meesterwerk

Halverwege David van Rybrouck’s Congo durf ik nu al met zekerheid te stellen dat het een meesterwerk is. In alle hevigheid drong tot me door hoezeer Afrika in WO I en WO II voor het karretje van de westerse belangen werd gespannen. Ik wist niet dat een basis voor de wereldwijde groei van Unilever door Congolese palmolie werd gelegd. Even nieuw voor me was dat de atoombom op Hiroshima met Congolees uranium plofbaar werd gemaakt. Belgie kreeg er 2,5 miljard Dollar voor betaald. Daarmee werd de wederopbouw … van Belgie gefinancierd.
Onvoorstelbaar het fenomenale geheugen van vaak tachtig-, soms negentig-, zelfs meer dan honderdjarige Congolezen waarin de auteur neerdaalt. Maar bovenal verdient de waardigheid die van alle gesprekspartners van van Rybrouck straalt hulde. Binnenkort spreekt de schrijver in de Balie en De Brakke Grond in Amsterdam!



how to write about africa II


In 2005 schreef Binyavanga Wainaina, oprichter van het Keniaanse schrijverscollectief Kwani!, How to write about Africa, een rijke opsomming van de cliche’s over Afrika die je aantreft in romans, artikelen en geschiedenisboeken. Zijn essay verscheen in Granta, een gezaghebbend Engels tijdschrift, in print en digitaal.l In de loop der jaren heb ik tientallen mails ontvangen van mensen die me op het artikel attendeerden. Wainaina’s columns verschijnen regelmatig in ZAM.
Voor het tijdschrift Bidoun heeft Wainaina nu een vervolgessay geschreven. Hierin memoreert hij de ontstaansgeschiedenis van het eerste stuk. Die anekdote bevat belangwekkende vingerwijzigingen voor een ieder die over Afrika rapporteert.

‘How to write about Africa’ grew out of an email. In a fit of anger, maybe even low blood sugar – it runs in the family – I spent a few hours one night at my graduate student flat in Norwich, England, writing to the editor of Granta. I was responding to its ‘Africa’ issue, which was populated by every literary bogeyman that any African has ever known, a sort of ‘Greatest Hits of Hearts of Fuckedness.’ It wasn’t the grimness that got me, it was the stupidity. There was nothing new, no insight, but lots of ‘reportage’ – Oh, gosh, wow, look, golly ooo – as if Africa and Africans were not part of the conversation, were not indeed living in England across the road from the Granta office. No, we were ‘over there’ (het thema van de Granta-editie, BL), where brave people in khaki could come and bear witness. Fuck that. So I wrote a long – truly long – rambling email to the editor.’


afrikaanse stembussen

Vorig jaar verscheen van Alphonse Muambi het boek ‘Democratie kun je niet eten’. Muambi was waarnemer geweest bij de eerste verkiezingen na het aan de macht komen van Mobutu in zijn geboorteland Congo. Over die verkiezingen gaat het boek.

Ik vond het een vreemde titel. Na de eerste democratische verkiezingen in 1994 in Zuid-Afrika besloot Mandela’s regering om voortaan 2,5 miljoen kinderen uit arme gezinnen dagelijks een gezond lunchpakket uit te reiken.
Democratie kun je dus wel eten.

Onlangs publiceerde africaserver.nl een interview met Muambi. Inmiddels vindt Mumabi dat Afrikanen niet ‘de gewoontes van mensen in Europa moeten overnemen’. Verkiezingen zijn zo’n gewoonte. Muambi: ‘Afrika is al democratisch. Elk dorp heeft een dorpschef, als hij overlijdt wordt volgens bepaalde regels gekeken wie zijn opvolger wordt’.
De mensen zijn er ook nog niet aan toe, volgens Muambi. ‘Heel veel dorpelingen weten niet eens wat een president is en wat hij doet. (…) De stembussen van Afrika zijn een schending van de mensenrechten’.
Muambi vindt dat het kapitalisme een goed voorbeeld is, dat ‘organiseert zichzelf’. En dat zou democratie ook moeten doen. Och arme. Laat ik volstaan met1 woord: kredietcrisis.

Bijna de helft van de Afrikanen woont allang niet meer in dorpen. In Zuid-Afrika heeft president Zuma de strijd aangebonden met traditionele koningshuizen die door het apartheidsregime werden gesticht. Steeds meer Afrikanen hebben hun buik vol van ‘stamoudsten’, altijd mannen, die de dienst voor hen uitmaken.


Wilders’ mentale ground zero

In de NRC van vandaag een korte reportage over een voorlichtingsavond van de initiatiefnemers van het islamitische centrum bij Ground Zero in New York. Ze zien hun centrum als eerbetoon aan de slachtoffers van 9/11, zijn op en top Amerikaan en strijden voor vrouwenrechten binnen de Islam.
Dat verklaart waarom Wilders tegen dat centrum is. Het is zijn mentale Ground Zero: de vernieuwingsbeweging binnen Islam die zijn totale gedachtenwereld aan flarden schiet. Hoe meer die beweging terrein wint, hoe meer Wilders verliest.


