KGB

Dat stukje over de Rosenbergs echoot nog na in mijn hoofd. Tot ik me opeens realiseer dat ik zelf mogelijk ook contact heb gehad met de KGB. Nu dertig jaar geleden bezocht ik als waarnemer een congres van de communistische jeugd in Moskou, de Komsomol. Al meteen bij aankomst maakte ik kennis met mijn vaste begeleider, Vladimir. Hij doceerde Nederlands aan de universiteit en had elf studenten. Hij vertelde me dat er dagelijks 10 exemplaren van De Waarheid onder de kiosken in Moskou werden verspreid. En dus was er elke dag 1 student de klos.

Midden op het Rode Plein, waar niemand het kon horen, vertelde Vladimir dat hij thuis enkele grammofoonplaten van Albert Mol had. Dat was me wat!

In later jaren drong tot me door dat dit soort begeleiders tot de vaste medewerkerskring van de KGB behoorde. Ik heb hem niets wijzer gemaakt want mijn opdracht was immers om waar te nemen en om los van de gebruikelijke beleefdheidsfrases geen politieke zaken te bespreken. Het Algemeen Nederlands jeugd Verbond (ANJV), dat ik vertegenwoordigde, had jarenlang geen contact onderhouden met de kameraden in het oosten. Ik werd als het ware als een soort verkenner werop uitgestuurd.

Het leidde nergens toe. Maar ergens in een dossier staat wellicht vermeld dat ik toen ‘contact met de KGB’ heb gehad.  

 


Ethel en Julius Rosenberg


Het is 55 jaar geleden dat Ethel en Julius Rosenberg op de electrische stoel ter dood werden gebracht. Beschuldigd van landverraad – spionage voor de Sovjet-Unie. Op geschiedenisTV werd afgelopen zaterdag de documentaire herhaald die Netty Rosenveld in 1997 over de twee zonen van Ethel en Julius maakte.

Ik ben opgegroeid met afgrijzen over het McCarthy tijdperk. Mijn vader was in 1953 secretaris van het Nederlandse comite dat ijverde tegen de doodstraf voor de Rosenbergs. De leden van dat comite geloofden bovendien in de onschuld van de twee communisten. Ik herinner me in de jaren zeventig met mijn vader naar een toneelstuk op de televisie – die had je toen nog te – hebben gekeken over het drama. Jules Croiset speelde Julius. Uit een ooghoek zag ik de vochtige ogen van mijn vader.

Later deed het verhaal de ronde dat de Rosenbergs wel degelijk gespioneerd hadden. Dat rechtvaardigde de doodstraf op geen enkele wijze, maar toch deed het verhaal pijn. Ik heb het mijn vader nooit durven vertellen.

Dat is maar een geluk want uit de documentaire blijkt dat het in hoge mate onzin is. Over Julius heeft de CIA een document dat erop duidt dat hij wellicht tijdens de Tweede Wereldoorlog een ontmoeting heeft gehad met een KGB agent. En daaruit zijn vergaande conclusies getrokken. Ethel heeft nooit gespioneerd maar werd schuldig bevonden op basis van een verklaring van haar broer. Met het doel het vege lijf te redden – ook hij was gearresteerd, werd beschuldigd van spionage en kreeg uiteindelijk 15 jaar – getuigde hij dat zijn zuster hem voor de KGB gerecruteerd had. De zonen  koesteren tegen deze oom na zoveel jaren nog steeds begrijpelijke haatgevoelens.

De zonen werden na de dood van de ouders liefdevol opgenomen in het gezin van de Meerenpols omdat hun eigen ooms en tantes het niet aandurfden. Vader Meerenpol is componist en tekstschrijver van het hartverscheurende ‘What is America to me?’

‘…a name, a place that I can see

a simple word

democracy

that is America to me…’

In de documentaire zie je een uitvoering door Pete Seegers en Michael Meerenpol, de zoon van Ethel en Julius.  Ik ken het lied uit de mond van Frank Sinatra en beschouwde mijn liefde ervoor als een rechtse faux pas die ik voor mezelf moest houden. Nu weet ik dat het een strijdlied is van het andere Amerika.


Kafka in Den Haag

Het 08 festival van Toneelgroep De Appel in Den Haag is er zoeen waarvan je zou wensen dat Nederland er nog een paar honderd had. In het festival komen theatermakers en dramastudenten uit Nederland en Zuid-Afrika samen. Ze acteren in elkaars stukken. Ze dramatiseren elkaars thema’s. Een writer-in-residence, dit jaar de eigenwijze toneelschrijver en activist Mike van Graan uit Kaapstad, produceert een stuk. Odyssee in Holland, heet het, en het verkent de thema’s van globalisering en xenofobie, naast/versus de gastvrijheid waarover de Griekse Odyssee vertelt.

