oeganda

(Voor David Kato)

Mededeling van Facebook. K. heeft haar portret gewijzigd. Ik zie een zwart vlak. K. heeft haar foto van Facebook weggehaald, lees ik. Tweet met voorpagina van The Red Pepper die 200 homo’s ‘exposed’. Tweet van F.: twee jongens aangevallen, 1 dood. Tweet van P. : A Luta Continua. Nog onrustbarender voelt het ontbreken van Facebook-berichten en tweets van andere Oegandese vrienden. Zijn ze ondergedoken? Dan de aankondiging van een ‘fonds voor steun aan homo’s die vluchten uit Afrika’. Commentaar eronder: ‘Afrika is niet 1 land’. Ik blader door mijn aantekeningen die ik nodig heb bij het hoofdstuk van een boek waaraan M. en ik nu werken. Werktitel: Sodom in Afrika. Vingers verlamd door de aaneenschakeling van berichten. Hoe zet ik die vervloekte beep op mijn Blackberry bij elk nieuw bericht uit? Arizona: Wet aangenomen op grond waarvan je homo’s uit je winkel kunt weren. ‘Reg van toegang voorbehou’ heette dat tijdens de Apartheid. Beep! Beep! Beschouwing in The Guardian waarin Edwin Cameron aan het woord komt. HIV-positieve, homoseksuele rechter aan het Grondwettelijk Hof van Zuid-Afrika. Hij ziet de wild om zich heen slaande homohaat als een ‘instable transition’ op weg naar een ‘onvermijdelijke verandering’. Eens. Maar vandaag wel erg onstabiel. Hou vol K. Hou vol F. Hou vol P. Beep!


shado’man


De film Shado’man van Boris Gerrets die onder meer in Eye te zien is, schetst een ontroerend beeld van een groep straatjongeren in Freetown, Sierra Leone. We volgen David, Lama, Sarah, Lero en de anderen in hun dagelijkse leven. Ze zijn verlamd of blind, het gevolg van polio of een ‘verkeerde injectie’. Gaandeweg komen we veel te weten over het verlangen naar een dak boven hun hoofd, een relatie, kinderen. De een slaagt erin iets te verwezenlijken, de ander zoekt verder. We horen hoe een van hen zijn handicap als een ‘straf van God’ ziet en hoe een ander bekent zijn levensverhaal niet te kunnen vertellen ‘zonder in huilen uit te barsten’. Als twee geliefden ruzie hebben treedt er uit de groep een mediator naar voren. Er wordt gedronken en gedold en het straatjochie met waterpokken wordt liefdevol verzorgd door een van de blinde leden van de groep. Het is al met al een werkelijkheid die tamelijk universeel is. Ontregelend is het feit dat de film uitsluitend in de nachtelijke uren geschoten is. Het effect is zeker adembenemend. De prijs voor deze vondst zijn recensies vol termen als ‘schaduwwereld’, ‘geesten’, ‘gruwelbeelden’, ‘schimmige onderwereld’ en ‘clair obscur’.

Als de karakters in het volle daglicht waren geplaatst, had de film aan zeggingskracht gewonnen en minder ruimte gelaten voor ‘onze’ mystificerende fantasie. Niettemin: zien!


culturele wartaal


Wat is dat toch met veel Amerikaanse artiesten? De een doet Darfur, de ander Malawi. Vanavond Steven van Zandt in Nieuwsuur in een mooie reportage over het eerste concert van Bruce Springsteen in Zuid-Afrika eerder deze week. Van Zandt bracht in de jaren tal van artiesten, waaronder Springsteen, om de hit ‘Ain’t gonna play Sun City’ op te nemen. Een mooie uitdrukking van solidariteit met de strijd tegen de apartheid. Tenminste, zo keek ik er al die jaren tegenaan maar in een interview met Nieuwsuur onthult de zanger, die aan Springsteens concert meedeed, dat hij destijds een culturele boycot van Zuid-Afrika voerde als alternatief voor het gewapende verzet tegen de apartheid. En kijk, het had geholpen! Zou het? Of hebben de Zuid-Afrikaanse protesten – de massademonstraties, de ongehoorzaamheidscampagnes en voorlichtingscampagnes en ja, wellicht het gewapende verzet – ook nog in de melk gebrokkeld? Deden economische boycots en, vooruit, pressie vanuit het bedrijfsleven op de starre onderdrukker er wellicht ook nog toe?
Aan het einde van de reportage deelt Van Zandt met ons zijn zorg over de toekomst van Zuid-Afrika zonder Mandela. Ligt er al een hitje klaar waarmee de onvermijdelijke burgeroorlog kan worden afgeblazen?


