands waarin Bakker memoreert dat hij enkele columns voor de Gay Krant schreef. ‘In een daarvan heb ik verteld, dat voor mij als niet-homo de homobeweging ook bevrijdend heeft gewerkt. De tot voor kort gesloten deuren en luiken van een kamer waren opengestoten, opeens was er licht. Een donker vertrek in mezelf was er niet meer. Alle vergelijkingen gaan mank, maar toch moet je het in die richting zoeken als je mijn weetgierigheid tegenkomt. Wie vindt dat de ‘organisatie’ van de mensheid veranderen moet, zal ook willen weten wat er in mensen omgaat, wat ze bezielt. Wat hun ziel zoekt’, schrijft Bakker.
‘Nooit op de knieën, Marcus Bakker (1923 – 2009), communist en parlementariër’, Uitgeverij Balans.