Op zaterdagmiddag 7 juni opende het festival met debat. Daaraan nam onder meer de Haagse wethouder Rabin Baldewsingh deel. Een bevlogen man die het beste met zijn multiculturele stad voorlijkt te hebben. Zolang de inwoners zich schikken naar zijn voorwaarden. In het festival van De Appel, dat immers mensen bijeenbrengt die in verschillende werelden wonen, stelt niemand eisen aan de ander. Maar in een stad als Den Haag, waar juist mensen uit verschillende werelden bij elkaar wonen, is dat anders. Daar is weinig tegenin te brengen.

Maar welke voorwaarden worden er gesteld? Om te beginnen: dat je Nederlands moet willen spreken. Vind ik ook nog wel redelijk al leven ze in New York goed samen terwijl er honderdduizenden mensen wonen die een andere taal spreken dan Engels. Een mirakel waarin we ons meer zouden moeten verdiepen, maar laten we niet zeuren. Nederlands spreken is handig als je in Nederland woont.

Maar toen ging het mis. Wij, aldus Baldewsingh, vinden hier ook dat vrouwen en mannen gelijk zijn. Dat lijkt me een goede norm als het gaat om regels, wetten en gedrag in de publieke ruimte. Maar moet de overheid ook eisen dat zijn burgers het daarmee eens zijn? Ik denk van niet. Ik vind een overheid die voorschrijft wat je moet denken nog net iets enger dan minderheden met discriminerende opvattingen.

Maar er kleeft nog een ander probleem aan Baldewsingh’s redenering. Hij lijkt te denken dat we in Nederland sinds Sint Juttemis vinden dat mannen en vrouwen, en homo’s, gelijk zijn. Maar voordat er non-discrimionatoire wetten en regels kwamen, is er tientallen jaren strijd gevoerd. Uit die strijd vloeide een publiek debat voort. En toen de meeste mensen het eens waren, kwamen er nieuwe wetten. Ondertussen werd de mensen die vast wilden houden aan hun conservatieve opvattingen het recht gegund van mening te verschillen. Sterker, ze mochten zich zelfs organiseren op basis van die vooroordelen. En eigenlijk mag dat nog steeds een beetje. Want wie weet wat onderwijzers op scholen met de bijbel hun leerlingen op de mouw spelden?

Hier wordt een een politieke partij die geen vrouwen als vertegenwoordiger wil niet de toegang tot de Tweede Kamer ontzegd. Ik denk dat dat in Turkije wel het geval zou zijn.

Kortom, we hebben mensen met conservatieve opvattingen de tijd gegeven van mening te veranderen. En de meesten deden dat. Maar moeten nieuwkomers met achterlijke opvattingen meteen bij binnenkomst vinden wat Wij (sinds een tijdje) vinden? Ik denk dat als streng gereformeerden en conservatieve katholieken net zo behandeld waren als behoudende moslims ons hele land eruit zou bestaan.  


Over de geweldsuitbarsting (2)

Jaap Geldof meldt: ‘Veroordeling van xenofobie en kritiek op de regering van president Mbeki en het ANC zijn de meest voorkomende reacties op de geweldsuitbarstingen in de Zuid-Afrikaanse sloppenwijken. Terecht naar mijn idee, maar het roept wel vragen op over de voormalige solidariteitsbeweging met Zuid Afrika en het ANC. Is niet te snel genoegen genomen met het realiseren van rechten zoals vrije verkiezingen en meningsuiting? En zijn andere fundamentele vrijheden als vrijheid van armoede en recht op gelijke ontwikkeling er daarom bij ingeschoten? Had na 1994 de solidariteitsbeweging zich niet tot taak moeten stellen het ANC op die essentiële punten bij de lessen te houden die het ANC zelf heeft geschreven. Op de website van het NiZA was vandaag, 27 mei, niets te vinden in die richting, überhaupt geen woord over de gebeurtenissen van de laatste weken. Maar ’t kan natuurlijk nog steeds opgepikt worden door hen of door anderen. Kansen genoeg, zeker met het komende WK voetbal in 2010, daar moeten de ervaren activisten wel raad mee weten.’

Zie ook: http://www.jaapgeldof.nl/
 

 


Zachtjes snurkend

Willem van Manen is dood. Afgelopen zaterdag overleden, 74 jaar jong. Advocaat van de Volkskrant. Politiek tekenaar. Activist tegen apartheid. Ooit stelde hij een oproep aan Zuid-Afrikaanse rechters op. Waarom spraken zij ‘recht’ op basis van onrechtvaardige wetten? Een van de aangesprokenen stuurde een lange schriftelijke verdediging. ‘Dat hadden de rechters in nazi-Duitsland toch ook gedaan?’ Willem glunderde een beetje toen hij de passage las. De advocaat die voorzet, de verdachte die het verkeerde antwoord geeft, nu alleen nog inschieten.