het afrika beeld van jan marijnissen

In de eerste aflevering van Zomergasten toonde de oud-SP-leider een fragment uit Van Dis in Afrika: het Namibische jongetje dat om de hoek van een benzinepomp uitlegt dat zijn ouders dood zijn, zijn broer en zus aan de drank en dat hijzelf later rijk wilde worden.
Ontroerende beelden. Sommige kijkers boden aan het jochie te adopteren; een informeerde zelfs naar zijn adres om hem op te zoeken.
Commentaar van Marijnissen: ‘Deze beelden staan symbool voor Afrika’.
Even later liet Marijnissen zich ontvallen ‘geen kritische geluiden uit Afrika te horen’.
Vijf procent economische groei, een middenklasse waartoe inmiddels een derde van alle Afrikanen behoort, een verviervoudiging van (buitenlandse) investeringen. Recent nog een artikel over ‘Afrika’gelezen, Jan?


white material

Kindsoldaten, burgeroorlog, zwart-wit, brrr. Er zijn van die aankondigingen die een onmiddellijke antipathie oproepen. De aankondiging van White Material, een film van Claire Denis, van ‘Chocolat fame’, is er zo een. Tot ik een interview met haar las in de NRC van gisteren.
Uw beeld van Afrika is hard, stelt de interviewer vast.
Denis: Veel films over Afrika zijn gemaakt vanuit een gevoel van medelijden. Ik veracht medelijden. Wat vroeger solidariteit was, is tegenwoordig vervangen door medelijden. Solidariteit stelt hoge eisen, ook aan jezelf. Medelijden is gemakkelijk.’
Zegt het voort en ziet de film!


goed nieuw over aids

Bericht vorige week: De toename van het aantal hiv besmettingen daalt sterk, met name onder jongeren tussen 15 en 25 in Afrikaanse landen.
Bericht twee, gisteren: Zuid-Afrikaanse proef met anti besmettingsgel voor vrouwe levert geweldige resultaten op. Gebruik van het gel voorkwam in bijna de helft van de gevallen besmetting.
Eindelijk.


wildersvoetbal

Vorige week schreef Mark Koster, de oud-hoofdredacteur van Revu, op de opiniepagina van de Volkskrant dat het Oranje van vandaag afrekende met de zesjescultuur van de jaren zeventig. De generatie van nu zou niet langer genoegen nemen met een tweede plaats.
Hoe dat in zijn werk gaat zagen we zondagavond. Schoppen tegen alles dat niet oranje is, dat afwijkt – eigen volk eerst. Wildersvoetbal.
Gisteren vierde ik het succes dat Johannesburg heet. Vandaag verlang ik naar de jaren zeventig.


mijn overwinningsroes

Zag ik daar nu Sylvie van der Vaart op de tribune zitten, naast Jolanthe en al die ander WAGS, de wives and girlfriends van?
Verdomd, het was ‘r! Blijkbaar van mening veranderd. Want Sylvie zou niet naar Johannesburg gaan. Veels te gevaarlijk, zo meldde De Telegraaf eerder dit jaar.
Ik nam het haar niet kwalijk al wist ik zelf beter. Maandenlang werden de Zuid-Afrikaanse beloftes – alles sal reg kom – in twijfel getrokken. De stadions zouden niet klaar zijn. Er kon elk moment een rassenoorlog uitbreken. Alle misdaadsyndicaten, kindsoldaten, groepsverkrachters, babyneukers en autokapers stonden de voetbalfans op te wachten. Die swart gevaar.

Het is maandagochtend en gek genoeg verkeer ik in een overwinningsroes. Mijn stad heeft gewonnen van de afropessimisten, de doemdenkers, de onheilsprofeten en de blanke wegtrekkers die hun klaagsites en farcebookpagina’s in de afgelopen jaren volpompten met het vitriool van de verongelijkten. ‘Wij hebben Zuid-Afrika verlaten omdat ons er geen leven gegund was. Wij zijn het slachtoffer van misdaad en nieuw racisme!’
Het WK zou hun gelijk bewijzen: dat de zwarten het niet kunnen.

Wat is de prijs van de angst? Een eerste hulpbrigade van ambassademedewerkers reisde het oranjelegioen in de afgelopen weken achterna. Honderden buitenlandse journalisten stutten met reportages die uit een oorlogsgebied leken te komen de bange vermoedens van elkaar napratende bange redacteuren. Zwaar gesubsideerde tenenkrommende tranentrekkers vestigden de aandacht op goede doelen die in het vermogen van Afrika om zelf problemen op te lossen hun grootste dreiging zien. Hooggeleerde commentatoren plaatsten vette vraagtekens bij de honderden miljoenen die aan nieuwe stadions werd uitgegeven. Want dure stadions dat is iets voor Europa.
Wat zou al die gecoördineerde bangmakerij en het gezwets in de ruimte gekost hebben? Moet er nu de vuvuzela’s elke wanklank overstemd hebben niet een rekening naar Sylvie en Johan Derksen: ‘Als mijn verslaggevers niet naar Johannesburg durven, begrijp ik dat heel goed’?
En naar Jack van Gelder?
‘Wat verwacht jij van Johannesburg, Jack?
‘Een negerin van twee meter en op een kluitje zitten. Want als je er met de auto opuitgaat, ben je die geheid kwijt’.
En naar al die anderen.
Wiedergutmachung. En dan de opbrengst overmaken naar het gemeentebestuur van Johannesburg. Mijn stad.

Voor een goed gesprek dat ik afgelopen zaterdag over Zuid-Afrika na het WK in Met het oog op morgen voerde, ga naar http://www.youtube.com/watch?v=RfnHPcEBwBQ