In april 1980 had ik een muzikant te gast die met zijn punkband zou deelnemen aan een festival dat ik meehielp te organiseren. Nadat we de afspraken voor het optreden hadden doorgenomen, raakten we in gesprek over wat in die dagen de gemoederen nogal bezighield, kroningsdag. De muzikant woonde in een kraakpand in Utrecht en was de idealen van zijn beweging volledig toegewijd. Het vuur spatte van zijn woorden over huisjesmelkers, speculanten en een repressieve overheid. “We zijn in oorlog, Bart.”