thanks binyavanga

No doubt the recent decisions by frustrated MP’s in Uganda and Nigeria have been a serious blow for those advocating equal rights for lesbian, gay, transgender and bisexual people, for progressive people worldwide. In the last weeks an endless stream of emails landed in my inbox crying freedom and offering lots of ideas and suggestions on how to fight back. An even crueler criminalisation of homosexuality might happen in those countries soon but then I’m sure it’s only despair. Don Quichote fighting windmills. Banning the inevitable. This is my gut feeling but, hey, it won’t ease your fear if you’re somewhere in northern Nigeria and they’re knocking on your door. Not long before he was stabbed to death Ugandan activist David Kato told me that he had exorcised all anxiety and that one day we would be free. One day.

This day seems far, far away. But dark clouds obscure the progress made, the numerous indicators of change. Less than a week ago Zimbabwe High Court Judge Justice Priscilla Chigumba ruled that the Gays and Lesbians of Zimbabwe (GALZ) is not obliged to register. The organisation regards this decision as a major blow to Zimbabwean authorities attempt to criminalise the work of gays and lesbians. A couple of hours ago a call to stop discrimination on the basis of sexual orientation by former Mozambican president Chissano was published. Yesterday, my favorite Kenyan author, Binyavanga Wainaina, taught us ‘how to write about being gay’. His coming out was welcomed at a surprise party in Nairobi organised by many of his friends.
Thanks Binyavanga, you give us hope.


licht in donker afrika


Een collega attendeert me op een radiogesprek van afgelopen zondag. In het Radio 2 programma Hemelbestormers vertelt Maurits Groen over de ‘waka waka’. Groen is adviseur, ondernemer, oud-hoofdredacteur van Milieudefensie en ‘hij heeft al drie keer Bill Clinton ontmoet’. Maar bovenal is Groen de mede-uitvinder van de waka-waka, Swahili voor ‘schitterend licht’. Het apparaat genereert zonne-energie en kan als lampje maar ook als oplader dienen.

Voor het donkere continent is dit het ei van Columbus. Want dat Afrika donker is, leerden we al op school, aldus Groen in het radiogesprek. En dat is ook zo, ‘vlieg maar eens over Afrika heen. Na half zeven is het overal donker.’ Er zijn, weet Groen, ‘geen lantaarnpalen en geen benzinestations’. Wie in Afrika is ‘herkent in de avonduren mensen aan voetstappen’. Daarom ‘valt het sociale leven volkomen stil’, en ‘ben je je leven niet zeker’. Brrrrrrr.

Maar nu is er dus de ‘Rolls Royce voor de armste mensen ter wereld’. Supersimpel, met maar 1 knopje. Groen verkoopt ze in Afrika voor de helft van de prijs maar soms geeft hij ze weg, ‘aan hulporganisaties die er fatsoenlijk mee omgaan’. Of als beloning voor de simpele zielen ‘die hun dorp schoonmaken’. Jette Kleinsma Rules.

In de loop der eeuwen brachten duizenden mzungu’s het licht naar Afrika. Dat het er nog steeds pikdonker is, valt moeilijk te begrijpen. Maar Groen doet er wat aan!


babyverkrachting, ras en politieke correctheid

De dubbeldikke kersteditie van De Groene bevat een interessante reconstructie door Fred de Vries van een recente kwestie in Zuid-Afrika over bewering dat babyverkrachting een cultureel fenomeen onder zwarten is. Deze bewering werd gedaan door de Afrikaner filosofe Louise Mabille in een artikel op de website van de extreemrechtse Pro-Afrikaanse Aksiegroep (PRAAG). Daarin schrijft ze: ‘Natuurlijk is het veel makkelijker om eindeloos te zeuren over “calvinisme” dan om je af te vragen waarom babyverkrachting een cultureel fenomeen is onder zwarte bevolkingsgroepen’. Deze uitspraak riep in de academische wereld veel boze reacties op, Mabille nam ontslag en kondigde aan Zuid-Afrika binnenkort te verlaten. Ze gaat haar studie vervolgen aan de Universiteit van Hull in het Verenigd Koninkrijk.

