escape from pretoria

Click on this link Esacape from Pretoria

Watch this phenomenal documentary, a reconstruction of the escape of three South African freedom fighters from Pretoria Central prison in 1976! It’s breath taking, an incredible account of a most courageous act.

In 1987, I had the privilege of staying at the home of Tim Jenkin, one of the escapees, in Camden, London. I don’t think I ever met a person more shy and less talkative than Tim. I was unaware of his brave history (and, as it later turned out, his then starting involvement in Vula, an ANC underground operation.) Finally, National Geographic has the story on record. It’s an homage to Tim and his fellow escapees Stephen Lee, Alex Moumbaris and to fellow prisoner Denis Goldberg who managed to attract sergeant warder Vermeulen’s attention by chatting about rugby for just long enough… |

Dit is een fenomenale reconstructie van de ontsnapping van drie Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijders uit Pretoria Central gevangenis in 1976. Een adembenemend en ongelooflijk verslag van een zeer moedige actie. Dankzij National Geographic is er nu dit eerbetoon aan Tim, zijn ‘partners in crime’ Stephen Lee en Alex Moumbaris, en, medegevangene Denis Goldberg die sergeant bewaker Vermeulen lang genoeg aan de praat hield met gebabbel over rugby.

In 1987 had ik het voorrecht te logeren bij Tim Jenkin, een van de drie ontsnapten, in Camden, Londen. Ik had geen idee van Tim’s geschiedenis en werd van deze verlegen en zwijgzame man niets wijzer (ook niet van de ondergrondse ANC Operatie Vula waarin Tim op dat moment betrokken raakte.)


Martin Bosma, bedankt!


Enkele weken terug ontwaakte in mij de spindokter. Het was kort voor de Zuid-Afrikaanse verkiezingen. Overal verschenen verhalen met als strekking dat het democratische experiment in Zuid-Afrika mislukt was. In een gesprek met Catherine Keijl op Radio 1 kreeg ik te verstaan dat het ANC bij de aankomende verkiezingen onderuit zou gaan. Op de opiniepagina van de NRC las ik dat de meerpartijendemocratie in Zuid-Afrika niet functioneerde omdat Nederland alleen het ANC gesteund had. Over Mandela werd nog steeds wel met enig respect gesproken. Maar was ook hij niet ooit meer deel van het probleem dan van de oplossing?

Ik raakte van al deze verhalen behoorlijk gedeprimeerd. Natuurlijk gaat er van alles mis in het nieuwe Zuid-Afrika en natuurlijk was Mandela niet onfeilbaar. Maar dat het experiment mislukt was en het ANC hiervoor gestraft zou worden met een grote nederlaag ging er bij mij niet in. Dat het met de meerpartijendemocratie beter kan, lijkt mij evident. Maar hieraan zijn toch vooral de continue blunderende oppositiegroeperingen zelf debet. Dat Nederlandse steun het politieke landschap in het huidige Zuid-Afrika heeft gekleurd vind ik een bewijs van schromelijke zelfoverschatting.

Vorige week had ik het! Al een tijdje gonsde het van de geruchten over een nieuwe zet van PVV Kamerlid Martin Bosma in zijn streven naar een Groot Diets Rijk. Hij zou een boek over Zuid-Afrika hebben geschreven vol karikaturen, onzinnige opvattingen en ontspoorde rederingen. Mandela is een moordcommando. Afrikaners zijn het doelwit van een genocide. Het ANC een terreurorganisatie.

Viavia kreeg ik het manuscript in handen en ik lekte het naar de NRC. Die krant opende er gisteren mee. Vanaf nu is elk onbegrip over Zuid-Afrika ‘geframed’ als extreemrechtse lariekoek uit de hoek van de PVV. Zo extreem dat het zelfs Wilders te ver ging. Dat blijkt uit e mails die de krant publiceerde. Wilders reageerde opgelucht toen uitgever Mai Spijkers besloot Bosma’s boek niet uit te geven.

