Vorige week is bisschop Paul Verryn geschorst uit de Methodistenkerk in Zuid-Afrika. Schande! Hem wordt verweten Zimbabwaanse kinderen, die in zijn kerk in het centrum van Johannesburg onderdak hebben gevonden, aan hun lot te hebben overgelaten. Zijn schorsing is het resultaat van een vileine campagne die in november door ANC-vertegenwoordigers in de Johannesburgse gemeenteraad werd ingezet. Het stonk in de kerk, waar inmiddels vele honderden vluchtelingen woonden, zeiden ze op een persconferentie.
Natuurlijk stonk het in de kerk. Wat verwacht je als zoveel mensen in een kluitje zitten op een plek die daarvoor niet bedoeld is. Maar de vraag die de gemeenteraadsleden zichzelf hadden moeten stellen, was: ‘Waarom hebben wij geen vinger uitgestoken voor de vluchtelingen?’
Natuurlijk waren die kinderen een probleem en daarom was er onlangs een begeleider aangesteld, een vrouw die haar sporen verdiende in de jeugdzorg. Maar nu moet Paul wijken, en straks de begeleidsters en dan alle vluchtelingen. Zodat de stad schoon oogt als alle buitenlandse gasten toestromen voor de WK en we zes weken kunnen doen alsof het probleem niet bestaat.
Al in de jaren tachtig speelde Paul Verryn een hoofdrol bij de opvang van jongens en meisjes die op de vlucht waren voor de apartheidspolitie.
Op facebook is inmiddels een fanclub voor Paul Verryn opgericht. Sluit u aan! Ga naar www.facebook.com en tik friends of paul verryn in ‘search’.
karel roskam
Afgelopen zondagmorgen overleed Karel Roskam. Ik denk dat ik hem ruim een jaar terug voor het laatst bezocht in Bussum. Karel’s herinneringen lieten hem niet in de steek maar hij had soms moeite om ze uit te spreken. Hoe heette-die nu ook alweer? en Wanneer was dat toch?
Het was toen voor Annelies, zijn vrouw, een onvoorstelbaar moeilijke tijd. Hoe ga je om met een man die aftakelt?
Nu is Karel bezweken. Terecht is daar in kranten en op internet aandacht aan besteed. Vaak komt Karel dan naar voren als een relict uit het verleden – de buitenlandcommentator die mensen voorhield wat ze ergens van moesten denken. Of dat fenomeen werkelijk tot het verleden behoort, waag ik te betwijfelen. Op GeenStijl en Joop! wemelt het van de stellige overtuiging. Met Wakker Nederland en Powned zal ook de kleuring weer toenemen. Ik las vanmorgen in de krant dat de KRO een terugkeer van Brandpunt overweegt.
Wat Karel betreft zou het jammer zijn als het gemak waarmee het commentator fenomeen achter een vitrine in het museum van de vorige eeuw wordt gezet, ook de herinnering aan zijn bijzondere benadering zou doen vervagen. (Pffff, erg lange zin, niet geschikt voor het radiopraatje…) Over de apartheid debiteerde hij stellige opvattingen die van veel sympathie met de anti-apartheidsbeweging getuigden. Dat was vele jaren geen gefundenes Fressen. Karel koos partij toen veel anderen zich nog door stamverwantschap en angst voor Mandela lieten leiden.
anti steekvest
Het gaat maar door. Nu weer een anti-steekvest in de nationale kleuren van je land. Engels bedrijf denkt slag te slaan in de aanloop naar WK. Voorpaginanieuws in de tabloids. Zuid-Afrikaanse politie woedend.
Idee voor Zuid-Afrikaans bedrijf: anti-hooligansvest?
duitse angst
Misschien komt het wel door de dood van Miep Gies, de vrouw die de dagboeken van Anne Frank redde, dat ik een buitenproportionele woede voel opkomen bij de laatste angsthazerij van de Duitse voetbalbond. De fuhrer van die club Reinhard Rauball voerde jarenlang campagne tegen de Zuid-Afrikaanse kandidatuur, en hield nog vol na de verkiezing tot gastland voor de WK 2010. Na de aanslag in Angola ziet hij opnieuw zijn kans schoon. ‘We moeten bespreken hoe we veiligheidsissues onder controle krijgen. We kunnen niet simpelweg volstaan met de mededeling dat Zuid-Afrika iets anders is dan Angola’, aldus Rauball.