Fred de Vries besluit zijn artikel met samenvattingen van verschillende onderzoeken die naar babyverkrachting zijn gedaan. Zo houdt Suzan Leclerc-Madlala het voor mogelijk dat ‘sommige mannen vinden dat ze weinig te verliezen hebben als ze zich van aids proberen te verlossen middels seks met een maagd – of ze nou in de mythe geloven of niet’. De onderzoekster haalt overigens ook Engelse mannen aan die zich in de negentiende eeuw aan maagden vergrepen zouden hebben om zo van geslachtsziekten te genezen. Amelia Kleijn, schrijft De Vries, vond geen culturele verklaringen voor het gedrag van babyverkrachters die ze had gesproken. ‘Deze misdaden worden niet met voorbedachten rade gepleegd, ze zijn volledig opportunistisch’, aldus Kleijn.

Het interessante artikel is op een merkwaardige wijze ingekaderd. De kop luidt: ‘Op ras rust een taboe’, en het chapeau leest: ‘Politieke correctheid in Zuid-Afrika’. De lead, tenslotte, begint met: ‘Over de oorzaak van kinderverkrachtingen is in Zuid-Afrika een hevige discussie losgebarsten’. Het artikel biedt echter nauwelijks bewijs voor enig debat, er is een losse flodder afgeschoten (‘babyverkrachting is een cultureel fenomeen’) die, leert het artikel, nogal overtuigend wordt gelogenstraft door onderzoek. De critici van Mabille worden door Dan Roodt, de leider van PRAAG, voor ‘politiek correct’ uitgemaakt met de bedoeling ze te diskwalificeren. Hun antiracisme zou waarheidsvinding in de weg staan. Merkwaardig dat de eindredacteur van De Groene deze canard tot invalshoek van het artikel maakt. Daarmee wordt de in het artikel met onderzoeken zo treffend geïllustreerde correctheid van hen die de racistische flauwekul van Mabille en Roodt bestreden juist weer in een kwaad daglicht gesteld.


slecht tegen je winst kunnen

Er zijn in de afgelopen dagen nogal wat stukken verschenen waarin erop gewezen werd dat de bewondering voor Mandela niet van alle tijden is. Ik heb talloze herinneringen aan de scepsis, soms ronduit vijandigheid, waarmee Mandela tot diep in de jaren tachtig tegemoet getreden werd. Het is een misverstand te denken dat die houding zich beperkte tot rechtse politici.

Maar de stemming is veranderd. Ontbrak het in de afgelopen dagen echt vrijwel volledig aan de haat tweets waarmee we in Nederland zo vertrouwd zijn geraakt, of heb ik iets over het hoofd gezien?

Van moed getuigt de bijdrage die de rechtse denken Joshua Livestro vorige week zaterdag in De Telegraaf plaatste. Hij erkent de rechtse splinter in het oog en geeft onomwonden toe dat zijn geestverwanten inzake Mandela en apartheid aan de verkeerde kant stonden.

Maar nu vind ik het eerlijk gezegd wel mooi geweest, die stukken die vele malen per dagen mijn inbox binnenrollen en waarin het rechtse ongelijk wordt gehekeld. Enig triomfalisme is natuurlijk wel op zijn plaats, maar waarom is de toon er met regelmaat een van ongeloof en druipt die scepsis die ooit Mandela ten deel viel er vanaf? Waarom zijn veel progressieven zo moeizaam in staat hun overwinning te vieren. Het is niet goed het deugt niet. Nieuw gezegde: slecht tegen je winst kunnen.


rechtse wroeging over mandela

Net naar de lijstenmaker geweest en een artikel uit De Telegraaf ingelijst. Het is geschreven door de zeer rechtse denker Joshua Livestro. Hij schrijft: “Des te opmerkelijker dat men op rechts nooit serieus heeft afgerekend met de eigen steun voor (of gebrek aan kritiek op) het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De misdaden van dat regime (…) waren immers ook in de jaren tachtig al bekend.
Dat werhield bijvoorbeeld de roemruchte mr. G.B.J. Hiltermann er niet van het regime te verdedigen tegen buitenlandse critici. Velen op rechts volgden zijn voorbeeld.”