Misschien 1 minpuntje. Ik schijn in dat boek in het geheel niet genoemd te worden. Pia Dijkstra. Adriaan van Dis, Maartje van Weegen, Wim Kok, Freek de Jonge, ze staan er allemaal in. Terwijl ik toch ook mijn steentje heb bijgedragen.

Maar voor de rest: Martin Bosma, bedankt!


Teeven kan niet rekenen

Jean-Pierre Geelen prikt de berekening van Fred Teeven van het aantal vluchtelingen in de Volkskrant van vanmorgen door. In april meldden zich ‘nagenoeg 1000’ vluchtelingen per week, vier keer meer dan ‘normaal’, aldus de staatssecretaris. Waarna hij in een gesprek met Sven Kockelman voorrekent dat er jaarlijks dus 65.000 bijkomen. Maar als er in het eerste kwartaal 1000 per maand kwamen en vanaf april 1000 per week dan kom je voor dit jaar op een totaal van 39.000. Teeven meldde overigens ook dat er sprake kan zijn van seizoensinvloeden. In deze tijd van het jaar is het minder heet in de sahara. Misschien zijn het er vanaf juni dus weer 1000 per maand.

Maar het is ook mogelijk dat het aantal vluchtelingen naar Nederland toeneemt. Dan moet de discussie zijn: waarom vluchten mensen, hoe organiseert Nederland de opvang en hoe maken we de toelatingsprocedures eerlijk?

Wat leren de cijfers? Dat er volgende week verkiezingen zijn.


treurnis

Wakker geworden met een reportage in het Radio 1 Journaal over een half verlamde bejaarde die van de Gemeente Wageningen een brief had ontvangen met de mededeling dat hij zijn verzorgingshuis uit moest. Omdat ie te kreupel of juist niet kreupel genoeg was, dat werd me niet helemaal duidelijk. Vervolgens kwam de PvdA burgemeester het uitleggen. Uitleggen? Ja, uitleggen. Terwijl hij het besluit natuurlijk had moeten intrekken. Wat zou lijsttrekker Tang gedacht hebben? Daar gaat weer een zetel?

Toen meldde de Volkskrant dat Guy Verhofstadt met lezingen jaarlijks 230.000 euro bijverdient. Daar viel de laatste liberaal voor wie ik nog een beetje respect kon opbrengen van zijn voetstuk.

Op weg naar kantoor liep ik bijna met mijn snufferd tegen een poster van de SP. Ik deinsde terug en las NEE. Met Roemer terug bij af en overal tegen.

Het is maar een geluk dat Tom Lanoye vanavond de Libris prijs wint.


bepalen onze donaties de uitkomst van de zuid-afrikaanse verkiezingen?


Een groot vermogen om zichzelf als de oorzaak van veel ellende te zien compenseren Nederlanders vaak met een overtuiging de problemen elders in de wereld te kunnen oplossen. Zuid-Afrika is een goed voorbeeld van deze misverstanden. Zo was apartheid onze schuld en dus moesten wij er een einde aan maken. Ik kan mij in beide standpunten niet vinden. Apartheid is in tegenstelling tot wat nog vaak gedacht wordt geen Nederlands woord maar een typisch Afrikaner constructie. En apartheid is geen Nederlands exportproduct. Onmiskenbaar werkten mensen van Nederlandse oorsprong mee aan de ontwikkeling en uitvoering van dat systeem, evenals het nageslacht van Franse Hugenoten en Britse imperialisten. Veel Nederlanders sympathiseerden ooit met de Boeren in de Transvaal en voelden een taal – en stamverwantschap. Nederlandse regeringen aarzelden tot op het laatste moment om in te stemmen met de idee van algemeen kiesrecht en vonden dat de Zuid-Afrikaanse blanken het tempo van de veranderingen moesten bepalen. Maar dat maakt Nederland nog niet tot de bedenker van het kwaad van de apartheid. Hiermee is niet gezegd dat Nederland geen verantwoordelijkheid moet nemen voor verschrikkingen als slavernij of kolonialisme ook al waren er in Nederland altijd mensen die zich solidariseerden met hen die daartegen de strijd aanbonden.

