wat zou het mooi zijn als sukatno herinnerd wordt


Tijdens het Movies That Matter filmfestival is deze week The Act of Killing vertoond, een documentaire van Joshua Oppenheimer over de verschrikkelijke gebeurtenissen in Indonesie in het najaar van 1965. Na een mislukte (sommigen beweren geensceneerde) staatsgreep van jonge officieren wordt een grootscheepse jacht op communisten, of hen die daarvoor werden aangezien, geopend. De officiele cijfers luidden 78 000 doden. Tijdens protesten tegen het Suharto regime in de jaren zeventig spraken we van het tienvoudige aantal slachtoffers. We eisten stopzetting van de Nederlandse steun aan dat regime dat de hand in die slachtpartij had gehad. Dat getal, zo werd ons destijds ingewreven, zou zwaar overdreven zijn. Op zijn sterfbed in 1989 verklaarde generaal Sarwo Edhie Wibowo, die destijds het bevel over de zuivering voerde, dat het werkelijke aantal slachtoffers eerder drie miljoen moet zijn geweest.

De communistische jeugdleider Sukatno wist destijds de dans te ontspringen maar werd twee jaar later gearresteerd en gevangen gezet. Dertig jaar later stierf hij, 67 jaar oud en inmiddels zwaar dement. Hij stierf drie jaar na de vrijlating van Nelson Mandela en zat drie jaar langer vast.
Eindelijk wordt er in Indonesie voorzichtig en vaak nog op fluistertoon gepraat over die boze droom van 1965. The Act of Killing wordt op besloten bijeenkomsten in Jakarta stiekem bekeken – het verhaal wordt in de film verteld en nagespeeld door de beulen van toen die zich van geen kwaad bewust lijken. .
Ik speur op google naar een foto van Sukatno maar vind er geen. Alleen een poster met zijn vage afbeelding. We droegen hem toen mee in demonstraties. Wat zou het mooi zijn als Sukatno herinnerd werd.


voortwoekerend verleden


Zuid-Afrikaanse politie-agenten mishandelden een Mozambikaanse taxi-bestuurder die de verkeersregels overtrad. Ze bonden hem achter hun wagen en reden hem rond tot de dood erop volgde. Bij zijn begrafenis sprak Graca Machel van ‘een groeiende mate aan woede en depressie, de uitdrukking van een veronachtzaamde dieper liggende pijn uit het verleden.’
Voortwoekerend verleden.
Op de dag van de begrafenis van de Mozambikaanse taxibestuurdeer stierf Dirk Coetzee, een voormalig doodseskader in dienst van het apartheidsregime. In de jaren negentig verleende de Waarheids- en Verzoeningscommissie aan Coetzee gratie. Coetzee had opening van zaken gegeven en vaststond dat hij in opdracht had gehandeld. Vervolgens verwelkomde televisiepresentator Dali Tambo het voormalige doodseskader als een held in zijn goed bekeken programma. Maar de broer van advocaat Griffith Mxenge was minder vergevingsgezind. Tijdens een gefilmde ontmoeting vertelde Coetzee van de gruwelijke moord op de advocaat en zijn vrouw. Zijn ogen smeekten om begrip maar de broer wilde er niets van weten. Hij vroeg: ‘Was het dan jouw opdracht om Griffith 23 keer te steken?’

Niet steeds het verleden erbij slepen, roept het ene stemmetje in mijn hoofd. Veel te snel geloofd dat het boek van waarheid en verzoening, een internationale bestseller, kon worden dichtgeslagen, brengt een ander stemmetje er tegen in.

(foto: Sizwe Ndingane)


Dutch writer Van Dis ‘quoted incorrectly, apologies’ for interview La Stampa


Dutch writer Adriaan van Dis claims he never made the statements in an interview with Italian daily La Stampa.for which he was strongly criticized. In a blog published on Africa is a Country (AIAC) last week, Donata Columbro quotes from the interview: ‘The dismantling of the system of segregation has created a new privileged class of wealthy black people, as scared as white people are of the diffused criminality among the poorest of the country’, says van Dis. According to Columbro the writer also stated that ‘the country which, in the 1990s, represented hope for justice and redemption for the oppressed of the world has ‘Africanized’ itself more and more in the last 20 years.’ Commenting on the Pistorius murder case, van Dis says: ‘The country is dominated by fear, people, black and white, live in terror.’ Columbro concludes: ‘Scratch, scratch the Europeanist, and you’ll find the colonialist.’
The La Stampa interview was published after the launch of the Italian translation of Tikkop, van Dis’ latest book.

