Category Archives: blog

Beetje twijfelachtige spotprent

Ik vind dat de Zuid-Afrikaanse cartoonist zich hier toch een beetje vergaloppeert. Zuma’s advocaten onderzoeken alle juridische mogelijkheden om een proces te voorkomen. Dat is hun goed recht, dat is nu juist het principe van de rechtsstaat.

Verder blijft die douchekop op zijn kale schedel natuurlijk leuk.

 


Achteruitgangsgeloof

Niet eerder meegemaakt: ik was het volledig eens met een stuk van Sietse Bosgra in de Volkskrant van afgelopen dinsdag. In een feitelijk relaas memomeerde hij hoe ooit De Telegraaf zijn adres en telefoonnummer in de krant afdrukte. Dagenlang werd er tot diep in de nacht gebeld en arriveerden er dreigementen per brief. Dat was ook bij de AABN geen onbekend verschijnsel.

Maar door het stuk kwamen ook de herinneringen aan ’s mans consistente achteruitgangsgeloof weer opzetten. Nooit ging het goed, altijd had de vijand een nog genadelozer slag in voorbereiding. Aan de vooravond van Mandela’s vrijlating vroeg hij zich tijdens een landelijk beraad met anti-apartheidsgroepen af tot welke problemen deze felbevochten vrijlating zou kunnen leiden. Was Mandela niet ingepakt door het blanke minderheidsbewind? Zou hij wel de parolen van de strijd verwoorden? Hoe moest het nu met de acties tegen Shell?

Mandela kwam vrij, Bosgra sprak van ‘een stapje vooruit’ en de wereld vierde feest. Enkele maanden later kocht het ANC het hoofdkantoor van Shell in Johannesburg. De geschiedenis heeft scherpe tanden, zei Joris Ivens.

Want dat staat me toch het meest tegen in een deel van de actievoerende tachtigers. Die houding van dat het nooit wat wordt. Dinsdagavond woonde ik een bijeenkomst over Angola bij in Felix Meritis. Fineke Diamand voerde een onderhoudend en informatief gesprek over de ontwikkelingen in dat land. Het werd met regelmaat onderbroken door rusteloze Angolezen die om een debat riepen. Die ellende van vroeger, dat hadden ze nou wel gehoord. Angola was in een nieuwe versnelling geraakt, er worden wegen aangelegd, centra hersteld. Daar wilden ze het over hebben. Ik hoorde een Nederlander zeggen dat we ons geen rad voor ogen moeten laten draaien. De Angolese regering zet haast achter de opbouw om stemmen te winnen, riep-ie. Maar mag dat niet? Tegen het einde van de avond lieten woordvoerders van de ontwikkelingsorganisaties nog weten dat er op het platteland niets gebeurt en dat iedereen nog steeds straatarm is. Zucht.

Nu ligt er een folder van NiZA voor me. Een woordvoerder van een Zuid-Afrikaanse ngo meldt dat de apartheid in zijn land weliswaar is opgeheven maar voortduurt in de mijnindustrie. Zou het? Hebben de vakbonden dan niets bereikt? Speelden die geen sleutelrol in de victorie over apartheid? Vorig jaar was ik in Rustenburg waar de platinum ontginning werk biedt aan tienduizenden mensen. Sommigen klaagden over de werkomstandigheden, buitenlandse arbeiders zouden minder dan het minimumloon accepteren en daarmee de positie van de vakbonden ondermijnen, er was een zichtbaar gebrek aan voldoende sanitaire voorzieningen. Maar apartheid? Welnee. Dat was een wettelijk systeem dat de ongelijkheid tot wet verhief. En dat is afgeschaft op 27 april 1994.

  


Zelfde liedje

Waar doen me al die PvdA-ers bij de Canal Parade ook alweer aan denken? O ja, de vredesbeweging. Eerst geen sjoege geven, ingewikkeld, ingewikkeld, het gaat om het machtsevenwicht, geen eenzijdige ontwapening… En als het onderwerp echt sexy is geworden met zijn allen op de boot springen. Door dit sektarisme van de sociaal-democraten werd zo een brede beweging naadloos in partijpolitieke doelstellingen geperst. Wie tegen kruisraketten was, was voor de PvdA.