Hulpstromen die vanuit Nederland naar ontwikkelingslanden op gang komen, zijn vaak gebouwd op de idee dat wij daar de boel op gang moeten krijgen. Ik hoorde het gisterochtend nog iemand zeggen in de TROS Nieuwsshow. Een voor de rest zeer overtuigend pleidooi tegen de belastingparadijzen die Afrikaanse landen ruim 100 miljard euro onthouden werd besloten met precies die conclusie: Afrika heeft een mooie toekomst als wij erin slagen om het continent op gang te krijgen.

Ik vind dat mensen in die landen dat zelf moeten doen. En dat wij solidair moeten zijn met hun strijd voor rechtvaardigheid. Wie inzoomt op het maatschappelijk verzet en het talent om tot de verbeelding sprekende oplossingen te presenteren in veel Afrikaanse landen staat verstelt van de omvang.

Vanmorgen hield Roeland Muskens in een gesprek op de VPRO radio de Nederlandse anti-apartheidsbeweging verantwoordelijk voor het ontbreken van een sterke oppositie in Zuid-Afrika. Nu is het onvermogen van politieke partijen om het ANC van de troon te stoten onze schuld. Het ANC zal in dat land bij de verkiezingen van aanstaande woensdag weer dicht in de buurt van een twee-derde meerderheid komen. Muskens wijt dat in hoge mate aan de ‘chantage’ die ANC sympathisanten destijds inzetten om geldschieters als de Europese Unie tot financiele ondersteuning aan de club van Mandela te dwingen. Er werd niet gekeken naar andere groeperingen als het PAC of Inkatha. En daardoor vormen die partijen vandaag geen alternatief voor het ANC.

Muskens betoog rammelt aan alle kanten en doet afbreuk aan de gedegen studie die hij naar de geschiedenis van de Nederlandse antiapartheidsbeweging deed en waarop hij onlangs promoveerde. * De voorstelling van zaken alsof de EU destijds het ANC omarmde is volslagen onjuist. Wel werd de aanhoudende weigering om de eisen van de Zuid-Afrikaanse bevrijdingsbewegingen om de economische druk op het blanke minderheidsbewind op te voeren afgekocht met steun aan humanitaire projecten van het ANC, of daarmee verwante maatschappelijke organisaties. Het principe ‘one person one vote’ achtte tal van Europese regeringen, waaronder de Nederlandse, tot eind jaren tachtig niet geschikt voor Zuid-Afrika.

Ook de Inkathabeweging kreeg vanuit Europa veel geld, onder meer vanuit de Duitse christendemocratie. Uiteindelijk verspeelde Buthelezi zijn internationale krediet door bewezen betrokkenheid bij de aanstichting van geweld en deelname aan een ‘derde macht’ die de Zuid-Afrikaanse overgang naar democratie wilde voorkomen. Ik kan mij een voorkeur om aan die club geen fondsen te verstrekken goed voorstellen. Overigens besloot Inkatha pas acht dagen voor de eerste democratische verkiezingen hieraan mee te doen. Welke campagne had men moeten steunen?

Dat het PAC in de aanloop naar de verkiezingen gewelddadige aanslagen pleegde op kerken waarbij verschillende blanke slachtoffers vielen, moedigde ook niet aan de beurzen nu eens flink open te trekken.

Toch hadden vertegenwoordigers van de Nederlandse regering ook deze beweging al eerder financiele steun toegezegd. In tegenstelling tot een voorstel van de toenmalige minister Pronk besloot het Nederlandse parlement om alle partijen in Zuid-Afrika te steunen in de aanloop naar die eerste verkiezingen. Zo gingen ‘wij’ daar de meerpartijendemocratie instellen.

