teringziekte

P. is hals over kop ingevlogen uit Nederland om zijn geliefde S. bij te staan in wat, zo lijkt het, zijn laatste dagen zijn. Bij S. werd nog maar enkele maanden terug vastgesteld dat hij seropositief was. Er was een degelijke voorraad afweer maar toch lijkt het noodlot toe te slaan. Ik tik deze regels op zonder precies te weten waarom. Mijn hart huilt al houdt de emotie zich na het zoveelste doodsbericht al enkele jaren verborgen. In een poging tot rationaliseren heb ik mijzelf herhaaldelijk wijs gemaakt meer onder de indruk te zijn van de wijze waarop de Afrikaanse samenleving zich te weer stelt, de scherven bijeenraapt, opvangt, nakijkt, vasthoudt. Maar het blijft een teringziekte.

David. Linda. Simon. Tietsi. Memory. Jacob. Bongani. Harrison. Philip. Peter. Peter. Peter. Raymond. Mpumi. En dan zijn er nog de zuster en de broer en de zwager en de moeder van. De dood had al een tijdje niet om de hoek gekeken. Misschien dat we door het aantreden van een nieuwe minister van gezondheidszorg, die wel goed bij haar hoofd is, en door het afzetten van een president wiens gewetenloze ontkenning honderdduizenden op een dwaalspoor heeft geduwd, even dachten dat het nu over was. Maar dat gaat dus niet zomaar.