In his response Van Dis writes that ‘hardly any quote in my telephone interview with La Stampa is correct. I didn’t read the interview before it was published nor did I have the opportunity to correct the article. The Italian journalist had no idea about the present situation in South Africa. Everybody who knows my work knows where I stand in matters concerning South Africa. (…) I apologise for the wrong impression.’


misleiding door milieudefensie


Voor de slachtoffers van de vervuiling in de Niger delta is er een oplossing in zicht. Aldus een bewering in een commercial op de radio. Wordt donateur van Milieudefensie! Shell wordt eindelijk aangepakt!
Het is een schaamteloos en misleidend spotje. De Nederlandse rechter wees afgelopen woensdag vier van de vijf aanklachten van door Milieudefensie gesteunde (opgejutte?) Nigeriaanse boeren af. Slechts een aanklacht werd, gedeeltelijk, gehonoreerd. In eerste instantie reageerden de Milieudefensie medewerkers woedend maar in de loop van de dag werd de geleden nederlaag omgevormd tot een overwinning. En nu is er dat spotje.
Nigeriaanse onderzoeksjournalisten hebben er, onder meer in ZAM, al eerder op gewezen dat Shell verantwoordelijk houden voor alle ellende in de delta een simplisme is. Ze vinden de benadering van deze actiegroep bedenkelijk omdat het de rol van andere oliemaatschappijen, een corrupte Nigeriaanse overheid en gedegeneerde rebellengroepen, waarvan sommige leden zelf oliebelangen hebben, verhult. Op die complexiteit wees ook een officieel VN-rapport anderhalf jaar geleden. Wel verwijten de journalisten Shell dat ze zich actiever en openlijker zou kunnen keren tegen de gangbare corruptiepraktijken van de machthebbers in hun land. En natuurlijk moet de multinational een verantwoordelijkheid voelen voor het herstellen van de lekkages.
Arme boeren. Op sleeptouw genomen door Milieudefensie. Helemaal naar Nederland afgereisd met de hoop op compensatie voor geleden schade. Terwijl Milieudefensie feestviert over een nooit behaalde overwinning moeten ze zich wel realiseren dat ze er geen cent mee opgeschoten zijn.


zuid-afrikaans optimisme


Met het South African Institute for Race Relations (SAIRR) heb ik een beetje een haat-liefde verhouding. Dit instituut bracht vanaf de jaren zeventig surveys uit vol van statistieken over de Zuid-Afrikaanse samenleving. Met de feiten over de bevolkingsgroei, de economieën in de zogenaamde thuislanden, de (materiele) verschillen tussen blank en zwart, stakingen en politiegeweld voedden we destijds spreekbeurten en opiniestukken die zonder uitzondering de apartheidspolitiek hekelden. Het SAIRR kon niet van radicaal activisme verdacht worden. Hun onderzoeksmethoden werden allerwegen als betrouwbaar beoordeeld, ‘een gezaghebbende bron’, dus. Eigenlijk hekelde alleen het blanke minderheidsbewind het ‘stelletje liberalen’ dat voor de samenstelling van de telefoondikke surveys verantwoordelijk was.

Het schokte me dan ook een beetje toen ik eind jaren tachtig de directeur van dit instituut. John Kane-Berman, op Clingendael hoorde spreken. Voor ons stond een man die heel ver weg leek te wonen van de feiten die zijn surveys opdisten. Het politiegeweld, de bloedbaden in Natal, de detentie van tienduizenden activisten – Kane-Berman, die in Johannesburg resideerde, sprak erover alsof ze in een andere wereld plaatsvonden. Het drong tot me door waarom sommige ANC kameraden met dedain over ‘white liberals’ praatten. Deze verklaarden zich veelvuldig tegen apartheid, maar leefden een welvarend leven in de lommerrijke suburbs van de stad, doorgaans compleet met zwaar onderbetaalde bedienden en een tuinman. Het apartheidsgeweld dat zich luttele kilometers verderop manifesteerde was een ‘ver van mijn bed show’, waarvan wij hier, op achtduizend kilometer afstand, in ons Journaal vaak meer te zien kregen dan zij in de nieuwsuitzendingen van de Suid-Afrikaanse Uitsaai Korporasie.