Dat het zo droevig gesteld is met het partijpolitieke landschap in Zuid-Afrika heeft weinig te maken met de toenmalige geldstromen. De Nationale Partij diskwalificeerde zich door de gruwelijke geschiedenis waarvoor deze partij verantwoordelijkheid droeg. De Democratie Alliantie doet het elke verkiezing een beetje beter maar slaagt er niet in door te breken naar de massa van het zwarte electoraat. Dat heeft veel te maken met haar onrealistische intentie om de privileges van haar oorspronkelijk blanke aanhang te verzoenen met de onvrede die leeft onder delen van het zwarte electoraat. De partij durft geen keuzes te maken. Inkatha’s ineenschrompeling, daar heeft Walter Felgate, een oud-medewerker van Buthelezi, op gewezen is vooral het resultaat van verstedelijking in KwaZulu-Natal. Zodra de in die provincie woonachtige Zoeloes zich hebben onttrokken aan intimidatie van lokale chiefs stappen ze over naar het ANC.

Natuurlijk zijn geldstromen van invloed. En een discussie over de richting waarin ze voeren is prima. Maar dat ze de uitkomst van de verkiezingen aanstaande woensdag bepalen? Ammehoela.

*Aan de goede kant, biografie van de Nederlandse anti-apartheidsbeweging 1960 – 1990, Uitgeverij Aspekt, ISBN 9789461534743


20 jaar


20 jaar
Rond elf uur belde Lucia vanuit Shell House. “Niet de stad ingaan’, zei ze, “als ik uit het raam kijk, zie ik overal lijken liggen”. Het was een maand voor de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika. Incidenten volgden elkaar snel op, telkens nieuwe pogingen om het onvermijdelijke te voorkomen. Witte mannen met zwart geschminkte gezichten hadden bloedbaden ontketend. Rechtse boeren trokken zich terug in militaire trainingskampen om zich op een burgeroorlog voor te bereiden. Niemand nam nog de trein van Soweto naar het centrum van Johannesburg. Herhaaldelijk hadden ‘reizigers’ opeens het vuur op medereizigers geopend. In de weken die volgden zou het aangeschoten brandy-coke commando van Eugene Terre’Blanche’s Afrikaner Weerstands Beweging Bophuthatswana binnenvallen. Ze schoten een door de apartheidsmachthebbers aangestuurde dictator, Lucas Mangope, te hulp. Hier regeerde een man die geloofde dat hij God was en zich een afstammeling waande van een Noord-Afrikaanse stam die ooit naar het zuiden migreerde. Het Palace of the Lost City, dat in de jaren tachtig door de Nederlander Bart Dorresteijn naast Sun City werd gebouwd, is een eerbetoon aan dit misverstand. Alles om Mangope te behagen zolang hij danste naar de pijpen van de blanken. Totdat de mensen er genoeg van hadden, de straat opgingen en zelfs het leger van Bophuthatswana zich van hem afkeerde. Na een bloedbad te hebben aangericht, werden de mannen van Terre’Blanche de stad uitgedreven. Er werden er drie aangehouden, uit hun auto gesleurd en standrechtelijk ge-executeerd. Het was allemaal op televisie te zien net toen huisgenoot Ayaz en ik een feestje gaven. Door drie of vier knallen richtten alle blikken zich op het tv-toestel. Gejuich.

Maar vandaag trokken twintigduizend Inkatha-aanhangers richting Shell House, het hoofdkantoor van het ANC. Bewapend met bijlen, panga’s, speren, geweren. Dan wordt vanuit het kantoor het vuur op de menigte geopend. Dan wordt er teruggevuurd en gaat de politie zich ermee bemoeien, in die dagen een recept voor verdere escalatie. Dan belt Lucia. Als het gesprek beeindigd is, omhels ik Kadir van Lohuizen die net uit Nederland gearriveerd is. “Niet de stad ingaan, Kadir. Het is oorlog”, zeg ik. Kadir trekt zijn jack weer aan, pakt zijn camera en gaat de stad in.

