Category Archives: blog
Mbeki verantwoordelijk voor opkomst Zuma
De president heeft gesproken. In Polokwane in het noorden van Zuid-Afrika is de 52ste ANC conferentie van start gegaan. Mbeki’s openingsrede wordt live op televisie uitgezonden. De zegeningen van 13 jaar democratie tellen 32 pagina’s. Het is een indrukwekkend overzicht van wat bereikt is.
Maar er zijn ook problemen, vervolgt Mbeki. Sommigen zien in een ANC-carriere een mogelijkheid tot lotsverbetering. Politieke banen leveren materiele voordelen op. In de jacht op posities worden er soms stemmen gekocht. Soms wordt steun met geweld afgedwongen. Het individuele belang wint het van de beweging, de nationale revolutie, de strijd voor de armen.
De kranten schrijven dat het ANC verdeeld is. Is dat zo? Spreek, kameraden,spreek uit wat je dwars zit. Waar gaan onze verschillen dan over? De president roept op tot debat.
De onuitgesproken suggestie is: wie straks bij de verkiezingen voor een nieuwe ANC-leider op Zuma stemt, kiest voor carrierisme en vriendjespolitiek.
Na Mbeki’s toespraak barsten de spreekkoren voor Zuma weer los.
Er is een diepe onvrede over Mbeki’s centralisme. Over het feit dat alles in de afgelopen jaren in het presidentiele kantoor werd bedisseld. Over de wereldvreemdheid van Mbeki-de-intellectueel die nog vrijwel uitsluitend per digitale nieuwsbrief met de buitenwereld communiceert. Over de twijfel die de president blijft zaaien aan het eigen aidsbeleid. Over het misbruik van staatsinstellingen in de strijd tegen vermeende politieke tegenstanders. Volgens Mbeki-biograaf Mark Gevisser acht de ANC-leider zichzelf niet alleen het slachtoffer van samenzweringen maar ziet hij deze ook als een noodzakelijke manier van politiek bedrijven.
Acht jaar na de aankondiging kwam vorige maand dan eindelijk The Dream Deferred uit, het bijna literaire levensverhaal van Thabo Mbeki. Gevisser voerde het woord bij de presentatie in The Great Hall op de campus van de Johannesburgse universiteit. Niet eerder maakte ik een boekpresentatie bij waarvoor je een half uur in de file staat. Gang- en zijpaden gevuld, monitoren in de hal voor de ongelukkigen die er niet meer inkonden. 1500 mensen luisteren ademloos naar de auteur en de navolgende paneldiscussie.
Wat beweegt Mbeki? Hoe moet zijn houding begrepen worden? Waarom ging het zo verschrikkelijk mis? Kan dat hersteld worden en hoe dan?
‘Polokwane’, waar het ANC vijf jaar voor zijn honderdste verjaardag de balans opmaakt, rekent af met een man die zichzelf ziet als een trouwe dienaar van een oppermachtige beweging en die voortgaat in de voetsporen van Albert Luthuli, Oliver Tambo, Walter Sisulu en Nelson Mandela. De waarheid is dat hij van het ANC een gesloten en bange beweging heeft gemaakt.
Het is een tragiek, en een ironie, dat het verlangen naar een open en democratisch ANC, naar een beweging die daadkracht en compassie combineert in de strijd tegen armoede, werkloosheid en aids zich nu lijkt te vertalen in een keuze voor Jacob Zuma.
(Zie volledige toespraak Mbeki: http://www.mg.co.za/ContentImages/327872/political_report.pdf )
Oranjehof
‘Je hebt me nooit verteld dat er hier een Nederlands bejaardenhuis is’, zegt Clifford Charles. Ik ben met een vriendin op bezoek bij de kunstenaar met wie ik in het begin van de jaren negentig bevriend ben geraakt. Clifford was een van de eerste gasten van de Thami Mnyele Stichting, beheerder van een atelier voor Afrikaanse kunstenaars in de Amsterdamse Kinkerbuurt.
Oranjehof, zoals het troosteloze oord in een verre buitenwijk van Johannesburg heet, roept een lange reeks herinneringen op. Ik hoorde er voor het eerst van in 1994 toen ik aan de vooravond van de eerste democratische verkiezingen met vele andere correspondenten op zoek was naar de Nederlandse invalshoek. Ik belde de directeur. ‘Nee hoor, dat is een misverstand. Er wonen hier helemaal geen Nederlanders’, hoorde ik. Later heb ik geconcludeerd dat de man de oudjes niet bloot wilde stellen aan ondervraging door de vaderlandse pers. Ik had mij inmiddels geabonneerd op de Nederlandse Post, het lokale suffertje voor de liefhebbers van hagelslag en haring, en daarin de aankondiging gelezen van de jaarlijkse braderie.
Daarheen heb ik mij vervolgens met toenmalig collega Lolke van der Heide en zijn vriendin Nandy begeven. Op een podium stond een man met een accordeon. Bij ons in de Jordaan en van je hela hola hou ‘r de moed maar in. Er stond een rij van zeker dertig meter richting het krokettenstalletje. De Hollandse Nieuwe was uitverkocht. Nog wel beschikbaar: zoute drop, stroopwafels, potten groente van Hak, nasi. De zon scheen. Kinderen vermaakten zich rond de schommel. ‘Wie?’, schreeuwde de oudste inwoner van het hof. ‘Je klein-doch-ter.’ Het was gezellig.
Dit jaar ben ik er met Evelien Groenink geweest. Ze is vermoedelijk al veel langer vriendin dan de Oranjehof bestaat. Nadat wij ons aan kroketten, loempia’s en speculaas te goed hadden gedaan, besloten we om bij enkele van de aanwezigen te informeren of zij al van de Nederlandse inburgeringscursus hadden gehoord. En dat je er als buitenlander tegenwoordig niet zo maar inkwam. ‘Heel goed’, zei de een. ‘Mooi zo’, de ander.
‘Wat zou u ervan vinden als ze dat in Zuid-Afrika ook zouden invoeren’, vroeg Evelien op haar onschuldigst. ‘Geen enkel probleem’, zei de een. ‘Dat is precies wat er nodig is’, de ander.
‘Zullen we het eens uitproberen?’, vroeg Evelien. ‘Gaat uw gang’, zei de een. ‘Roept u maar’, de ander.
‘Hoe heet de vice president van Zuid-Afrika?’, vroeg Evelien eerst aan de een, en dan aan de ander. Waarna er in alle gevallen een korte stilte viel waarop de een begon te lachen en de ander wegliep. Op die ene mevrouw na. ‘O die zwarte namen weten we niet, hoor. Alleen die van Jonas. Dat is onze tuinman en hij komt uit Malawi.’