Herinnering, eind jaren tachtig. In auto met chauffeur naar de Universiteit van Leiden. Willem gaf er een lezing over Zuid-Afrika. Keurig in het pak, zacht sprekend, bijna fluisterend: een deftige radicaal. (Op de terugweg tankten we nog even bij Shell, ik geloof niet dat hij er erg in had).

Herinnering, midden jaren negentig. Hij is op bezoek in Zuid-Afrika. Na een uitputtende middag in de hete zon zit hij zachtjes snurkend op de bank bij mij thuis in Johannesburg.

Nu voor altijd ingeslapen. Hamba Kahle, Willem, vaarwel.

 

 


Interdepartementale werkgroep cartoonproblematiek

Zou het waar zijn? Dat er, zoals De Pers schrijft, een Interdepartementale Werkgroep Cartoonproblematiek bestaat? Ik hoop zo van niet maar ik ben bang van wel. Ik denk dat de werkgroep bestaat uit drie streng gereformeerden, drie mannen met baarden en Gregorius Nekschot. Ze vergaderen om de dag en verzinnen waarmee ze nu eens zullen komen. ‘Licht mij maar van mijn bed’, stelt Nekschot voor. (En ik sta in alle kranten, denkt hij).

Nu moet ik weer tegen zo’n werkgroep zijn. Nadat ik vorige week voor Nekschot moest zijn. Omdat hij het recht heeft om De Profeet te tekenen die Anne Frank van achtereen neemt vanwege de vrijheid van meningsuiting.

  


Johannesburg, mei 2008 (1)

  1. Jaap Geldof schrijft aan het ZAM-blog: ‘Schokkende gebeurtenissen in de sloppenwijken van Johannesburg. Wat er precies gebeurt is nog onduidelijk, over het waarom valt al meer te zeggen, al is het in algemene termen. De schokkende gebeurtenissen vinden plaats in schokkende situaties die al jarenlang bestaan en nog steeds groeien. Erupties van smeulende vulkanen die ook buiten Zuid Afrika voorkomen, zoals in de Parijse voorsteden, Slotervaart en langer geleden de Afrikanerbuurt. Maar vulkanen zijn natuurverschijnsels en sloppenwijken zijn dat niet. Die zijn een gevolg van maatschappelijke prioriteiten en verzamelplaatsen geworden van alles wat door de samenleving als overtollig, als afval wordt beschouwd. Afvoerputjes en toneel van overlevingsstrijd. Het lijkt in dit geval duidelijk wie de directe slachtoffers zijn, wie het geweld in gang heeft gezet is nog onduidelijk. Maar ongetwijfeld zullen er verantwoordelijken gevonden en aangepakt worden. Het verdere vervolg is voorspelbaar: binnen korte tijd is de schok vergeten en gaat iedereen weer over tot de orde van de dag. Terwijl het antwoord zou moeten zijn om die orde te veranderen en de bewoners van de sloppenwijken en de mensen die daar noodgedwongen terecht komen prioriteit te geven.’

Jaap onderhoudt een interessante website over urban space, zie www.jaapgeldof.nl


Afrikaans socialisme? – Barak H. Obama

Er wordt veel gepraat over ‘Afrikaans socialisme’ maar wat betekent het eigenlijk? Die vraag stelde Barak H. Obama, de vader van de huidige presidentskandidaat in de VS, in een paper in 1965. De doctoraal student economie kraakt harde noten in het East Africa Journal. Met zijn stuk reageerde Obama op het Sessional Paper 10, samengesteld door Mwai Kibabi, de huidige president van Kenia. De onafhankelijkheid is nog jong, de idealen groot, de verwachtingen hooggespannen. De politiek-literaire site http://kwani.org ontrukte het artikel aan de vergetelheid. Zie http://kwani.org/main/problems-facing-our-socialism-barak-h-obama/


De heruitgevonden geschiedenis van mijzelf

Bert Boelaars heeft een meeslepende biografie van de homoseksuele voorvechter en vormgever Benno Premsela geschreven. Premsela was een strijdbaar mens maar verstond tevens de kunst om te relativeren. Ik denk dat hij het niet in zijn hoofd gehaald zou hebben om, zoals de voorzitter van het Amsterdamse COC in een toespraak op 4 mei bij het homomonument, eindeloos in te gaan op een incidentje tijdens Koninginnedag toen een paar opgeschoten rotjongens een paar tikken aan een homo uitdeelde bij een modeshow op het Rembrandtsplein. Erg en vervelend, maar is dit een voorteken van een op handen zijnde holocaust van homo’s?