Met de anti-apartheidsbeweging van hetzelfde laken een pak. Misschien met wat minder succes – we hadden ons lesje geleerd – maar in aanpak niet verschillend. Eerst veel twijfel bij het ANC maar toen de aanhang daar geen last meer van had een bezoek van Mandela aan Amsterdam aangrijpen voor de verkiezingscampagne van de partij.

Nu dienen de homo’s het verlangen van deze strompelende partij om het geschonden blazoen weer op te poetsen. Maar in feite heeft de partij de boot al lang gemist.


Een huis in Mozambique

Is het nu zo dat ZKH Willem Alexander en HKH Maxima eerst plechtig moeten verklaren dat zij goed voor alle eilandbewoners zullen zorgen, een infrastructuur zullen bouwen en een openluchttheater, 200 Senseo’s zullen uitdelen, ov jaarkaartdeskundigen zullen invliegen, zich uitsluitend per fiets over het eiland zullen bewegen en ALLE zwarten aardig zullen vinden voordat zij een tweede huisje in Mozambique betrekken?

Vragen we dit ook aan de honderdduizenden Nederlanders die zich – Verdonk Moe – in het buitenland vestigen. Of daar een vakantieverblijf bezitten?

Als het aan mij ligt, gelden er twee voorwaarden: het personeel een goed salaris betalen (ze kunnen wel van 1 dollar per dag rondkomen, maar ze willen dat niet) en boodschappen doen bij de lokale kruidenier. Verder geen gezeur.


Het huis is er nog niet. Het uitzicht wel.


Afrika in Den Haag

Uitnodiging vandaag in mailbox:

Bijna is het zover: eindelijk lekker dansen op de leukste popmuziek ter wereld (zie
aangehechte flyers)…  Komt zondag 13 juli vanaf 15 uur allen (met ‘kind & kraai’)
naar de Regentenkamer, Lange Beestenmarkt 106,  Den Haag (vlakbij Paard van Troje,
Prinsengracht/Grote Markt, diverse trams en niet ver van HS…).   Wil je om ca. 18
uur ook van een Indische maaltijd à ? 8.- genieten, reserveer dan per omgaande
(uiterlijk vrijdag 11/7) via dit e-mail-adres: info@regentenkamer.nl  of tel./fax
070-3658612 …    Tot zondag!?!    Quato

Einde bericht

Een Haagse middag met een Indische maaltijd – Haagser kan het niet.

 


De afgrond van Doris Lessing

‘Tussen de slimme, vooruitziende mensen van deze wereld en de mensen zonder verbeelding is er een afgrond waar we misschien op een dag allemaal in zullen vallen.’ Een regel uit ‘Alfred & Emily’ van Doris Lessing. Ik lees en herlees hem in de sneltram naar Amstelveen.  

In haar nieuwste boek fantaseert Lessing een ander leven van haar ouders bij elkaar. Na een toelichting volgen de twee geschiedenissen, naar waarheid. Mensen getekend door een wereldoorlog, de eerste, waarvan we ons nog nauwelijks realiseren wat deze heeft aangericht, op zoek naar een nieuwe wereld, het vroegere Rhodesie.

Doris Lessing klaagde onlangs dat ze door de vele interviews nadat ze de Nobelprijs won nog nauwelijks aan schrijven toekomt. Laat haar schrijven!  


Tussen trots en twijfel

Een lichte aarzeling overwonnen en toegegeven aan een gevoel dat me al tijden niet overvallen had. Het hielp dat Coen Stork in NOVA met pretoogjes betoogde dat ambassades soms ‘iets meer’ moeten doen. Hij memoreerde ooit onderdak te hebben verleend aan een Roemeense mensenrechtenactiviste. Op de vraag van de toenmalige minister van buitenlandse zaken, Van den Broek, of hij soms een asielzoeker in huis had (brrrrrr!), antwoordde hij gedecideerd: ‘Nee, het is een gast.’ De tijden zijn gelukkig veranderd, nu ja dat gevoel bekruipt je.

En dan knaagt er weer twijfel. Een band geboekt voor het Afrika festival krijgt geen visum en komt het land niet in. Van de tien Nigeriaanse kunstenaars wier werk vanaf donderdag in Galerie 23 te bezichtigen is, kwam er aanvankelijk geen een het land in. Na stevige druk door de sponsors van Heineken mochten er dan vier. Vier potentiele asielzoekers kunnen we waarschijnlijk nog net aan in het Gesloten Tijdperk.

