Fijn dat Arend Jan Boekestijn ons ook na zijn vertrek uit de Kamer af en toe met enormiteiten blijft verrassen. Zoals vanmorgen in een opiniestuk in de Volkskrant: ‘Wees humaan, bezuinig op de derde wereld.’ Er schuilt iets pervers in een discussie over de ontwikkelingshulp in het kader van een bezuinigingsoperatie die is afgedwongen door het schurkengedrag van westerse banken. Met permissie: bijvoorbeeld van partijgenoten van Boekestijn die deel uitmaakten van de leiding van de VSB bank. Maar eigenlijk ben ik het in een aantal opzichten wel met Boekestijn eens: het bedrijfsleven moet een belangrijke rol spelen in het vlottrekken van Afrikaanse economieen, belastinginning geeft burgers invloed op het bestuur (en door hulp voelen sommige regeringen geen prikkels tot het opzetten van een effectief belastingsysteem). Ik weet ook niet of die 0,7% nu zo verschrikkelijk heilig moet zijn. Liever zag ik een progressieve agenda waarop de hulp zich baseert. Dan bepaalt de inhoud ook mede de omvang van de hulp.
Maar Boekestijn’s uitsmijter is tenenkrommend. Ik citeer: ‘Kortom, als we werkelijk de allerarmsten willen helpen, dienen wij ons op de private sector te richten. Daar komt werkelijk duurzame groei tot stand. En daar zal uiteindelijk een middenklasse opstaan die goed bestuur gaat afdwingen.’
Een middenklasse die goed bestuur afdwingt? Veel van de huidige problemen waarvoor Afrikaanse landen zich geplaatst zien is veroorzaakt door de ‘sociale aanpassingsprogramma’ tot wier uitvoering grote donoren als de Wereldbank en het IMF in de jaren negentig dwongen. Die programma’s waren gericht op drastische verlaging van de overheidsuitgaven en het terugdringen van de bureaucratie. Afbraak van onderwijs en gezondheidszorg zijn het directe resultaat van deze programma’s. Ook de bureaucratie is teruggedrongen maar, in veel landen, vervangen door een corrupte kliek. Er is in veel landen een middenklasse opgekomen die, vaak hand in hand met die kliek, aan zelfverrijking hevige impulsen geeft. Soms in nauwe samenwerking met de georganiseerde misdaad, zoals de Camerounese wetenschapper Basile Ndjio vaststelde.
Natuurlijk moet de middenklasse groeien, al was het alleen maar omdat de leden van die klasse zelf de armoede overwinnen, hun families daarvan vaak meeprofiteren en de binnenlandse markt groeit. Maar de les van aanpassingsprogramma’s is dat ze niet vanzelf de onderkant meetrekken, een brug slaan naar de allerarmsten en hen de economie inhalen. Integendeel, de afstand tussen rijk en arm is in het afgelopen decennium in Afrika gegroeid. Ook zie ik de kwaliteit van het bestuur niet verbeteren onder invloed van de middenklasse.
Stop met het herhalen van die versleten axioma’s, Arend Jan, en doe je huiswerk. Je hebt er tijd genoeg voor.