Zoveel herinneringen. Ze spoken door mijn hoofd en verstoren mijn nachtrust. De openings-scenes van een leven in Johannesburg dat net had aangevangen. Het begin van de voorlopig mooiste, meest enerverende en gelukzalige, en soms droevigste periode in mijn leven. Gesprekken met geinteresseerde journalisten en een aangrijpende VPRO documentaire – The Bloody Miracle van Bert Haitsma – voeren me naar die tijd terug.
Heimwee.
“Maar al dat geweld … Het had zo mis kunnen gegaan”, zegt iemand. Twintig jaar later bekruipt me de angst dat dat zomaar had gekund. Toen bekroop me geen enkele twijfel dat de ingeslagen weg naar democratie zou leiden. En zo ging het.


Doodlopers


RTL Boulevard (ik beken, ik keek) behandelde vanavond de zaak-Pistorius. We zagen heftige beelden waarop aanklager Nel de moordenaar aanpakte. Ik laat ‘vermeende’ hier weg want Pistorius heeft bekend de fatale schoten op zijn verloofde te hebben gelost. Nel liet eerst beelden zien waarop de hardloper een pompoen aan flarden schoot. Vervolgens werd een foto geprojecteerd waarop de getroffen Reeva Steenkamp te zien was. Zelfde actie, zelfde gevolgen. Nel wilde dat Pistorius de beelden bekeek waarop deze vol emotie uitriep ze al gezien te hebben. ‘Ik was erbij’.

Terug in de Hilversumse studio zagen we misdaadverslaggever John van den Heuvel hoofdschuddend commentaar leveren. Aan compassie met Pistorius geen gebrek. ‘Erg als je dit moet meemaken vooral als straks blijkt dat je onschuldig bent’.

Onschuldig? De man heeft zijn vriendin vermoord. Zijn verweer is dat hij dacht dat het een inbreker was. Erg onwaarschijnlijk want waarom zou de inbreker zich naar de tweede verdieping van het huis begeven als alles van waarde zich op de begane grond bevindt? Maar stel dat Pistorius echt dacht dat zich een inbreker op het toilet had verschanst, is hij dan onschuldig?


van mokro’s en homo’s


Ergens in de tweede helft van de jaren tachtig liet een tweetal ANC-bestuurders zich interviewen door een Brits homoblad. Ruth Mompathi, verbonden aan het ballingenkantoor in Londen, en haar collega Solly Smith, moesten niets hebben van gelijke rechten voor homo’s. Of er straks in het nieuwe Zuid-Afrika van na de apartheid ook homo-organisaties zouden worden toegestaan, was de vraag. ‘Speciale groepen voor minderheden?’, ketste Mompathi de bal terug. ‘Het wordt tijd dat de meerderheid het nu eens voor het zeggen krijgt. We hebben toch ook geen groepen van bloemverkopers!’. Hun uitspraken riepen een stroom van verontwaardiging op. De internationaal secretaris van het ANC, Thabo Mbeki, distantieerde zich van de uitspraken in een ingezonden brief aan het homoblad. Nadat Nelson Mandela begin 1990 was vrijgelaten, het verbod op zijn organisatie opgeheven en de onderhandelingen over een nieuwe grondwet begonnen, verdedigde het ANC het recht op een vrije seksuele orientatie. Die clausule stond later in de grondwet (was nog nergens ter wereld vertoond) en tien jaar later legaliseerde Zuid-Afrika het homohuwelijk. Ruth Mompathi bood onlangs haar excuses voor de uitspraken aan. In een voorwoord van een boek met essays over homoseksualiteit schreef ze niet beter te hebben geweten. Collega Solly Smith werd begin jaren negentig ontmaskerd als een informant van het blanke minderheidsbewind.