Maar daar is het weer, dat gevoel van toch mooi dat Tsvangirai welkom is in onze ambassade in Harare. Ik ben, daar komt-ie: trots op Nederland. Althans, een beetje.

Gisteravond hoorde ik Ton van der Lee op de radio. Nadat hij van Kaapstad naar Cairo reed, gaat hij begrijpelijkerwijs als Afrika-deskundige door het leven. Van der Lee noemde Tsvangirai ‘laf’ want in een democratische strijd moeten offers worden gebracht. Zelden iemand van de zijlijn zo’n aanmatigend oordeel horen vellen. Dat maakt me dan weer minder trots op Nederland.

Ook nog Gordon Brown in het Journaal Tsvangirai horen uitspreken. Dat klonk als Tswankirri. Dat doen wij dan weer beter.


Het spannende broekje

Door P. had ik mij laten verleiden om mee te gaan naar een avond van het COC en de PvdA in Het Sieraad in de Baarsjes. Aanleiding vormde een ongemakkelijke uitspraak van een PvdA-raadslid over homo’s. Ik ben vergeten hoe die luidde maar herinner me nog wel dat ik destijds over alle ophef dacht: overdrijven we niet een beetje – het kind heeft haar hart gelucht.

Maar nadat zij door de fractieleider bestraffend was toegesproken, ging zij bij wijze van persconferentie op haar knietjes en herhaalde en herhaalde en herhaalde dat ze dol was op homo’s. Als ze het voor het zeggen had gehad, was ze er zelf ook een geworden.


Deze avond bewees dat ons homovolk de weg kwijt is.

Iedereen was er natuurlijk, van Dolly Bellefleur tot Matthias Duyvis tot Thomas von den Dunk. Wethouders, de voorzitter en de directeur van het COC in Amsterdam, ene Dennis. Naast ons zat iemand van wie we afgaand op het uiterlijk zeker wisten dat hij Arabist was maar toen P. hem hiermee confronteerde, ontkende hij dat kwasi verontwaardigd: ‘Ik ben hier als mens!’, voegde hij P. toe.

Er was ook nog een Kamerlid die maar herhaalde dat de PvdA DE emancipatiepartij van Nederland is vermoedelijk omdat Wouter dat er afgelopen zaterdag flink ingepeperd heeft. Ik vond dat beledigende onzin want in emancipatiepartijen komt ons land om. Maar toen een VVD-er in een knalrood shirt, waardoor we abusievelijk aannamen dat hij van de SP was, op hoge toon beweerde dat de VVD de emancipatie al tientallen jaren hoog in haar vaandel schreef, voelde ik al evenzeer een ongenoegen.


Mohammed Cheppi was er ook Toen een jongen hem uitlegde dat er wel vier homofobische Soera´s bestaan – die Islamles waarop Marcouch aandringt is helemaal niet nodig, iedereen weet precies wat er in de Koran staat! – repliceerde Cheppi: ‘Nee, lieve schat, je begrijpt ze verkeerd.’


Maar het ergste was natuurlijk die man van in de vijftig die vertelde dat hij al dertig jaar in west woonde, dat hij er uit de kast was gekomen en zich daar nu weer in verschanst had. Vroeger, zo zei hij, rende ik in een spannend broekje rond de Sloterplas. ‘Dat kan tegenwoordig niet meer!’, riep hij verontwaardigd. P. en ik keken hem nog eens aan en haalden opgelucht adem. Dan had hij ook nog een knaapje mee naar huis genomen en die had – je houdt het niet voor mogelijk – wat gepikt. Dus met ZE wilde hij niets meer te maken hebben. (Nu ja, misschien af en toe eens stiekem begluren van tussen de gordijnen.)


Dolly was op haar best. Het viel P. op dat ze de ogen heeft van Ella Vogelaar maar het haar van Jacqueline Cramer. Enigszins depri verlieten wij het perceel. Bij de nazit op een terras aan het Surinameplein kwam er van een evaluatie weinig terecht. Turkije en Kroatie gingen strafschoppen nemen. Er stopte een auto met drie jongens die op afstand naar het scherm tuurden. Toen Turkije beslissend scoorde, staken wij onze duimen omhoog. Maar de jongens lieten zich een hartstochtelijk Fucking Shit ontvallen zodat wij er achter kwamen dat dit Kroatiers waren. Vervolgens overstemde drieduizend toeterende Turken het goede gesprek waarnaar wij in de uren daarvoor zo´n groot verlangen hadden ontwikkeld. 