Waarop Danny Jordaan, de baas van het lokale organiserend comite vandaag terugsloeg met de vraag waarom niemand twijfelde aan het Duitse vermogen om gastheer te zijn toen de bommen op Kosovo vielen?
En zo trok Jordaan in de afgelopen dagen de ene na de andere doeltreffende vergelijking. En doel treffen, daar gaat het om bij voetbal.
Ik zou tegen Rauball willen zeggen: als je niet wilt komen, blijf dan weg.
moderne afrikaanse kookkunst
Vandaag gaan culinair journalste Ingmar Niezen en fotograaf Sean Fitzpatrick op reis voor de productie van een kookboek over de moderne Afrikaanse keuken. Werktitel: Who’s the next house in which we will drink beer. Volg de voorbereidingen op hun blog: http://www.newafricancookbook.blogspot.com/
Vanaf de voorjaarseditie volgt ZAM de ontwikkeling van het boek in tekst en beeld.
cabinda
De notulen van de National Security Council Meeting van 27 juni 1975 melden dat ‘het aanmoedigen van de disintegratie van Angola’ het doel is van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Reden: de grote oliebelangen in de enclave Cabinda. Ook melden de notulen dat acties van de CIA om geld en wapens richting rebellen te kanaliseren inmiddels geautoriseerdzijn. Toenmalig Minister van Defensie was James Schlesinger. Toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken: Henry Kissinger.
Vandaar dus. Het is natuurlijk wat kort door de bocht om de Amerikanen nu de verantwoordelijkheid voor een aanslag op een bus met Togolese voetballers in de schoenen te schuiven. In een poging net te doen alsof er niets aan de hand is, plande de Angolese regering wedstrijden in de enclave, waar de rebellen – dat weten we nu dus weer – nog steeds actief zijn. En het Togolese team had natuurlijk nooit met de bus naar de hoofdstad van Cabinda moeten afreizen.
Maar dat de sluipende rebellie een relict is uit de tijd van de Koude Oorlog, en een strijd om de olierijkdommen… dat wou ik toch even gezegd hebben.
Op zoek naar een plaatje bij deze kleine vertelling vond ik een prachtige postzegel uit de tijd van het Portugese kolonialisme. Cabinda is het stipje linksboven aan de kust.
south african art now
Bovenstaande portretten maken deel uit van een project dat de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Gavin Younge in augustus 1976 uitvoerde. Links Marlene Dumas, rechts Gavin younge. Drie maanden nadat de politie in Soweto honderden demonstrerende scholieren doodschoot. De werken staan in South African Art Now, een overzicht van Zuid-Afrikaanse kunst tussen 1960 en 2000 dat Sue Williamson samenstelde. Het loodzware boek bevat honderden werken, naast Dumas en Younge ook Mustafa Maluka, Moshekwa Langa, Zanele Muholi, William Kentridge en zoveel anderen met wier werk ik in de afgelopen jaren kon kennismaken. Opmerkelijk is het nagenoeg volledig ontbreken van zwart-wit verhoudingen in de werken. Blijkbaar begrijpen Zuid-Afrikaanse kunstenaars de regenboognatie niet als een platitude van elkaar lieflijk bejegende kleurverschillen. Juist de zoektocht naar een eigen identiteit, en soms het commentaar op de ander, valt op. Het boek is uitgekomen bij HarperCollins.
hoed
Mogen er Duitsers bij de dodenherdenking? Wie zo’n discussie in Johannesburg probeert te volgen, wordt het al gauw zwaar te moede. De vergevingsgezindheid van zwarte Zuid-Afrikanen wordt nogal eens aangedikt en geromantiseerd, maar in vergelijking met het Nederlandse voornemen om 65 jaar na de oorlog mensen te weren die een kind of een kleinkind zijn van iemand die destijds bij de vijand hoorde, of misschien wel bij het verzet, of misschien nergens bij… ik weet het niet.