Het valt Livestro op dat men op rechts wat ongemakkelijk reageert op het overlijden van deze staatsman. Mandela’s grootheid erkennen is meteen ook de eigen fout toegeven. Dat is ongetwijfeld een pijnlijke bekentenis, maar in dit geval is het de enig juiste”. Aldus Livestro.

Dat ongemak hoorde ik overigens niet in een gesprek met VVD Europarlementarier Van Baalen zojuist in TROS Kamerbreed. Integendeel. Hij had in 1980 (sic) deelgenomen aan een uitwisselingsprogramma met blank Zuid-Afrika en in Stellenbosch gelogeerd. Daar hoorde hij de familie verkeerde dingen over de zwarte dienstboden zeggen. Zodoende heeft Van Baalen dus eigenlijk ook een beetje in het verzet gezeten.
(Foto: Hans van Baalen met uitgestoken vingertje naar het apartheidsregime)


over a letter to mandela


Khalo Matabane’s film heeft terecht de speciale prijs van de IDFA jury gewonnen. ‘A Letter to Mandela’ stelt pijnlijke vragen over het zo vaak geroemde proces van waarheid en verzoening in Zuid-Afrika. In een interview met Trouw afgelopen week memoreert Matabane de grote moeite die hij ondervond bij het vinden van financiers voor de film. In het ter discussie stellen van het sprookje van de verzoening zijn nog weinig mensen geinteresseerd. Het strekt de Nelson Mandela Foundation overigens tot eer dat zij Matabane’s film wel hebben ondersteund.

Kort nadat de Waarheidscommissie in de jaren negentig haar werk had aangevangen, werd ik op de corrrespondentendagen van de kranten waarvoor ik destijds schreef aangesproken door een van de hoofdredacteuren. Hij stak de loftrompet op de waarheidscommissie en zo merkte ik dat hij mijn stukken niet gelezen had. In een ervan had ik de Zuid-Afrikaanse psycholoog Michael Simpson aan het woord gelaten. Die betwijfelde of er sprake kon zijn van REconciliation als er nooit enige conciliation geweest was. In een ander artikel sprak iemand over een jongen die 6 maanden gevangenisstraf voor het stelen van een brood had gekregen terwijl apartheidsschurken wegkwamen met hun misdaden. ‘Kun je verwachten dat zo’n jongen respect voor de rechtstaat opbouwt?’ Nadat de waarheidscommissie haar werk voltooid had, vroeg ik me af of je een streep onder waarheidsvinding kunt zetten als in veel gevallen de waarheid nog niet was vastgesteld?

Anderen wierpen de vraag op waarom de boeven – oud-president P.W. Botha voorop – die zich aan het gehele proces van waarheid en verzoening hadden onttrokken,niet voor de rechter werden gesleept. Zo was het immers afgesproken: je verschijnt voor de commissie en je vertelt je verhaal; als de commissie ervan overtuigd is dat je in opdracht en uit politieke motieven handelde, krijg je amnestie. Wie thuisbleef, zou gedagvaard worden.

Vijftien jaar nadat Tutu’s commissie haar vijf vuistdikke delen omvattende eindrapport publiceerde, maakte Matabane zijn indrukwekkende film. Anders dan verschillende recensies suggereren, heb ik de film niet ervaren als een aanklacht tegen Mandela. Matabane registreert even nauwgezet als de kritiek de indrukwekkende ervaringen van sommige slachtoffers met verzoening. De film toont eerder een worsteling dan een oordeel. Matabane noemt Mandela, die getuige sommige verhalen in de film ook onverzoenlijk en hard kan zijn, een contradictie.

Er komen in de film verschillende mensen aan het woord die met veel overtuigingskracht het verzoeningsproces ter discussie stellen. Ze verwijzen naar de pijn en de littekens die de vaak onbeschrijflijke wreedheid hebben geslagen. En naar de blijvende armoede die het leven van velen nog kenmerkt.

De psychologe Pumla Gqola is de enige die zich afvraagt of er een andere oplossing denkbaar was geweest, een zonder vergeving en met ‘Neurenberg’. ‘Dan hoor je dat er zonder de waarheidscommissie doden waren gevallen. Maar er vallen nu ook doden’, zegt ze.
Maar dat is me te gemakkelijk. Gqola, een autoriteit op het gebied van trauma, slaat hier de plank mis. Ze lijkt geen idee te hebben tot hoeveel ellende voortgaande strijd, de ideologie van de totale overwinning, had geleid.