De liefde voor het instituut bekoelde volledig nadat ik me tijdens de democratische Wende in Johannesburg vestigde. Om de haverklap ontving ik uitnodigingen voor persconferenties en briefings waar zonder uitzondering ach en wee geklaagd werd over het nieuwe, democratisch gekozen, bewind. Niks deugde er. Wel bleef ik de surveys als een nuttig naslagwerk hanteren.

Een paar dagen terug echter deelde Njabulo S. Ndebele, de eminente schrijver en denker, een toespraak op zijn facebookpagina die de huidige voorzitter van het SAIRR, Frans Cronjé, onlangs hield. Het is een interessant en evenwichtig betoog dat op overtuigende wijze korte metten maakt met de depressiviteit waarover veel van mijn (blanke) Zuid-Afrikaanse vrienden klagen. Als je hen mag geloven is de droom aan flarden geslagen en is Zuid-Afrika hard op weg om richting donker Afrika af te zakken. Maar Cronjé betoogt op basis van onderzoek dat Zuid-Afrika na de val van Thabo Mbeki opener is geworden en het publieke debat herleeft. Hij ziet de vele protestacties – gemiddeld vier demonstraties per dag – niet als een uitdrukking van groeiende armoede maar als gevolg van meer welvaart. Want dát moedigt mensen aan om méér binnen te willen slepen. De meeste misdaadcijfers gaan omlaag, het aidsbeleid wordt allerwegen als een succes geprezen, aldus Cronjé. Dit maakt de voorzitter van het SAIRR niet tot de presentator van een goed nieuws show. Hij waarschuwt ervoor dat het nog alle kanten uit kan gaan en reikt indicatoren aan op grond waarvan we kunnen begrijpen welke kant het opgaat. Dat zijn dezelfde indicatoren die tijdens de apartheid werden gebruikt en geheel in de traditie van het instituut koestert men een toekomst met veel vrije markt.

Cronjé, die veelvuldig captains of industry toespreekt over de staat waarin Zuid-Afrika zich bevindt, vermoedt dat zijn analyse nogal wat mensen zal verbazen. ‘Perhaps it is partly the Institute’s contrarian nature, but in many respects we are now more optimistic about the future than at any point in the last decade’.


paradies liebe


Afgelopen vrijdag naar Ulrich Seidl’s Paradies Liebe geweest. Het is een van de beste films die ik in de afgelopen tijd gezien heb. Blanke vrouwen op jacht naar zwarte mannen. Lustoord Afrika. Mannenhandel. Namaakliefde. Woorden schieten te kort. Zelden zo gelachen: Keniaan krijgt ‘m niet omhoog in het gezelschap van drie dikke dames. ‘Zal wel een homo zijn’, aldus een van hen. Wat een aandoenlijk gebrek aan zelfkennis. Ik had de indruk dat niet iedereen in het publiek het even geestig vond als mijn gezelschap en ikzelf. Waar de film geen oordeel velt over al het getoonde ongemak koesterden sommigen vermoedelijk een verlangen naar een uitgesproken statement tegen de uitbuiting, de vernedering en de tragiek. Maar het ontbreken van elk moralisme was misschien wel het mooiste aan deze film. Zien!


niet op reageren, lena

Een van mijn Facebookvrienden vroeg me waarom ik teksten had gedeeld waarin Zuma’s orakelarie over huisdieren werd aangevallen. ‘Blanken houden van dieren, zwarten van familie’, aldus de president. Waarom zou je erop reageren? Zuma’s woordvoerder Mac Maharaj had twee pagina’s tekst nodig om de uitspraken van zijn werkgever te duiden. Zodat het nog wat leek.
Mijn reactie was dat ik de stukken had geplaatst omdat ze zo goed geschreven waren. Met veel spot en ironie. Maar mijn vriend de vragensteller had wel een punt te pakken.

Nu circuleren er weer talloze reacties op de homophobe uitspraken van de Zuid-Afrikaanse publicist Mulholland op het internet. ‘Kinderen verdienen een vader en een moeder’, aldus Mulholland. Ja hoor, zucht, tot je dienst. Niet op reageren, Lena. Pick your battles.

Maar is het iets anders als de paus dergelijke standpunten ventileert? Daar ben ik eigenlijk ook niet zo zeker van. Oude, seniele mannetjes zeggen dat soort dingen.