Tot mijn aangename verrassing – Vanity Fair! – wordt Premsela’s ondersteuning van Ma Thoko in de biografie vermeld. Dit was een begin jaren negentig opgericht steungroepje voor de jonge, non-raciale Zuid-Afrikaanse homobeweging. Ook mensen als Rudi van Dantzig, Henk Krol, Anne Lize van der Stoel en Bob van Schijndel had hun naam aan het steungroepje verbonden. We stuurden af en toe wat geld voor een manifestatie of een begrafenis en bij mijn eerste bezoeken aan Zuid-Afrika ‘smokkelde’ ik enkele dildo’s het land in omdat de oprichter van de beweging, en aidsvoorlichter, Simon Nkoli daar om gevraagd had. Hij gebruikte ze bij demonstraties hoe je een condoom omdoet.

Ma Thoko was vernoemd naar de tante van een homo-activist in kwaThema, een townhip niet ver van Johannesburg. Haar neefje was homo en uit compassie opende ze een shebeen, een huiskamerkroegje, als een safe space voor gelijkgezinden.

Boelaars vond in het archief van Premsela enige correspondentie terug die ik toen met hem voerde. Ten onrechte verbindt hij daar de conclusie aan dat ik mede-oprichter van de homobeweging in Zuid-Afrika was en Benno lid van het ‘inernationale comite van aanbeveling.’ Ik zou op deze verleidelijke slak geen zout gelegd hebben als het niet het zoveelste bewijs is van ‘reinvention of history.’ Nog zo’n voorbeeld. In het tegendraadse tijdschrift Chimurenga, dat in Kaapstad verschijnt (zie het net verschenen nummer van ZAM Africa Magazine) beweerde Zackie Achmat, oprichter van de beweging die in Zuid-Afrika strijd voor effectieve bestrijding van aids, een paar jaar terug dat de Nederlandse anti-apartheidsbeweging overwegend bestond uit homo’s en dat zij het ANC in de richting van een progressief en tolerant homo-standpunt duwden. Er zaten wel wat homo’s en lesbo’s in de AABN en bij tijd en wijle kwam het onderwerp ter sprake in gesprekken met ANC-ers. En we hadden natuurlijk dat steunclubje. Maar om nu te beweren dat wij het ANC hebben bevrijd uit de klauwen van de homofobie gaat echt te ver. Mensen als Nkoli, Achmat zelf, Beverley Ditsie, Donne Rundle, Paul Mokgethi, Edwin Cameron, Sheila Lapinsky – allemaal Zuid-Afrikanen – speelden een hoofdrol in de pogingen om de kameraden ervan te doordringen dat de vernietiging van het apartheidssysteem ook tot gelijkheid van seksuele minderheden zou moeten leiden. Wij steunden dat op basis van de goede principes van de internationale solidariteit.

In 1999 heb ik Behind the Mask opgericht, een website die ontwikkelingen op het gebied van homoseksualiteit in Afrika volgt. Inmiddels is dat een zelfstandige organisatie met zo’n tien mensen in dienst, een leuk kantoor in de vroegere vrouwengevangenis van Johannesburg, vlak naast het Grondwetten Hof en geheel op eigen benen. Ik heb voor deze onderneming niet enkele jaren van mijn leven opgeofferd. Na een druk correspondentenbestaan was het leuk om vijf jaar druk te zijn met iets geheel anders. Spannend om de turbulente ontwikkelingen in Afrika op dit gebied van zo dichtbij te kunnen volgen. Uiteindelijk is de website – www.mask.org.za – een etalage van wat Afrikanen in allerlei landen zelf doen. Daar hebben ze geen Europeaan voor nodig.

 

 


Voskuil

Eergisteravond, op weg naar mijn logeeradres, een kort omweggetje gemaakt en langs het huis van de schrijver Voskuil gereden, aan een van de grachten niet ver van het Centraal Station in Amsterdam.

Voor de deur eerst even naar boven gekeken en teruggedacht aan al die heerlijke delen Bij Nader Inzien en Het Bureau. Vele pagina’s verslonden op mijn balkon in Johannesburg, op de stoep van het huis van de moeder van een ex in Lusaka en met vrienden op een terras van een lodge op de grens van Namibie en Botswana. Geworsteld met de vraag hoe ver die werelden, die van Afrika en die van het boek, nu eigenlijk uit elkaar liggen.

Daarna heb ik me omgedraaid en heb ik naar de gracht gestaard zoals de schrijver dat duizenden malen moet hebben gedaan. Zo zag ik de wereld vanuit een Voskuils perspectief: wonderbaarlijk mooi en bedreigend.

Toen ben ik weggefietst want het moet daar geen bedevaartsoord worden.