De kwestie schoot me door het hoofd toen ik vanmorgen vroeg naar de uitzending van Paul & Witteman van gisteravond keek. Daarin betoogt Eberhard van der Laan dat in onze zoektocht naar een effectieve reactie op Wilders initiatieven vanuit de bevolking centraal moeten staan. De politiek moet zich zeker uitspreken, zei Van der Laan, maar vooral scholen, buurtorganisaties, bloggers, belangenverenigingen, boksers, trambestuurders, redacteuren van RTL Nieuws, enzovoorts moeten van zich laten horen. Dat is precies wat gisteren gebeurde.

En dat is wat er – op microniveau – gebeurde op de dag nadat de uitspraken van Mompathi en Smith het kantoor van de antiapartheidsbeweging bereikten. Ik herinner me dat ik op weg naar dat kantoor erover had lopen nadenken en nuchter had vastgesteld dat er nog een lange weg te gaan was.

Eenmaal op kantoor schoten collega’s toe. Of ik al koffie had? Of ik goed had geslapen? De toenmalige coordinator draaide een beetje om me heen, keek nog eens even naar de collega’s en haalde diep adem. ‘Is er wat?’, vroeg ik. ‘Het zijn domme uitspraken’, begon B. ‘We moeten er niets van hebben’. Het drong tot me door da hij het over het interview in het Britse homoblad had. Andere collega’s knikten instemmend. ‘Trek je het je aan?’, vroeg G. ‘Welnee’, antwoordde ik monter. ‘Ik sta erboven’.

Jaren later belde mijn moeder over een Haagse imam die ervoor had gepleit om homo’s van flatgebouwen af te gooien. ‘Verschrikkelijk’, zei ze. ‘Hij ziet eruit als een kabouter en hij weet niet wat ie zegt’, antwoordde ik. ‘Ik lach erom’.

Maar stiekem heb ik me op beide momenten gekoesterd in het geruststellende besef dat er mensen naast je staan.

Foto: Ontmoeting van Nelson Mandela met de Zuid-Afrikaanse homoactivisten Phumi Mtetwa en Simon Nkoli en de Britse acteur Sir Ian McKellen.


is monique samuel woordvoerder van museveni?

Woensdagavond met stijgende verbazing gekeken naar een gesprek met Monique Samuel in het Vlaamse televisieprogramma ‘Reyers Laat’. Onderwerp: de anti-homowetten in Oeganda. Stelling van Samuel: De ellende is door het Westen aangericht. In het betoog van de politicologe is de opkomst van homoactivisme in Oeganda een gevolg van ‘promotie door het Westen’. Dit is precies wat de aanhangers van de anti-homowetten betogen. Vervolgens ziet Samuel de lobbycampagne van Amerikaans christelijk rechts in Oeganda als een reactie op het homoactivisme. Solidariteit met de Oegandese homo’s en lesbo’s moet komen van Zuid-Afrika. ‘Dat is een Afrikaans land en daar wordt naar geluisterd’, aldus Samuel.

Kort nadat Zuid-Afrika de vrijheid van seksuele orientatie in de grondwet opnam, ontstonden in Oeganda de eerste homogroepen. Als deze activisten al aanmoediging nodig hadden kwam deze van het continent. Van westerse steun, laat staat promotie, van deze groepen was geen sprake. Ik herinner mij eind jaren negentig verschillende mislukte pogingen te hebben ondernomen om de toenmalige Nederlandse ambassadeur in Oeganda tot steun aan enkele vervolgde homoactivisten te bewegen. Op voorspraak van de ambassadeur verklaarde de toenmalige Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Herfkens, dat er van homovervolging in dat land geen sprake was. Na de nodige publiciteit over deze onzin traden Nederlandse diplomaten aan die de vervolging serieus namen.