En dan Theo Maassen wiens show tot onderwerp in Pauw & Witteman was gemaakt. De cabaretier had het bestaan om grappen te maken. Over Wilders, en over Volendam. Waarom deed ie mee aan de talkshow? Had een korte schriftelijke verklaring ‘ Dit-is-cabaret’ – niet volstaan?

Zwijgen is het nieuwe demonstreren. Behalve bij stille tochten tegen zinloos geweld. Dan moet je het uitschreeuwen. Dat hebben ze in India beter begrepen dan hier.


zuma & ramaphosa


Een ruime meerderheid van de ANC gedelegeerden in Mangaung hebben Jacob Zuma herkozen als president van de beweging, en oud-vakbondsleider, oud-onderhandelaar en zakenman Cyril Ramaphosa als zijn ‘deputy.’
Het had veel erger gekund. Tegenkandidaten van beide overwinnaars waren de favorieten van de geroyeerde jeugdleider Malema en de ANC Youth League. Maar het zou onjuist zijn om de critici van Zuma c.s. uitsluitend in deze hoek te zoeken. De campagne tegen Zuma had evenzeer steun van sommigen die van een minder machtsbelust en principieler ANC dromen. Van een ANC dat van de strijd tegen de corruptie niemand uitzondert en dat bewegingen die ervoor optreden dat de kloof tegen arm en rijk kleiner wordt niet onmiddellijk als ‘contra-revolutionair’ wegzet.

Zuma moet het krediet krijgen voor een actieve bestrijding van hiv en aids, een beleid dat de eerste vruchten heeft afgeworpen en door UNAids wordt geprezen. Onder de levensgevaarlijke ontkenning van aids door oud-president Mbeki is een streep gezet. Ook valt in Zuma te prijzen dat hij opdracht heeft gegeven voor een onafhankelijk onderzoek naar de beruchte wapendeal die onder het bewind van Mbeki werd afgesloten. Die deal moet gezien worden als ‘de vergiftigde bron van de Zuid-Afrikaanse politiek’, aldus Mbeki biograaf Mark Gevisser. De organisatie van de WK in 2010 was een succes voor de regering-Zuma. Evenals de verkiezing van Nkozasana Dlamini-Zuma als president van de Afrikaanse Unie. Directe betrokkenen bij het diplomatieke offensief richting Zimbabwe benadrukken dat er onder Zuma een einde is gekomen aan de weifelachtigheid ten aanzien van Zimbabwe. Aan de sterke verwantschap die Mbeki met Mugabe voelde, lijkt een einde gekomen. Onder Zuma is tevens gebroken met de opmerkelijke zwijgzaamheid van Zuid-Afrika over homorechten binnen de Verenigde Naties. Zuid-Afrikaanse diplomaten hebben actief geholpen bij belangrijke besluiten die oproepen om homohaat te bestrijden.

Toch is er veel kritiek op Zuma denkbaar. Nog steeds kampen veel ministeries met een onvermogen om genomen besluiten uit te voeren. Er zijn corruptieschandelen (al staan die zonder uitzondering prominent in de krant) en er zijn pogingen ondernomen om de pers aan banden te leggen (al zijn de meeste hiervan onder grote druk verijdeld). Zuma is een traditionalist die de polygamie omhelst en hij is niet bepaald een rekenwonder (maar dat kan hij overlaten aan een allerwegen geprezen minister van financien). Er is natuurlijk een aanmerkelijke sterkere president denkbaar. En misschien is dat bij een van de volgende verkiezingen zijn nu aangetreden deputy.


racisme taboe


Eindelijk weer een taboe doorbroken. Iets racistrisch noemen was jarenlang uit den boze (toegegeven: nadat jarenlang verschijnselen soms net iets te snel racistisch werden genoemd), maar nu is het hoge woord eruit. Zwarte Piet is racistisch. Het debat, vorig jaar tijdens de intocht zo moedig geopend door de kunstenaar Quinsy Gario, is nu weer volop opgelaaid. Mede dankzij GroenLinks wethouder Andree van Es. De Zuid-Afrikaanse Sunday Times heeft aan het onderwerp een lange beschouwing gewijd. Daarin komt ook het aloude argument van de Zwarte Piet apologeten ter sprake: het is een oude traditie. Maar dat geldt ook voor de slavernij en de homohaat.