KGB

Dat stukje over de Rosenbergs echoot nog na in mijn hoofd. Tot ik me opeens realiseer dat ik zelf mogelijk ook contact heb gehad met de KGB. Nu dertig jaar geleden bezocht ik als waarnemer een congres van de communistische jeugd in Moskou, de Komsomol. Al meteen bij aankomst maakte ik kennis met mijn vaste begeleider, Vladimir. Hij doceerde Nederlands aan de universiteit en had elf studenten. Hij vertelde me dat er dagelijks 10 exemplaren van De Waarheid onder de kiosken in Moskou werden verspreid. En dus was er elke dag 1 student de klos.

Midden op het Rode Plein, waar niemand het kon horen, vertelde Vladimir dat hij thuis enkele grammofoonplaten van Albert Mol had. Dat was me wat!

In later jaren drong tot me door dat dit soort begeleiders tot de vaste medewerkerskring van de KGB behoorde. Ik heb hem niets wijzer gemaakt want mijn opdracht was immers om waar te nemen en om los van de gebruikelijke beleefdheidsfrases geen politieke zaken te bespreken. Het Algemeen Nederlands jeugd Verbond (ANJV), dat ik vertegenwoordigde, had jarenlang geen contact onderhouden met de kameraden in het oosten. Ik werd als het ware als een soort verkenner werop uitgestuurd.

Het leidde nergens toe. Maar ergens in een dossier staat wellicht vermeld dat ik toen ‘contact met de KGB’ heb gehad.  

 


Ethel en Julius Rosenberg


Het is 55 jaar geleden dat Ethel en Julius Rosenberg op de electrische stoel ter dood werden gebracht. Beschuldigd van landverraad – spionage voor de Sovjet-Unie. Op geschiedenisTV werd afgelopen zaterdag de documentaire herhaald die Netty Rosenveld in 1997 over de twee zonen van Ethel en Julius maakte.

Ik ben opgegroeid met afgrijzen over het McCarthy tijdperk. Mijn vader was in 1953 secretaris van het Nederlandse comite dat ijverde tegen de doodstraf voor de Rosenbergs. De leden van dat comite geloofden bovendien in de onschuld van de twee communisten. Ik herinner me in de jaren zeventig met mijn vader naar een toneelstuk op de televisie – die had je toen nog te – hebben gekeken over het drama. Jules Croiset speelde Julius. Uit een ooghoek zag ik de vochtige ogen van mijn vader.

Later deed het verhaal de ronde dat de Rosenbergs wel degelijk gespioneerd hadden. Dat rechtvaardigde de doodstraf op geen enkele wijze, maar toch deed het verhaal pijn. Ik heb het mijn vader nooit durven vertellen.

Dat is maar een geluk want uit de documentaire blijkt dat het in hoge mate onzin is. Over Julius heeft de CIA een document dat erop duidt dat hij wellicht tijdens de Tweede Wereldoorlog een ontmoeting heeft gehad met een KGB agent. En daaruit zijn vergaande conclusies getrokken. Ethel heeft nooit gespioneerd maar werd schuldig bevonden op basis van een verklaring van haar broer. Met het doel het vege lijf te redden – ook hij was gearresteerd, werd beschuldigd van spionage en kreeg uiteindelijk 15 jaar – getuigde hij dat zijn zuster hem voor de KGB gerecruteerd had. De zonen  koesteren tegen deze oom na zoveel jaren nog steeds begrijpelijke haatgevoelens.

De zonen werden na de dood van de ouders liefdevol opgenomen in het gezin van de Meerenpols omdat hun eigen ooms en tantes het niet aandurfden. Vader Meerenpol is componist en tekstschrijver van het hartverscheurende ‘What is America to me?’

‘…a name, a place that I can see

a simple word

democracy

that is America to me…’

In de documentaire zie je een uitvoering door Pete Seegers en Michael Meerenpol, de zoon van Ethel en Julius.  Ik ken het lied uit de mond van Frank Sinatra en beschouwde mijn liefde ervoor als een rechtse faux pas die ik voor mezelf moest houden. Nu weet ik dat het een strijdlied is van het andere Amerika.