Samuel’s standpunt dat juist Zuid-Afrika het voor de Oegandese homo’s op moet nemen, overtuigt al evenmin. Dit land wordt door veel Afrikaanse machthebbers gezien als een Europese buitenpost waar blanken nog steeds een zwaar stempel op de ontwikkelingen drukken. De ironie wil dat Zuid-Afrika, wellicht in een poging die indruk weg te nemen, in Kampala een ambassadeur heeft benoemd die bekendstaat als homofoob, en als zodanig door de Zuid-Afrikaanse Mensenrechtencommissie scherp is bekritiseerd.

Monique Samuel volgt in feite de redenering van de dezer dagen vooral vanuit Amerikaanse homoactivistische kringen veelgehoorde beschuldiging dat de anti-homowetten het werk zijn van westerse evangelisten, met name uit hun eigen land. De lobby uit deze hoek is levensgevaarlijk maar de suggestie dat Oegandezen daar domweg als makke schapen achteraan lopen is onzin. De boodschap van de zendelingen landt op vruchtbare bodem. Samuel, op haar beurt, stelt de Oegandese activisten voor als marionetten in handen van westerse homopromotors. Maar de activisten zijn even oorspronkelijk Oegandees als hun belagers. Aan ons is het om in nauwe samenspraak met de activisten de hersens te breken over de wijze waarop we solidair kunnen zijn. Dat ‘wij’ ‘het westen’ vertegenwoordigen mag ons niet verlammen.


Anti-homowetten – Wat er gezegd wordt over Oeganda en wat er wel of niet van klopt

• Homoseksualiteit is onAfrikaans, in strijd met Afrikaanse tradities.

Onzin. Er zijn tal van voorbeelden van homoseksualiteit in Afrika door de eeuwen heen. Soms bestaan daar in lokale talen woorden en begrippen voor, soms niet. Nieuw in Afrika, want van de afgelopen twintig jaar, is homoactivisme, de vorming van organisaties, ‘gay prides’ en hulplijnen.

• De koloniale bezetters hebben de homohaat in Afrika gezaaid.

Niet gezaaid, wel aangemoedigd. Afkeer van wat afwijkt is van overal en in alle tijden. Vooral de Britse koloniale grootmacht zag in Afrikanen perverselingen die geciviliseerd moesten worden. Vandaar die door koningin Victoria geinspireerde anti-homowetten.

• Amerikaanse evangelisten voeren de regie van de Oegandese homohaat.

Niet de regie. Afrikanen laten zich niet zomaar voor een karretje spannen. De evangelisten zijn in verschillende Afrikaanse landen wel erg actief in het prediken van homohaat en richten zo een hoop ellende aan.

• Oegandezen moeten niets van homo’s hebben.

Als dat zo is, zouden er geen homoseksuele Oegandezen bestaan. Het ressentiment tegen holebi’s leeft zeker onder brede lagen van de bevolking. Maar naast de homoactivisten spreken ook de meeste mensenrechtenorganisaties in dat land zich uit tegen discriminatie, evenals sommige opinieleiders en religieuzen. Nogal wat activisten konden zich na hun coming out verheugen in de steun van hun families. Veel rechters in Oeganda vinden de grondwet nog net iets belangrijker dan homohaat en oordeelden in het verleden regelmatig ten faveure van homoactivisten.

• De Oegandese homoactivisten moeten hun eigen boontjes doppen.

Natuurlijk, maar de activisten rekenen ook op internationale solidariteit met hun strijd. Het zou niet voor de eerste keer zijn dat lokaal activisme en internationale steun veranderingen in gang zetten. Remember Mandela? Wel moeten solidairen in de rest van de wereld goed luisteren naar wat de Oegandese activisten als de beste steun aan hun strijd zien.

• De Oegandese president Museveni wil de verkiezingen winnen over de rug van lgbt’s.