van khetiwe nkosi naar marianne vaatstra


Steeds spookt de naam van Khetiwe Nkosi door mijn hoofd. Het is nu achttien jaar geleden dat haar romp in de droogstaande dam in de buurt van het dorp Amsterdam, in Zuid-Afrika nabij de grens van Swaziland werd aangetroffen. Door de droogte was het water uit de dam verdwenen. Zo was de met stenen verzwaarde romp zichtbaar geworden. In de weken erna werden nog andere lichaamsdelen gevonden.
‘Ze is door de zwarten zelf vermoord’, wisten ze in de bar van Hotel Amsterdam, waar ik destijds logeerde, zeker. Het lichaam was immers zwaar verminkt en zo deden zwarten dat. ‘Waarschijnlijk was het muti’, opperde een lokale politie-agent, een rituele moord waarbij iemand werd geofferd.

Van Marianne Vaatstra was na wurging de keel doorgesneden. In een reportage van De Vijfde Dag (EO) memoreert de vader van Marianne dat dit in het dorp als ‘niet-westers’ werd gezien. Blanken snijden geen kelen door en dus moest de dader een asielzoeker zijn. Zowat iedereen geloofde dat. Nu slaan mensen die dat ooit op luide toon beweerden de deur dicht als de verslaggever ze aan hun uitspraken herinnert. In de studio wijst Peter R. de Vries er fijntjes op dat de autoriteiten destijds hun best deden om het lokale asielzoekerscentrum te ontzien bij hun vermoedens. Uit angst voor geweld tegen de bewoners van dat centrum deden ze alsof de dader daar niet vandaan kon komen. Volgens de Vries heeft dat de woede juist aangewakkerd.

Na een onderzoek van enkele weken arresteerde de politie in het Zuid-Afrikaanse Amsterdam Fred M., een jonge boer uit de omgeving. Door een tip was men op zijn spoor gekomen en was vastgesteld dat Fred en Khetiwe een relatie hadden. Na haar dood bleek ze zwanger van hem te zijn geweest. Fred, opgegroeid in apartheid Zuid-Afrika en onderwezen in haat tegen zwarten aan de semi-militaire Veldskool, had zijn meisje vermoord uit angst voor de schande – dat de blanken in Amsterdam er achter zouden komen dat hij een zwarte vrouw had liefgehad, en meer. Het was nog pas een jaar na de democratische Wende.
In de bar van Hotel Amsterdam was het stil die avond, ik was een van de weinige klanten. De barvrouw Katryn wilde niet over het voorval praten.

Van de oostelijke Transvaal naar Friesland, van Khetiwe Nkosi naar Marianne Vaatstra, van Fred M. naar Jasper S. Verschillende werelden, verschillende motieven, hetzelfde onvermogen om de gedachte toe te staan dat de ramp door onszelf kan zijn aangericht.

De boerderij – ‘Singing Pines’ – waar Fred M. met zijn ouders woonde, lag dicht verscholen tussen de pijnbomen die dit stukje Zuid-Afrika haast overwoekeren. Bomen die bekendstaan om hun grote dorst, en wier wortels het water uit de dam hadden gezogen zodat deze door het wegblijven van de regen uiteindelijk droogstond. Zo viel Fred M. door de mand. Hij werd door rechter Curlewis een ‘Hitler’ genoemd en tot veertig jaar gevangenisstraf veroordeeld. Over Curlewis hoorde ik later dat hij tijdens de apartheidsjaren als ‘hanging judge’ bekend stond. Hij had tientallen vrijheidsstrijders tot de strop veroordeeld. Had hij een knagend geweten afgekocht met een genadeloos oordeel over Fred M., die, gekgemaakt door de apartheid met zijn gevoelens geen weg wist en de vrouw die hij bekoorde in stukken hakte?

Door de recente gebeurtenissen in Friesland is Khetiwe weer in mijn gedachten. Misschien dat haar familie nog wel eens om haar treurt en vermoedelijk denkt Fred M., die inmiddels wel op vrije voeten zal zijn, nog af en toe aan haar. Ik droeg het boek dat ik destijds over dit drama in het Zuid-Afrikaanse Amsterdam schreef aan haar op: ‘Voor Khetiwe – die ik nooit gekend heb.’ Maar blijkbaar hoef je iemand niet gekend te hebben om toch te herinneren.