En dan is er nog die Britse journalist die betoogt dat Mandela zich als een God is gaan gedragen omdat veel mensen hem als zodanig behandelen. Met verwijzing naar gelukzalige ontmoetingen van de Almachtige met de Spice Girls en Oprah Winfrey. Mandela als God? Dat lijkt me onzin. Meer een man van vlees en bloed die geniet van zijn vrijheid.

De Zuid-Afrikaanse journalist Greg Marinovitch slaat de spijker wel op zijn kop. ‘Stel je voor: iemand heeft je horloge gestolen. De dief staat tegenover je en verwacht dat je hem vergeeft. Hij heeft nog niet eens sorry gezegd en hij is al helemaal niet van plan om dat horloge terug te geven’.

Pijnlijk.

(Foto: Khalo Matabane)


twijfels bij malala


Toen de vertegenwoordiger van het ANC in maart 1988 door Zuid-Afrikaanse doodseskaders in Parijs werd vermoord, betwijfelde E. al snel of de schuld voor deze misdaad volledig in de schoenen van de doodseskaders van het apartheidsregime kon worden geschoven. Na jarenlang onderzoek kon ze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vaststellen dat Dulcie was geofferd voor de belangen van internationale wapenhandelaren en hun politieke vrienden aan gene zijde van het politieke spectrum.

Ruim tien jaar terug meldden de media dat in de Zuid-Afrikaanse Noordkaap een baby door zes mannen was verkracht. Door seks te hebben met een baby dachten ze zich van het hiv virus te kunnen verlossen. Nog diezelfde dag trok E. het waarheidsgehalte van dit verhaal sterk in twijfel. ‘6 mannen? Dan is er van zo’n baby niks over’, stelde ze nuchter vast. Na verloop van tijd bleek de baby door 1 man verkracht – erg genoeg – en die was niet besmet maar boos op zijn ex.

Het is dus niet verwonderlijk dat E. Investigations Editor van ZAM is.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik enige moeite had met E.’s twijfel over integere bedoelingen van de vader van Malala. Had de man zijn dochter niet teveel in de voorhoede van een terechte bevrijdingsstrijd geplaatst en zo aan grote gevaren blootgesteld? Ik bracht E.’s standpunt voorzichtig ter sprake in gesprekken met vrienden. Veel onbegrip was mijn deel. De Shirley Temple van de strijd tegen de Taliban was heilig. Zelfs het goedbedoelde advies van mijn vroegere Pakistaanse huisgenoot A. op zijn Facebookpagina viel niet bij iedereen in goede aarde. Hij wenste A. een creatieve nicht toe die A. behulpzaam zou kunnen zijn bij het kiezen van leuke kleren.

Afgelopen zaterdag besteedde de Volkskrant een lang verhaal aan ‘The Making of Malala’, een treurig relaas over het internationale PR bureau Edelman dat de familie helpt bij het regelen van interviews in The Daily Show, en wie weet College Tour, en van een grote uitgeverij twee miljoen dollar voorschot voor haar autobiografie wist lost te peuteren. Dat is allemaal nog tot je dienst maar ronduit huiveringwekkend is het verhaal van een Pakistaanse documentairemaker die betrokken was bij een film over Malala die in opdracht van The New York Times werd geschoten. Naast nietsontziende media, die de opnamen aanvulden met beelden van onthoofdingen, blijkt de vader na een aanvankelijke aarzeling uiterst behulpzaam bij de positionering van Malala als mediaster, en kandidaat Nobelprijswinnaar. Volgens de filmmaker was het de vader die de identiteit van de dochter bekendmaakte. Onder zware druk van de journalisten ging hij akkoord met opnamen in de openlucht en in een periode waarin het gevaar overal op de loer lag. De filmmaker voelt zich nu schuldig over wat er vervolgens gebeurde en zegt over Malala’s vader: ‘Hij wil meer offers brengen dan ik ooit zou durven’. Maar de vader heeft geen spijt. ‘Hij zegt: ‘De Taliban moeten spijt hebben. Die hebben haar op die 9de oktober neergeschoten’.

Was het maar zo simpel.