Daar lijkt het wel op. Onlangs werd Museveni na bijna 30 jaar aan de macht te zijn opnieuw kandidaat gesteld voor de verkiezingen in 2016. Binnen zijn partij NRM heeft hij veel tegenstanders. Zo iemand is Rebecca Kadaga, de voorzitter van het parlement die in december de anti-homowetten in stemming bracht. Met zijn handtekening onder die wetten lijkt Museveni haar nu de wind uit de zeilen te hebben genomen.
Ook lijkt het aannemelijk dat de Oegandese machthebbers met hun anti-homo wetten de aandacht willen afleiden van een veel breder scala aan repressieve bepalingen die recent zijn afgekondigd. Vrouwen is het verboden een minirok te dragen en voor politieke samenscholingen van meer dan 3 personen moet toestemming worden gevraagd. En onlangs werd de onafhankelijke krant The Monitor tijdelijk het zwijgen opgelegd.

• Zuid-Afrika erkent gelijke rechten van homo’s, de rest van Afrika niet.

Zuid-Afrika adopteerde in 1996 inderdaad een van de meest progressieve grondwetten ter wereld. Ruim tien jaar later werd ook het homohuwelijk gelegaliseerd. Maar in 17 Afrikaanse landen is homoseksualiteit niet strafbaar. Oud-presidenten als Kaunda (Zambia), Chissano (Mozambique) en Mogae (Botswana) pleiten voor meer begrip en tolerantie. President Banda van Malawi trok bij haar aantreden de anti-homowetten in. Deze week sprak de Ethiopische minister van Vrouwenzaken zich tegen de anti-homowetten in Oeganda uit.

• Aartsbisschop Tutu is de enige kerkleider die zich tegen homofobie keert.

Tutu is een enthousiast strijder voor gelijker rechten van homo’s, evenals zijn opvolgers in Kaapstad. Verschillende ambtsgenoten, met name in de zuidelijk Afrikaanse regio, hebben zich ook tegen discriminatie uitgesproken.

• Afrika is het gevaarlijkste continent voor homo’s.

Dat is aantoonbaar onjuist. Volgens de statistieken vielen er in 2012 ruim driehonderd doden in Brazilie door anti-homogeweld. Het aantal geweldsincidenten in dat land bedroeg bijna vijfduizend. Tel alle doden en incidenten in de 54 Afrikaanse landen bij elkaar op en je komt nog niet in de buurt. Brazilie kent met miljoenen deelnemers ook de grootste ‘roze zaterdag’ in de wereld. Er lijkt dus een verband te bestaan tussen toenemende zichtbaarheid en groeiend geweld. Dat zou ook wel eens de verklaring kunnen zijn voor het geweld tegen homo’s in Zuid-Afrika waar in de jaren negentig een grote beweging ‘uit de kast’ kwam.

• Nederland heeft terecht de ontwikkelingshulp aan Afrika gestaakt.

Het spreekt voor zich dat hulpverleners geen steun moeten geven aan homohaters. Leg voortzetting van steun maar eens uit aan belastingbetalers of donateurs. Maar niet alle steun loopt via machthebbers. Homoactivisten in Afrika pleiten voor terughoudendheid temeer omdat ze niet de schuld willen van krijgen van stopzetting van armoedebestrijding. Nu de Oegandese regering het licht op groen heeft gezet voor een heksenjacht roepen activisten in dat land op alle middelen in te zetten die de machthebbers tot inkeer dwingen.

• De homo-emancipatie is op zijn retour.

Onzin. De homo-emancipatie schrijdt voort. Steeds meer landen in Latijns-Amerika en Azie schrappen anti-homowetten. In de VS heeft Obama een einde gemaakt aan het in het leger geldende ‘don’t ask, don’t tell’. In steeds meer staten is het homohuwelijk of partnerschap erkend. Repressieve wetgeving is in landen als Oeganda, Rusland of Nigeria vooral, en onder veel meer, een reactie op de vooruitgang.

Dit overzicht werd opgesteld door Bart Luirink en Madeleine Maurick. Zij werken aan een boek over homoseksualiteit in Afrika.