Een groot vermogen om zichzelf als de oorzaak van veel ellende te zien compenseren Nederlanders vaak met een overtuiging de problemen elders in de wereld te kunnen oplossen. Zuid-Afrika is een goed voorbeeld van deze misverstanden. Zo was apartheid onze schuld en dus moesten wij er een einde aan maken. Ik kan mij in beide standpunten niet vinden. Apartheid is in tegenstelling tot wat nog vaak gedacht wordt geen Nederlands woord maar een typisch Afrikaner constructie. En apartheid is geen Nederlands exportproduct. Onmiskenbaar werkten mensen van Nederlandse oorsprong mee aan de ontwikkeling en uitvoering van dat systeem, evenals het nageslacht van Franse Hugenoten en Britse imperialisten. Veel Nederlanders sympathiseerden ooit met de Boeren in de Transvaal en voelden een taal – en stamverwantschap. Nederlandse regeringen aarzelden tot op het laatste moment om in te stemmen met de idee van algemeen kiesrecht en vonden dat de Zuid-Afrikaanse blanken het tempo van de veranderingen moesten bepalen. Maar dat maakt Nederland nog niet tot de bedenker van het kwaad van de apartheid. Hiermee is niet gezegd dat Nederland geen verantwoordelijkheid moet nemen voor verschrikkingen als slavernij of kolonialisme ook al waren er in Nederland altijd mensen die zich solidariseerden met hen die daartegen de strijd aanbonden.
Hulpstromen die vanuit Nederland naar ontwikkelingslanden op gang komen, zijn vaak gebouwd op de idee dat wij daar de boel op gang moeten krijgen. Ik hoorde het gisterochtend nog iemand zeggen in de TROS Nieuwsshow. Een voor de rest zeer overtuigend pleidooi tegen de belastingparadijzen die Afrikaanse landen ruim 100 miljard euro onthouden werd besloten met precies die conclusie: Afrika heeft een mooie toekomst als wij erin slagen om het continent op gang te krijgen.
Ik vind dat mensen in die landen dat zelf moeten doen. En dat wij solidair moeten zijn met hun strijd voor rechtvaardigheid. Wie inzoomt op het maatschappelijk verzet en het talent om tot de verbeelding sprekende oplossingen te presenteren in veel Afrikaanse landen staat verstelt van de omvang.
Vanmorgen hield Roeland Muskens in een gesprek op de VPRO radio de Nederlandse anti-apartheidsbeweging verantwoordelijk voor het ontbreken van een sterke oppositie in Zuid-Afrika. Nu is het onvermogen van politieke partijen om het ANC van de troon te stoten onze schuld. Het ANC zal in dat land bij de verkiezingen van aanstaande woensdag weer dicht in de buurt van een twee-derde meerderheid komen. Muskens wijt dat in hoge mate aan de ‘chantage’ die ANC sympathisanten destijds inzetten om geldschieters als de Europese Unie tot financiele ondersteuning aan de club van Mandela te dwingen. Er werd niet gekeken naar andere groeperingen als het PAC of Inkatha. En daardoor vormen die partijen vandaag geen alternatief voor het ANC.
Muskens betoog rammelt aan alle kanten en doet afbreuk aan de gedegen studie die hij naar de geschiedenis van de Nederlandse antiapartheidsbeweging deed en waarop hij onlangs promoveerde. * De voorstelling van zaken alsof de EU destijds het ANC omarmde is volslagen onjuist. Wel werd de aanhoudende weigering om de eisen van de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsbewegingen om de economische druk op het blanke minderheidsbewind op te voeren afgekocht met steun aan humanitaire projecten van het ANC, of daarmee verwante maatschappelijke organisaties. Het principe ‘one person one vote’ achtte tal van Europese regeringen, waaronder de Nederlandse, tot eind jaren tachtig niet geschikt voor Zuid-Afrika.
Ook de Inkathabeweging kreeg vanuit Europa veel geld, onder meer vanuit de Duitse christendemocratie. Uiteindelijk verspeelde Buthelezi zijn internationale krediet door bewezen betrokkenheid bij de aanstichting van geweld en deelname aan een ‘derde macht’ die de Zuid-Afrikaanse overgang naar democratie wilde voorkomen. Ik kan mij een voorkeur om aan die club geen fondsen te verstrekken goed voorstellen. Overigens besloot Inkatha pas acht dagen voor de eerste democratische verkiezingen hieraan mee te doen. Welke campagne had men moeten steunen?
Dat het PAC in de aanloop naar de verkiezingen gewelddadige aanslagen pleegde op kerken waarbij verschillende blanke slachtoffers vielen, moedigde ook niet aan de beurzen nu eens flink open te trekken.
Toch hadden vertegenwoordigers van de Nederlandse regering ook deze beweging al eerder financiele steun toegezegd. In tegenstelling tot een voorstel van de toenmalige minister Pronk besloot het Nederlandse parlement om alle partijen in Zuid-Afrika te steunen in de aanloop naar die eerste verkiezingen. Zo gingen ‘wij’ daar de meerpartijendemocratie instellen.
Dat het zo droevig gesteld is met het partijpolitieke landschap in Zuid-Afrika heeft weinig te maken met de toenmalige geldstromen. De Nationale Partij diskwalificeerde zich door de gruwelijke geschiedenis waarvoor deze partij verantwoordelijkheid droeg. De Democratie Alliantie doet het elke verkiezing een beetje beter maar slaagt er niet in door te breken naar de massa van het zwarte electoraat. Dat heeft veel te maken met haar onrealistische intentie om de privileges van haar oorspronkelijk blanke aanhang te verzoenen met de onvrede die leeft onder delen van het zwarte electoraat. De partij durft geen keuzes te maken. Inkatha’s ineenschrompeling, daar heeft Walter Felgate, een oud-medewerker van Buthelezi, op gewezen is vooral het resultaat van verstedelijking in KwaZulu-Natal. Zodra de in die provincie woonachtige Zoeloes zich hebben onttrokken aan intimidatie van lokale chiefs stappen ze over naar het ANC.
Natuurlijk zijn geldstromen van invloed. En een discussie over de richting waarin ze voeren is prima. Maar dat ze de uitkomst van de verkiezingen aanstaande woensdag bepalen? Ammehoela.
*Aan de goede kant, biografie van de Nederlandse anti-apartheidsbeweging 1960 – 1990, Uitgeverij Aspekt, ISBN 9789461534743