Het tijdschrift Zuid-Afrika besteedt deze maand aandacht aan de jaarlijkse Mandela Lezing in Den Haag. Deze werd op 11 februari gehouden door Europarlementarier Hans van Baalen.
Kern van zijn betoog: de wet is de wet. Acceptatie van de wet is voorwaarde tot gelijkheid. Van Baalen schrijft de gedachte toe aan de jeugdbeweging van het ANC die deze in 1949 in haar beginselprogramma opgenomen zou hebben. In dat programma staat overigens dat iedereen voor de wet gelijk MOET zijn, maar dat, toen, niet was. Toch net iets anders davn van Baalen beweert.
De hoofdredacteur van het tijdschrift Zuid-Afrika Bart de Graaff voegt aan Van Baalen’s betoog fijntjes toe dat Mandela er in de jaren vijftig voor koos om de Zuid-Afrikaanse wet niet langer te gehoorzamen. In 1960 riep Mandela zelfs op om het regime in zijn land ook gewapenderwijs te bestrijden. De Graaff verwijst naar de Franse filosoof die pleitte voor ‘law beyond legality’ en ‘law above other laws’. Het gaat er dus om de essentie van het recht te respecteren, niet de wetten zelf als die onrecht legitimeren.
Daarover had van Baalen het woord moeten voeren als hij recht had willen doen aan het gedachtengoed van de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder wier naam nu misbruikt wordt ter verdediging van een beleid dat de ontkenning van ‘vreemde’ identiteiten afdwingt als voorwaarde tot gelijkheid. Daar vind ik in Mandela’s teksten geen enkele rechtvaardiging voor. Van Baalen’s toespraak is dan ook een duidelijk voorbeeld van blasfemie