In de jaren tachtig bezocht ik de dodenherdenking aan de Amstelveenseweg. Kort voordat de twee minuten stilte aanbraken, schreeuwde een man: ‘Zet die hoed af!’, waarna iemand snel en geschrokken zijn hoofddeksel afnam.
Ik heb mij daar vervolgens twee minuten enorm kwaad over staan maken. Hadden we daarvoor gevochten, nu ja, hadden de generaties voor mij daarvoor gevochten? Wat een intolerantie! Wat een armoedige demonstratie van doorgeschoten normbesef.
Na twee minuten realiseerde ik me dat ik aan van alles had gedacht behalve aan de doden van de Tweede Wereldoorlog.
Dat zou me naast een Duitser denk ik niet gebeurd zijn.
amerikaanse anti-homomissie in uganda
04uganda.html
De Oost-Afrikacorrespondent van de New York Times schreef een belangwekkend artikel over de rol van Amerikaanse evangelisten bij het aanwakkeren van de homohaat in Uganda, klik op de link.
nieuw boekestijntje
Fijn dat Arend Jan Boekestijn ons ook na zijn vertrek uit de Kamer af en toe met enormiteiten blijft verrassen. Zoals vanmorgen in een opiniestuk in de Volkskrant: ‘Wees humaan, bezuinig op de derde wereld.’ Er schuilt iets pervers in een discussie over de ontwikkelingshulp in het kader van een bezuinigingsoperatie die is afgedwongen door het schurkengedrag van westerse banken. Met permissie: bijvoorbeeld van partijgenoten van Boekestijn die deel uitmaakten van de leiding van de VSB bank. Maar eigenlijk ben ik het in een aantal opzichten wel met Boekestijn eens: het bedrijfsleven moet een belangrijke rol spelen in het vlottrekken van Afrikaanse economieen, belastinginning geeft burgers invloed op het bestuur (en door hulp voelen sommige regeringen geen prikkels tot het opzetten van een effectief belastingsysteem). Ik weet ook niet of die 0,7% nu zo verschrikkelijk heilig moet zijn. Liever zag ik een progressieve agenda waarop de hulp zich baseert. Dan bepaalt de inhoud ook mede de omvang van de hulp.
Maar Boekestijn’s uitsmijter is tenenkrommend. Ik citeer: ‘Kortom, als we werkelijk de allerarmsten willen helpen, dienen wij ons op de private sector te richten. Daar komt werkelijk duurzame groei tot stand. En daar zal uiteindelijk een middenklasse opstaan die goed bestuur gaat afdwingen.’
Een middenklasse die goed bestuur afdwingt? Veel van de huidige problemen waarvoor Afrikaanse landen zich geplaatst zien is veroorzaakt door de ‘sociale aanpassingsprogramma’ tot wier uitvoering grote donoren als de Wereldbank en het IMF in de jaren negentig dwongen. Die programma’s waren gericht op drastische verlaging van de overheidsuitgaven en het terugdringen van de bureaucratie. Afbraak van onderwijs en gezondheidszorg zijn het directe resultaat van deze programma’s. Ook de bureaucratie is teruggedrongen maar, in veel landen, vervangen door een corrupte kliek. Er is in veel landen een middenklasse opgekomen die, vaak hand in hand met die kliek, aan zelfverrijking hevige impulsen geeft. Soms in nauwe samenwerking met de georganiseerde misdaad, zoals de Camerounese wetenschapper Basile Ndjio vaststelde.
Natuurlijk moet de middenklasse groeien, al was het alleen maar omdat de leden van die klasse zelf de armoede overwinnen, hun families daarvan vaak meeprofiteren en de binnenlandse markt groeit. Maar de les van aanpassingsprogramma’s is dat ze niet vanzelf de onderkant meetrekken, een brug slaan naar de allerarmsten en hen de economie inhalen. Integendeel, de afstand tussen rijk en arm is in het afgelopen decennium in Afrika gegroeid. Ook zie ik de kwaliteit van het bestuur niet verbeteren onder invloed van de middenklasse.
Stop met het herhalen van die versleten axioma’s, Arend Jan, en doe je huiswerk. Je hebt er tijd genoeg voor.